direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijke en functionele structuur
Plan: Wellerwaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00479-VS01

3.2 Ruimtelijke en functionele structuur

Het plangebied ligt in de lijn van Emmeloord naar het Kuinderbos. In onderstaande figuur (3.1) is deze corridor afgebeeld. De nummers 1 en 2 geven het plangebied Wellerwaard aan. Ten zuiden van nummer 2 ligt de golfbaan. De bestaande karakteristiek vormt het vertrekpunt voor de inrichting van de corridor en de Wellerwaard. De openheid en water zijn sterk bepalend. Typerend zijn de ruime maatvoering, de strakke functionele belijning en de op regionale schaal doorgevoerde scheiding van functies.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0022.jpg"

Figuur 3.1-A: Corridor Emmeloord-Kuinderbos (bron: Experimentenkader)

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0023.jpg"

Figuur 3.1-B: Legenda en ontwerpprincipes

Bij de keuze van het plangebied is rekening gehouden met de typische verkavelingstructuur in de Noordoostpolder en met gebieden met water(berging)mogelijkheden. Uiteindelijk is ervoor gekozen het plangebied te plaatsen in de hoekverdraaiing van de verkavelde akkerbouwpercelen ten zuiden van de Burchtweg.


Bijzondere elementen in (de omgeving) van het plangebied zijn het Friesepad, de Casteleynsplas en de voormalige vuilstort De Terp. De Kuinderweg is de enige hoofdweg die geen onderdeel uitmaakt van het assenstelsel of van de Ring. Het Kuinderbos heeft in tegenstelling tot andere bossen in de omgeving een rafelige bosrand. Daarnaast is opvallend dat de ontsluitingswegen in het plan niet volgens een strak ordeningsprincipe zijn geprojecteerd. Het ruimtelijk beeld is aan de ene zijde van de weg overwegend anders dan aan de andere zijde. Het verkavelingspatroon is in de corridor afwijkend ten opzichte van het gebruikelijke patroon.


Met het project Wellerwaard is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij deze bijzondere kenmerken van de corridor. Ook is de Wellerwaard de eerste autonome stedenbouwkundige ontwikkeling voor wonen in binnendijks gebied. Kortom, op meerdere vlakken is het project uniek te noemen.

Een nadere onderbouwing van het project Wellerwaard (in zijn omgeving) is te vinden in het addendum op het MER van 9 mei 2011. Dit addendum heeft betrekking op de volgende onderdelen:

  • 3. Het ontbreken van een totaalbeeld van de ontwikkeling van de Corridor.
  • 4. Een onvoldoende effectbeschrijving voor het aspect landschap.
  • 5. Het gebrek aan (locatie)alternatieven voor woningbouw met minder landschappelijke gevolgen.

Het addendum is opgenomen als Bijlage 10.

Het plangebied is onderverdeeld in 3 deelgebieden: een noordelijk deel (2 en 3) en zuidelijk deel (1). De begrenzing van de deelgebieden komt overeen met de oorspronkelijke kavelbreedte van 300 m. Om en om is gekozen voor open en dichte gebieden. Enerzijds benadrukt dit de polderstructuur en maakt het zichtbaar en beleefbaar; anderzijds maakt het de vertaalslag naar een toeristisch-recratieve verbinding tussen Emmeloord en Kuinderbos. Met het stedenbouwkundig ontwerp is zoveel mogelijk ingespeeld op de belevingskwaliteit van natuur en water in het plangebied zelf en in de directe omgeving. Elk deelgebied heeft zijn eigen sfeer, wat tot uitdrukking wordt gebracht in de inrichting van het openbaar gebied en de architectuur van de bebouwing.


