De Munt A

6.2 Ruimtelijke visie

6.2.1 Huidige uitgangspunten

In de vigerende plannen is voorgesteld om de buitenzijde van het plangebied lage gebouwen te plaatsen en om de hoogte te laten oplopen naar het centrum van het plangebied: het omgekeerde kommodel. In feite reageren de plannen niet op die ingrediënten en ontwikkelingen. Vandaar dat een herijking van de ruimtelijke opzet gewenst is.

6.2.2 De vernieuwde stedenbouwkundige opzet

Als gekeken wordt naar het totale gebied van de ruimtelijke visie dan kan dat opgedeeld worden in zes gebieden. Hiervan komen er 5 voor in het onderhavige plangebied, alle gebieden met eigen kenmerken. Het is een plangebied dat gezien mag worden in het landschap. Langs de snelweg en de spoorlijn reagerend op de schaal van de snelweg, langs de Marknesserweg en de Muntweg reagerend op het schaalniveau van het stedelijk lichaam en vanuit het landschap op een stevige overgang; een volwaardig bedrijventerrein. Zie Bijlage 9 Stedenbouwkundige visie.

Door een veelbelovend collegeprogramma, een positieve houding vòòr aanleg van de Zuiderzeespoorlijn en een gewenste groei van de werkgelegenheid gaat Emmeloord en daarmee ook bedrijventerrein De Munt een schaalsprong tegemoet. Een schaalsprong die ook gewenst is in het kader van landelijk beleid en wetgeving. Met deze gedachte in het achterhoofd is de gebiedsindeling tot stand gekomen.

De algemene uitgangspunten luiden als volgt:

• langs de zichtlocaties aandacht voor de kwaliteit van de vormgeving;
• langs doorgaande wegen hogere stedenbouwkundige/architectonische kwaliteit;
• langs A6 hogere beeldkwaliteit vanwege visitekaartje van bedrijventerreinen NOP;
• subtiele overgang met het buitengebied;
• doorzichten naar het buitengebied zo veel mogelijk in stand houden;
• grootschalige doorlopende bebouwingswanden voorkomen;
• gebouwd complex dient een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de openbare stedelijke/landschappelijke ruimte;
• blinde, onaantrekkelijke gevels dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden en aan het zicht naar de openbare ruimte te worden onttrokken.

6.2.3 Beschrijving van de deelgebieden

Gebied 1 (ten oosten van de A6 en de Zuiderzeespoorlijn): hoogwaardige kantoor- en bedrijfsgebouwen, de blikvangers zijn goed te zien vanaf de snelweg, maar ook vanuit de verre omgeving. Daarnaast een hoogteaccent op hoek Marknesserweg en Kuinderweg.

Gebouwen op een plint, in de plint wordt het parkeren geplaatst, zodat het maaiveld ingericht kan worden als een park. Tussen deze kantoren en bedrijven wordt ruimte geboden voor een mogelijk toekomstig hoofdstation, Emmeloord CS. Kortom gebouwen in een parkachtige setting, waar het parkeren in of onder het gebouw is opgelost. Dat zal met name gerealiseerd worden in het nog te ontwikkelen bestemmingsplan "De Munt III".

Sfeerimpressie

Gebied 2: gebouwen lager dan in gebied 1. Een hoogteverschil dat zorgt voor een zachte overgang naar de hogere elementen langs de snelweg, het landelijk gebied en het gebied langs Zwolse Vaart. De voorgestelde bebouwing langs Marknesserweg en Muntweg begeleidt de gebiedsontsluiting en zorgt voor een aangename binnenkomst. Tevens worden we verrast door een hoger complex langs de Marknesserweg.

Gebied 3: het "binnenterrein". Hier wordt een hoogte voorgesteld met een maximum van 35 meter. Het niet bepalen van de minimale hoogte zorgt ervoor dat de reeds aanwezige bebouwing gerespecteerd wordt, maar dat er ook ruimte voor een speelse skyline zal ontstaan.

Gebied 4: overgangsgebied langs de Zwolse Vaart en het landelijk gebied. Hier wordt vooral de kleinschalige bebouwing voorgesteld, in de lijn van het bestaande. Functioneel is de oostzijde van dit gebied (Ecopark) ingericht als hoogwaardig en thematisch woon/werkgebied. Het westelijk gebied (Zwolse Vaart) is een ouder deel van het bedrijventerrein, met enkele waardevolle gebouwen. Verpaupering en kapitaalintensieve herstructureringsopgaves moeten in dit gebied worden voorkomen, door onder andere het toestaan van meer bijzondere functies op het gebied van bijvoorbeeld Leisure, in daartoe toereikende gebouwen. Er kan op die manier ook een win-win situatie ontstaan. (Zoals hergebruik van een waardevol pand).

Gebied 5: is de overgang van het binnenterrein en het landelijk gebied. Voorgesteld wordt om hier een 3-lagenbebouwing als maximum aan te wijzen. Drie lagen reageert op de in het landelijk gebied aanwezige gemiddelde loods.

Gebied 6: de toekomstige uitbreiding van het plangebied (optioneel). Dit is nu nog landelijk gebied en niet in het onderhavige plan meegenomen.