direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Luttelgeest, Oosterringweg 25 II
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.PB00013-VS01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', zijn aangeduid als categorie 1 of 2,
  • b. kleinschalige agrarische activiteiten zoals het kweken van fruit, groente, (sier)heesters en het houden van dieren als ondergeschikte nevenactiviteit,
  • c. instandhouding en ontwikkeling van de afschermende erfsingel met daarbij behorende erfsloot,
  • d. bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, parkeerplaatsen en tuinen,
  • e. kunstobjecten,
  • f. detailhandel, als nevenactiviteit, in ter plaatse voortgebrachte of streekeigen producten en in AGF-producten, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 200 m²,
  • g. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' '', zijn aangeduid als categorie 1, 2, 3.1 of 3.2, uitsluitend ter plaatse van de 'bedrijf tot en met categorie 3'.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bebouwing

Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mag bebouwing worden gebouwd ten behoeve van de onder lid 3.1 genoemde functies. Onder de hiervoor bedoelde bebouwing is per bestemmingsvlak maximaal één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken toegestaan.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bebouwing ls bedoeld in lid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van gebouwen tot de achter- en zijgrenzen van hetbestemmingsvlakbedraagt niet minder dan 10 m,
  • b. bedrijfswoningen mogen worden gebouwd binnen een strook van 40 m vanaf de aan de wegzijde gelegen grens van het aangegeven bestemmingsvlak,
  • c. tussen de aan de weg gekeerde grens van een bestemmingsvlak en de gevellijn van het reeds bestaande dichtst bij de weg gelegen gebouw mogen geen bedrijfsgebouwen worden gebouwd,
  • d. het bebouwingspercentage mag per bestemmingsvlak ten hoogste bedragen:
    • 1. maximaal 30% tot een maximum van 3.000 m² dan wel indien de bestaande oppervlakte meer bedraagt geldt dit als maximum oppervlakte, of
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' ten hoogste zoveel als is aangegeven,
  • e. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op ten minste 3 m achter het verlengde van de gevellijn van de betreffende bedrijfswoning,
  • f. voor zover niet anders in dit lid is bepaald mogen de goothoogte en bouwhoogte, inhoud, dakhelling en oppervlakte van bebouwing niet meer of minder bedragen dan hierna is aangegeven:
bebouwing:   min. goothoogte   max. goothoogte   max. bouwhoogte   max. inhoud, oppervlakte   minimale / maximale dakhelling  
bedrijfswoning niet inpandig:   3,5 m   6 m   10 m   1.500 m³   30°/ 60°  
bedrijfswoning inpandig:   bestaand   bestaand   bestaand   1.500 m³    
bijbehorende bouwwerken:     3,5 m   6 m   150 m2    
bedrijfsgebouw:     11 m   13 m      
licht- en antennemast ten behoeve van koppelstation:       85 m      
andere bouwwerken ten behoeve van koppelstation:       50 m      
andere bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen:       10 m      
luifel bij verkooppunt motorbrandstoffen:       7 m      
licht- en vlaggenmast:       12 m      
erf- en terreinafscheiding vóór de gevellijn en het verlengde daarvan:       1 m      
overige erf- en terreinafscheiding:       2 m      
reclame-uiting:       3 m      
kunstobject:       5 m      
overig ander-bouwwerk:       4 m      
3.3 Specifieke gebruiksregels

Bedrijven die zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, d.d. 1 maart 1993, zijn niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Ander soort bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.1 onder a ,
  • b. de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten',

ten behoeve van andere bedrijven die, mits deze, gezien de milieugevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats zijn toegestaan krachtens artikel 3.1.

Voorts geldt dat het bepaalde in lid 3.2.2 onverminderd van toepassing is.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De in lid 4.1 ,4.2 en 4.3 opgenomen regels zijn van toepassing.