De Wellerwaard steunt op 3 pijlers:

1. recreatieve voorzieningen - de Wellerwaard biedt een golfpark, een zwemplas, wandel- en fietsroutes, e.d.;

2. natuurlijke waarden - de Wellerwaard vormt een verbindende ecologische schakel tussen het Kuinderbos en de Casteleynsplas en Lemstervaart;

3. woonbebouwing - langs de Burchtplas en bebouwing ontstaat een route die uitnodigt voor een wandeling of fietstocht en die rust uitstraalt.


In figuur 3.2 is het plangebied afgebeeld waarbij onder andere verbindingen, ontsluitingen en zichtlijnen zijn geprojecteerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0024.jpg"

Figuur 3.2: plangebied Wellerwaard

Groen en waterstructuur

Groen en water zijn de belangrijkste planaspecten; het wonen is secundair. Het 42 ha grote waterbuffergebied is een brede strook nieuw natuurlijk gebied welke is uitgewerkt en wordt aangelegd door het waterschap. Dit gebied zorgt voor een buffer bij extreme regen of langdurige regenperiodes. Het gebied is zodanig vormgegeven dat de waterlijnen door de vele niveauverschillen behoorlijk kunnen wijzigen. In het ontwerp is veel aandacht besteed aan de toekomstige groenstructuur. Deze sluit aan bij de landschappelijke waarden in de huidige situatie.


Burchtplas

De Burchtplas wordt een recreatieplas waar recreatieve mogelijkheden voor alle doelgroepen en leeftijden aanwezig zijn. Naast zonnen en zwemmen zijn er vele vormen van dagrecreatie mogelijk. Watersporten als kanoën en waterfietsen behoren tot de mogelijkheden. Er zal een horecavoorziening worden gecreëerd met voldoende parkeervoorzieningen, zodat de aantrekkelijkheid van de Burchtplas en het (zwem)strand wordt verhoogd.


Recreatie/recreatieroutes

In het provinciaal Omgevingsplan Flevoland is de corridor als recreatief uitloopgebied aangemerkt. Het uitloopgebied kenmerkt zich door extensieve en intensieve recreatie-functies en biedt ruimte aan: groen/blauwe structuren, gebruiksnatuur en kleinschalig wonen. Het uitloopgebied heeft vooral een functie voor de eigen inwoners, maar er kunnen ook bovenregionale functies in geplaatst worden. Het gebied moet voor fietsers en wandelaars goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk en afwisselend zijn ingericht. De provincie richt zich op een werkgelegenheidsgroei voor de sector recreatie en toerisme van 5% per jaar.


De gemeente ziet goede mogelijkheden om de sector recreatie en toerisme in de corridor te versterken. De laatste jaren zijn tal van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen verspreid in de gemeente tot stand gekomen, zoals: een belevingscentrum voor de brandnetelteelt, vlindervallei, lavendelkwekerij, tulpenpluktuin, boerenshops, nostalgisch akkerbouwbedrijf. Het gemeentelijk beleid is gericht op stimulering en bundeling van nieuwe initiatieven in vooral de gebiedsontwikkeling Corridor.


Door de kern Emmeloord door middel van een recreatieve corridor te verbinden met het Kuinderbos, worden de recreatieve uitloopmogelijkheden voor met name de bewoners uit deze kern vergroot. Omdat de route Emmeloord-Kuinderbos vrij lang is, is het van belang attractieve elementen en toeristische vestigingen langs de route te ontwikkelen. De realisatie van een recreatief toeristische route tussen Emmeloord en het Kuinderbos is dan ook het centrale element uit de gebiedsvisie. Langs de route dienen belangrijke belevingselementen of toeristische vestigingen gelegen te zijn. De structuur van de gebiedsvisie is te verbeelden als een snoer met parels (zie figuur 3.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0025.jpg"

Figuur 3.3: Gebiedsvisie Corridor

In de gebiedsvisie corridor ligt nabij Emmeloord het accent op intensievere vormen van recreatie en toerisme. Bij het Kuinderbos op extensievere vormen: natuur, verblijfsrecreatie, landgoederen.


