Plan: | Landelijk gebied, Leemringweg 19-21 te Kraggenburg (NETL) |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00750-ON01 |
het bestemmingsplan Landelijk gebied, Leemringweg 19-21 te Kraggenburg (NETL) met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00750-ON01 van de gemeente Noordoostpolder;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
de teelt van gewassen op open grond; daaronder niet begrepen bosbouw, sierteelt en fruitteelt;
de teelt van fruit op open grond;
het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder begrepen de teelt van ruwvoedergewassen;
agrarische bedrijvigheid bestaande uit fokkerij, houderij en/of mesterij van vee, zoals varkens, kalveren en pluimvee, die functioneel geheel of overwegend niet afhankelijk is van de ter plaatse bij het agrarisch bedrijf behorende grond als productiemiddel en die plaatsvindt zonder of nagenoeg zonder weidegang;
de teelt van tuinbouwgewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
het fokken van veulens en de opfok van jonge paarden met de daaraan verbonden basistraining tot een leeftijd van 2 à 3 jaar;
het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten en niet zijnde een tuincentrum;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
arbeidskrachten uit binnen- en buitenland die gedurende een bepaalde periode werkzaam zijn op een (agrarisch) bedrijf;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd, op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak, waaronder in ieder geval wordt verstaan een aanbouw, uitbouw, bijgebouw, serre en/of erker;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het totaal van de binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte van alle verdiepingen, inclusief kelders en souterrains;
een gebouw dat de functies horeca, winkel, kantoor, hotelkamers en tijdelijke huisvesting voor personeel en de daarbij behorende ruimtes omvat, voor zover deze functies behoren bij en ten dienste staan aan de bestemming;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bebouwingsvlak tezamen met aansluitende erfbeplanting tot aan het hart van de (denkbeeldige) erfsloot, plus de daarbij behorende gronden gelegen tussen het bebouwingsvlak en de weg;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat is bedoeld voor logiesverstrekking aan groepen;
een veehouderij-, akkerbouw-, tuinbouw- of fruitteeltbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel;
het bieden van logies en het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse, alsmede het ter plaatse verstrekken van dranken;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
opstallen van glas, of ander lichtdoorlatend materiaal, boogkassen en schermhallen met een hoogte van 1,5 meter of meer boven het maaiveld;
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf;
het gebruiken van een gebouw als hoofdverblijf, zijnde de vaste woon- en verblijfplaats;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief gebruik en waarvan de gebruikers elders hun woonverblijf hebben;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
het jaarrond aanbieden van recreatief nachtverblijf. Dit in tegenstelling tot het gedurende één of enkele nachten inrichten van een terrein voor nachtverblijf, als onderdeel van bijvoorbeeld een evenement;
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste een nacht in het recreatiegebied of de toeristische plaats verblijft;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van een huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
het meten van de geluidsbelasting zoals bedoeld in artikel 6 lid 6.5.2 vindt plaats conform de Handleiding meten- en rekenen industrielawaai 1999 (HMRI), tenzij sprake is van een uitzondering zoals aangegeven in Bijlage 6 bij de toelichting.
De voor 'Agrarisch - Open landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mag binnen het aangegeven bouwvlak de bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing worden gebouwd. Onder die bebouwing zijn begrepen kassen, ten hoogste één woning, zijnde de bedrijfswoning, en daarbij behorende bijgebouwen.
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hieronder zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken binnen en buiten bouwvlakken gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
bedrijfsgebouwen | 8,5 m | 11 m |
kassen | 6 m | 10 m |
aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
bouwwerken voor mestopslag | - | 6 m |
silo's | - | 20 m |
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | - | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen | - | 2 m |
overige bouwwerken, binnen bouwvlak | - | 4 m |
hagelnetten, buiten bouwvlak | - | 4,5 m |
overige bouwwerken, buiten bouwvlak | - | 1,5 m |
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische waarden, de landschappelijke kwaliteit, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mag bebouwing worden gebouwd ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde functies. Onder de hiervoor bedoelde bebouwing zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, waaronder is begrepen ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
bedrijfsgebouwen | 8,5 m | 11 m |
aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
erf- of terreinafscheidingen | - | 2,5 m |
licht- en vlaggenmasten | - | 12 m |
overige bouwwerken | - | 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden een is omgevingsvergunning vereist:
De in lid 5.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met daaraan ondergeschikt:
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1 mag bebouwing worden gebouwd ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde functies. Onder de hiervoor bedoelde bebouwing zijn maximaal 2 bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken op de erven toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erf' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erf' gelden de volgende regels:
Totale oppervlakte
Zonering bouwhoogte
Groepshotels
Bouwwerken voor recreatief nachtverblijf
Gebouwen en overkappingen ten behoeve van expositieruimten, feest- en vergaderlocaties, horecavoorzieningen
Gebouwen en overkappingen ten behoeve van facilitaire ruimten
Centrumgebouw
Gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleinschalig'
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, voorzover die worden gebouwd binnen een afstand van 30 m tot bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument", zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van het betreffende monument.
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische waarden, de landschappelijke kwaliteit, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:
De bedoelde omgevingsvergunning kan slechts verleend worden wanneer de afwijking aansluit bij de missie, strategie en uitwerking, zoals beschreven in het Plan voor de toekomst, zoals opgenomen in bijlage 5 van de toelichting.
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen is toegestaan waarbij:
Duiding evenement | Eendags evenement | Divers meerdaags festival met onderbrekingen | Wildeburg of vergelijkbaar meerdaags groot muziekfestival zonder onderbrekingen | |||
Maximaal aantal per jaar | 1 | 1 | 1 | |||
Maximaal aantal dagen per jaar | 1 | 4 | 4 | |||
Maximum aantal bezoekers | 17.500 | 20.000 | 25.000 | |||
Maximale geluidsbelasting dag (12.00 - 19.00 uur) |
55 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 75 dB(C) LCeq,3min op de gevel vangevoelige objecten(*) | 55 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 75 dB(C) LCeq,3min op de gevel van gevoelige objecten(*) | 60 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 80 dB(C) LCeq,3min op de gevel van gevoelige objecten(*) |
Maximale geluidsbelasting avond |
55 19.00 - 01.00 uur |
75 19.00 - 01.00 uur |
55 19.00 - 02.00 uur |
75 19.00 - 02.00 uur |
60 19.00 - 24.00 |
80 19.00 - 24.00 |
Maximale geluidsbelasting nacht | - | - | - | - | 50 00.00 - 12.00 uur |
73 00.00 - 12.00 uur |
*) De norm betreft het 'invallende' geluidsniveau op de gevel van gevoelige objecten (artikel 1 Wet geluidhinder)
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 30 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 7.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 30 cm:
Het bepaalde in 7.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 7.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 2.500 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 8.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 8.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 2.500 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 9.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 9.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 9.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 9.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 10.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 10.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 10.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 10.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het parkeren ten behoeve van de bestemming dient te allen tijde plaats te vinden binnen het betreffende bestemmingsvlak.
Tot een gebruik, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend, het gebruiken of laten gebruiken van gronden:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden of het gebruik uitdrukkelijk is toegestaan.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval niet gerekend, het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van in het plan genoemde maten en percentages, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied, Leemringweg 19-21 te Kraggenburg (NETL) van de gemeente Noordoostpolder
Behorend bij het besluit van ...