direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Brandstof
Plan: Het Hulsbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP16036-va01

Artikel 11 Leiding - Brandstof

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn naast de basisbestemming bestemd voor het aanbrengen, gebruiken en instandhouden van een ondergrondse brandstoftransportleiding; met daarbij behorende andere-bouwwerken.

11.2 Bouwregels

Op de tot Leiding - Brandstof bestemde gronden:

  • a. mag in afwijking van de bestemmingsregels niet worden gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  • b. mogen andere-bouwwerken ten dienste van de leiding worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 11.2 onder a voor het bouwen ten dienste van de basisbestemming, voor zover uit overleg met de leidingbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van de bescherming van de ondergrondse brandstoftransportleiding geen bezwaar bestaat.

11.3.2

De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de externe en sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande of diepwortelende beplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het permanent opslaan van goederen, waaronder begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • f. het aanleggen van watergangen;
  • g. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
11.4.2

Het in artikel 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
11.4.3

De in artikel 11.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken of werkzaamheden de veiligheid en de bedrijfszekerheid van het transport niet in gevaar wordt gebracht.

11.4.4

Alvorens te beslissen omtrent de in artikel 11.4.1 genoemde vergunning winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.