Plan: | Landelijk gebied Schoterpad 1 te Bant |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00732-ON01 |
het bestemmingsplan Landelijk gebied Schoterpad 1 te Bant met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00732-ON01 van de gemeente Noordoostpolder;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
arbeidskrachten uit binnen- en buitenland die gedurende een bepaalde periode werkzaam zijn op een (agrarisch) bedrijf;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd, op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak, waaronder in ieder geval wordt verstaan een aanbouw, uitbouw, bijgebouw, serre en/of erker;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
activiteiten gericht op ontspanning in de vrije tijd, zoals sport en spel, natuurbeleving, amusement en uitstapjes, die uitsluitend plaatsvinden binnen een tijdsbestek van een dag, zonder overnachting;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
kleinschalig evenement:
een evenement dat zich in de volledige omvang, inclusief parkeren, binnen de grenzen van het bestemmingsvlak afspeelt en dat geen grote publieksaantrekkende werking met zich meebrengt;
grootschalig evenement:
een evenement dat zich in de volledige omvang, inclusief parkeren, niet volledig binnen de grenzen van het bestemmingsvlak afspeelt en dat een grote publieksaantrekkende werking met zich meebrengt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een (deel van) een gebouw welke blijvend bestemd is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf door groepen waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
het bieden van logies en het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse, alsmede het ter plaatse verstrekken van dranken;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, stacaravan of tenthuisje, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd op opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor een omgevingsvergunning is vereist. De volgende kampeermiddelen worden onderscheiden:
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief gebruik en waarvan de gebruikers elders hun woonverblijf hebben;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatiefnachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste een nacht in het recreatiegebied of de toeristische plaats verblijft;
een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van een huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de betreffende ruimten omhullen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Binnen deze bestemming mag niet gebouwd worden.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mag bebouwing worden gebouwd ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde functies. Onder de hiervoor bedoelde bebouwing zijn gebouwen ten behoeve van dagrecreatie in de vorm van een kantine, onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen toegestaan, alsmede een uitkijktoren en een overkapping.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend:
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' waarbij:
Duiding evenement | Kleinschalig evenement | Middelgroot evenement | Grootschalig evenement | ||||||||
Geluidstijden (uitgezonderd achtergrondmuziek) | tot 19:00 uur | tot 22:00 uur | 02:00 uur | ||||||||
Maximaal aantal dagen per jaar | 12 | 12 | 3 | ||||||||
Maximum aantal bezoekers | 1.000 | 2.000 | 5.000 | ||||||||
Maximale geluidsbelasting dag (12.00 - 19.00 uur) |
55 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 65 dB(C) LCeq,3min op de gevel van gevoelige objecten(*) | 60 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 75 dB(C) LCeq,3min op de gevel van gevoelige objecten(*) | 65 dB(A) LAeq,3min op de gevel van gevoelige objecten (*) | 80 dB(C) LCeq,3min op de gevel van gevoelige objecten(*) | |||||
Maximale geluidsbelasting avond (19.00 - 24.00 uur) |
50 | 65 | 55 | 70 | 60 | 75 | |||||
Maximale geluidsbelasting nacht (00.00 - 12.00 uur) |
- | - | - | - | 55 | 70 |
*) De norm betreft het 'invallende' geluidsniveau op de gevel van gevoelige objecten (artikel 1 Wet geluidhinder)
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
waarbij de instandhouding en ontwikkeling van een groen karakter van het gebied wordt nagestreefd.
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1 mag bebouwing worden gebouwd ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde functies.
Voor het bouwen van recreatiewoningen cq. het plaatsen van vaste kampeermiddelen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van groepaccommodaties gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van feest- en vergaderlocaties en horecavoorzieningen, alsmede facilitaire voorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van een horecavoorziening gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde WA6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 6.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 6.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde WA6' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde WA7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 7.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 7.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 7.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde WA7' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 5.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, zonder de aanplant en instandhouding van een groenstructuur conform de in bijlage 1 opgenomen inrichtingstekening.
Het parkeren ten behoeve van de bestemming dient te allen tijde plaats te vinden binnen het betreffende bestemmingsvlak.
Tot een gebruik, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend, het gebruiken of laten gebruiken van gronden:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden of het gebruik uitdrukkelijk is toegestaan.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval niet gerekend, het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van in het plan genoemde maten en percentages, met dien verstande dat de afwijking beperkt blijft tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied Schoterpad 1 te Bant van de gemeente Noordoostpolder.
Behorend bij het besluit van ...