direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied 2014, 14e herziening De Noord 34
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991358-VB01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassing verklaring

  • a. Op deze partiële herziening zijn de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014', vastgesteld op 6 maart 2014 door de gemeenteraad van Kampen van toepassing, voor zover in de regels van dit plan niet anders is bepaald.
  • b. De regels in dit bestemmingsplan vervangen de volgende regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014' als volgt:
    • 1. artikel 17.2.3 wordt vervangen door artikel 3.1.1.

Artikel 2 Begrippen

2.1 het plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014, 14e herziening De Noord 34' van de gemeente Kampen;

2.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0166.00991358-VB01 met de bijbehorende regels;

2.3 bestemmingsplan 'Buitengebied 2014'

het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014', met identificatienummer NL.IMRO.0166.00991134-VB01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Kampen op 6 maart 2014.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

3.1 Bouwregels
3.1.1 Verblijfsrecreatie 3

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 3' zijn toegestaan:

  • a. recreatiewoningen en kampeermiddelen, met dien verstande dat:
    • 1. kampeermiddelen en recreatiewoningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. het totaal aantal kampeermiddelen en recreatiewoningen niet meer dan 2 mag bedragen;
    • 3. de oppervlakte inclusief bijbehorende bouwwerken niet meer dan 75 m² mag bedragen per kadastraal perceel;
    • 4. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
    • 5. de breedte niet meer dan 5 m mag bedragen;
    • 6. de korte zijde op het Ganzendiep moet zijn gericht;
    • 7. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 2,5 m mag bedragen;
    • 8. afwijkingen in maten, afmetingen en situering van bestaande legale bouwwerken gehandhaafd mogen worden;
  • b. bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
    • 1. bijbehorende bouwwerken uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, dan wel ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
    • 2. vrijstaande en aangebouwde bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan, waarbij geldt dat:
      • 1. het aantal vrijstaande bijbehorende bouwwerken per recreatieperceel niet meer dan 1 mag bedragen
      • 2. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan 10 m² mag bedragen, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een grotere oppervlakte is aangegeven;
      • 3. de gezamenlijke oppervlakte aan recreatiewoningen of kampeermiddelen inclusief de bijbehorende bouwwerken op het recreatieperceel niet meer dan 75 m² mag bedragen;
      • 4. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken 3,5 m mag bedragen;
      • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen;
      • 6. de afstand van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 2,5 m bedragen;
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014, 14e herziening De Noord 34'.