direct naar inhoud van 2.3 Rijksbeleid
Plan: Wellerwaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00479-VS01

2.3 Rijksbeleid

Nota Ruimte

Het kabinet heeft zijn visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 vastgelegd in de "Nota Ruimte". De Nota Ruimte bevat hét ruimtelijk beleid van het kabinet en wordt zo veel meer een integraal product. Het kabinet heeft deel 3 van de planologische kernbeslissing (PKB) Nota Ruimte (het kabinetsstandpunt) - na overleg met de medeoverheden en andere relevante partijen - in april 2004 vastgesteld en de Vaste Commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) van de Tweede Kamer heeft de Nota Ruimte onder meer op 17 januari 2005 behandeld. De Eerste Kamer ging akkoord op 17 januari 2006.


Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. De nota kent daarnaast vier algemene doelen:


- versterken van de economie (oplossen van ruimtelijke knelpunten);

- krachtige steden en een vitaal platteland (bevordering leefbaarheid en economische vitaliteit in stad en land);

- waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden);

- veiligheid van de burgers (voorkoming van rampen).


Het kabinet hanteert als motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. In de Nota Ruimte geeft het kabinet aan welke waarden overal ten minste gegarandeerd worden (de basiskwaliteit) en voor welke ruimtelijke structuren het rijk een grotere verantwoordelijkheid heeft: de Ruimtelijke Hoofdstructuur. In deze Ruimtelijke Hoofdstructuur ligt een aantal belangrijke structuren (stedelijke netwerken, Ecologische Hoofdstructuur), projecten (Zuiderzeelijn, Schiphol) en gebieden (nationale landschappen) die het rijk van nationaal belang acht. Buiten de Ruimtelijke Hoofdstructuur zijn provincies en gemeenten in belangrijke mate verantwoordelijk voor de vormgeving en realisering van het ruimtelijk beleid. De Casteleynsplas behoort tot de Ecologische Hoofdstructuur.

Het kabinet streeft buiten de stedelijke netwerken naar basiskwaliteit en bereikbaarheid voor steden en dorpen. Steden worden ondersteund in hun functie van economische en culturele motor. In steden en dorpen wordt het draagvlak voor voorzieningen ondersteund. Het rijk beperkt zich tot het aangeven van kaders en normen. Uitgangspunt is dat iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Dat geldt ook voor meer landelijke gebieden. Behalve voor de eigen bevolkingsaanwas biedt de Nota Ruimte iedere gemeente ook voldoende ruimte voor de lokaal georiënteerde bedrijvigheid. Het is de bedoeling dat nieuwe bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Het is voor het rijk belangrijk dat betrokken overheden voldoende ruimte reserveren voor groengebieden en andere recreatiemogelijkheden om de stad en dat recreatieve landschappen ontstaan en/of behouden blijven.

Het beoogde project Wellerwaard draagt bij aan een economisch vitaal platteland. Daarnaast ligt in het ontwerp de nadruk op het waarborgen van de aanwezige natuurwaarden. Hiermee wordt aangesloten op de geformuleerde doelen in de Nota Ruimte.


Belvedère

In de zomer van 1999 is op initiatief van de ministeries van OC&W, LNV, VROM en V&W de beleidsnota Belvedère uitgebracht. Hiermee wilde men een omslag in het denken over cultuurhistorie tot stand brengen. Behoud door ontwikkeling is hierbij het credo. In deze nota staat centraal de instandhouding, versterking en verdere ontwikkeling van cultuurhistorische identiteit van een gebied of stad door een betere benutting van cultuurhistorische kwaliteiten bij ruimtelijke aanpassingen. Om dit te bereiken wordt een ontwikkelingsgerichte benadering voorgestaan die bestaande kwaliteiten als vertrekpunt hanteert en deze combineert met een beschrijving van de recente cultuurgeschiedenis, dynamiek en ontwikkelingspotenties van een gebied of stad. Bij cultuurhistorische identiteit van een gebied of stad kan worden gedacht aan zaken als archeologische resten, historische cultuurlandschappen en gebouwde monumenten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00479-VS01_0003.jpg"

De Noordoostpolder is aangewezen als Belvedère gebied. Belvedère is bovenal een zienswijze op het landschap en de vertaling daarvan in het stedenbouwkundig ontwerp en inrichting van het plangebied, waarbij rekening wordt gehouden met de artefacten uit het verleden.