direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Het Hulsbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16036-va01

Artikel 6 Recreatie - Dagrecreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen als sport- en speelvelden, evenemententerrein, vijvers, trimbaan en wielerbaan;
  • b. voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden;
  • c. evenementen, met dien verstande dat per jaar maximaal 12 evenementen zijn toegestaan met meer dan 10.000 bezoekers;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' het wonen in één bedrijfswoning;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' een educatief informatiepunt en een schaapskooi met ondergeschikte horeca;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' op het navolgende adres tevens voor de volgende activiteit:
    - Bornsedijk 86 kartbaan;
    - Bornsedijk 105 outdoor challenge park;
    - Hengelosestraat 230 klimbos;
    - Oldenzaalsedijk 22 saunabedrijf;
    met ondergeschikte horeca;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren' een uitkijktoren;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'water', tevens voor water(partijen);

met daarbij behorende gebouwen, andere-bouwwerken, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water, voorzieningen voor de waterhuishouding en waterberging, groenvoorzieningen en terreinen.

6.2 Bouwregels

Op de tot Recreatie - Dagrecreatie bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

6.2.1

voor gebouwen de volgende bepalingen gelden:

  • a. de afstand tot de bestemmingsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de afstand tot de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen zoals EHBO, (schuil)hutten, sanitaire voorzieningen en clubgebouwen mag niet meer bedragen dan 750 m2 , met dien verstande dat de oppervlakte per gebouw niet meer dan 100 m2 mag bedragen en dat één gebouw een oppervlakte mag hebben van niet meer dan 150 m2;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' mag de gezamenlijke oppervlakte – de oppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen daaronder niet begrepen – niet meer bedragen dan de aangegeven oppervlakte, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca' maximaal 600 m2 van de aangegeven oppervlakte voor horeca gebruikt mag worden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorziening' mag de gezamenlijke oppervlakte – de oppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen daaronder niet begrepen – niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangegeven;
  • e. de goothoogte mag niet meer dan 4,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder e en f mag de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren' niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
6.2.2

voor bedrijfswoningen de volgende bepalingen gelden:

  • a. de inhoud mag niet meer dan 750 m3 bedragen, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan een grotere inhoud aanwezig is, in welk geval die grotere inhoud is toegestaan;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 4,50 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • d. voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt dat:
    • 1. de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 9 m mag bedragen;
    • 3. de dakhelling niet minder dan 20º en niet meer dan 60º mag bedragen.
6.2.3

voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 100 m2 bedragen, met dien verstande dat niet meer dan 50 m2 daarvan mag worden benut voor aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.
6.2.4

voor andere-bouwwerken de volgende bepalingen gelden:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken mag niet meer dan 6 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het behoud van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de natuurlijke- en landschappelijke waarden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder a en worden toegestaan dat de afstand wordt verminderd tot 0 m;
  • b. het bepaalde in artikel 6.2.1 onder g en worden toegestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren' de bouwhoogte van uitkijktorens wordt verhoogd tot 30 m.
6.4.2

De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de natuurlijke- en landschappelijke waarden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 6.1 en aan de bestemming gerelateerde detailhandel worden toegestaan;
  • b. het bepaalde in artikel 6.1 en worden toestaan dat tevens activiteiten worden ontplooid die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane activiteiten, mits het geen geluidzoneplichtige bedrijven betreft.
6.5.2

De genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de natuurlijke- en landschappelijke waarden;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien, zaaien of aanplanten van bomen en andere houtopstanden voor zover het beplanting betreft die niet in de gemeentelijke kapverordening of de Boswet is geregeld;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 50 m2.
6.6.2

Het in artikel 6.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
6.6.3

De in artikel 6.6.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.