Verkeersontsluiting en parkeren

De hoofdontsluiting door het gebied is een route welke zich door het plangebied slingert en de verschillende gebiedstypen koppelt. Er is gekozen voor een dergelijke losse ontsluitingsstructuur als reactie op de rigide aanwezige ontsluitingsstructuur en het natuurlijke karakter van het gebied. Gemotoriseerd verkeer wordt geconcentreerd tot de beperkte verkeersaders. Speelplekken-/ruimten bevinden zich op veilige afstand van de verkeerssystemen.


Woningen binnen het plangebied hebben een opstelplaats voor minimaal twee auto's op eigen erf. In het openbare gebied zal voldoende ruimte worden gerealiseerd voor het incidenteel parkeren ten behoeve van de functie wonen. Binnen het recreatiegebied rondom de zwemplas worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd. Er wordt beoogd de parkeerdruk te spreiden door op meerdere locaties parkeergelegenheid te bieden. Dit faciliteert tevens het parkeren dat specifiek bedoeld is voor bestemmingsverkeer (wandelen, fietsen, etc.).

Essentie stedenbouwkundig plan

De essentie van het stedenbouwkundig plan is gelegen in de onderverdeling van het plangebied in deelgebieden met een eigen sfeer. Het onderscheid in sferen tussen de deelgebieden moet zowel door de inrichting van het openbaar gebied, als door de architectonische expressie van de bebouwing worden versterkt. Alle woningen profiteren optimaal van een ligging aan het water en/of een ligging met zicht op het polderlandschap. In totaal gaat het om maximaal 165 woningen. Deze zijn als volgt verdeeld over het plangebied.


Deelgebieden

De Wellerwaard kent drie deelgebieden:

  • zuidelijk plangebied 1 (maximaal 75 woningen);
  • noordelijk plangebied 2 (maximaal 30 woningen per cluster);
  • noordelijk plangebied 3 (maximaal 12 woningen per cluster).

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0026.jpg"


Figuur 3.4 geeft de ligging van de deelgebieden aan.

Zuidelijk plangebied 1

Naast de voorgestelde woningbouw moet het zuidelijk plandeel ook voorzien in een zwemplas van bijna 6 ha. met strand, horeca (inclusief beheerderswoning) en terras.

Het volledige plangebied kent een openbare ruimte die bijna volledig ten dienste staat van het landschap en de recreatieve beleving. Dit laatste komt tot uitdrukking in de routestructuren voor wandelen, fietsen en paardrijden. Het water biedt ruimte voor spelevaren, vissen en kanoën. Het landschap geeft bovendien aanleiding voor plukfruit en natuur- en cultuureducatie.

Noordelijk plangebied 2

Dit woongebied bestaat uit vier gebieden. Elk gebied is rondom afgeschermd met boombeplanting. Het betreft een samengesteld volume waarbij in de vier verschillende gebieden een wisselende compositie zal worden gevormd met dezelfde elementen. De gebieden kennen geen specifieke voor- of achtergevel maar zijn alzijdig. Woningen zijn vrijstaand, de eventuele appartementengebouwen kunnen projectmatig worden gerealiseerd. Deze gebieden kennen eventueel een hoogte-accent. Hier worden hoge architectonische eisen gesteld aan de uitwerking van de woningen.

Noordelijk plangebied 3

Dit woongebied bestaat uit drie ruime gezamenlijke landschappelijke kavels met vrijstaande woningen waarbij de ruimte rondom openbaar gebied blijft. De woningen bevinden zich in een parkachtig landschap. Het terrein zal lichtglooiend worden aangelegd met grote stukken bloemrijk grasland, solitaire bomen en struweel. Delen binnen dit gebied kunnen als gazon worden uitgemaaid. Aan de waterbufferzijde zal er sprake zijn van waterplantenvegetatie. Op de overgang van water en land zullen riet-, gras- en biezenvegetaties voorkomen.