direct naar inhoud van Regels
Plan: Zorg en wonen: woningsplitsing, woningomzetting en kamerbewoning (parapluplan)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991291-VB01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In de regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Zorg en wonen: woningsplitsing, woningomzetting en kamerbewoning (parapluplan)' met identificatienummer NL.IMRO.0166.00991291-VB01 van de gemeente Kampen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestaande situatie
  • met betrekking tot bebouwing:
    legale bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
  • met betrekking tot gebruik:
    het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning;
1.4 gebruiksoppervlakte wonen

de bewoonbare vloeroppervlakte, exclusief opslagruimten en dergelijke op basis van de Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN 2580;

1.5 huishouden

één of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, waarbij ingeval van meerdere personen sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;

1.6 kamerverhuur/-bewoning

in gebruik (laten) hebben en/of (laten) geven van een (gedeelte van een) woning/zelfstandige woonruimte of een (gedeelte van een) gebouw waarin wonen is toegestaan, als onzelfstandige woonruimte;

1.7 onzelfstandige woonruimte

woonruimte die niet voldoet aan de begripsbepaling zelfstandige woonruimte;

1.8 wonen

de (nagenoeg) zelfstandige bewoning van een woning conform het begrip woning;

1.9 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.10 woningsplitsing

het bouwkundig en/of functioneel splitsen van een (gedeelte van een) woning/zelfstandige woonruimte of een (gedeelte van een) gebouw waarin wonen is toegestaan, tot twee of meer woningen/zelfstandige woonruimten;

1.11 woningomzetting

het omzetten van een (gedeelte van een) woning/zelfstandige woonruimte of een (gedeelte van een) gebouw waarin wonen is toegestaan, naar één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n), alsook het omzetten van één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n) naar één of meerdere woningen/zelfstandige woonruimten;

1.12 woonruimte

besloten ruimte die, al dan niet tezamen met andere ruimten, bestemd of geschikt is voor (nagenoeg) zelfstandige bewoning door één huishouden;

1.13 zelfstandige woonruimte

woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en keuken) buiten de woonruimte;

Artikel 2 Van toepassing verklaring

2.1 Van toepassing verklaring
  • a. Dit parapluplan is van toepassing is op alle geldende bestemmingsplannen (waaronder tevens begrepen partiële herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen) binnen het grondgebied van de gemeente Kampen, waarin wonen en/of woonfuncties zijn toegestaan.
  • b. De begrippen en regels uit dit parapluplan gelden als aanvulling op de onder a genoemde bestemmingsplannen, voor zover die bestemmingsplannen deze begrippen en regels niet kennen.
  • c. Voor zover de onder a genoemde bestemmingsplannen wel één of meer begrippen en regels kennen die strijdig zijn met de begrippen en regels van dit parapluplan, worden deze vervangen door de begrippen en regels van dit parapluplan en blijven voor het overige onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene bouw- en gebruiksregels

4.1 Algemene bouwregels

Het is verboden de volgende bouwactiviteiten uit te voeren:

  • a. woningsplitsing;
  • b. woningomzetting;

tenzij het een bestaande situatie betreft.

4.2 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, onder a, een omgevingsvergunning verlenen indien wordt voldaan aan een minimale gebruiksoppervlakte wonen na splitsing van 60 m² per woning en/of zelfstandige woonruimte.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, onder b, een omgevingsvergunning verlenen indien:
    • 1. wordt voldaan aan een minimale gebruiksoppervlakte wonen van 25 m² per onzelfstandige woonruimte bij woningomzetting naar onzelfstandige woonruimte(n); en
    • 2. niet meer dan 4 onzelfstandige woonruimten per woning en/of zelfstandige woonruimte ontstaan.
  • c. In aanvulling op de voorwaarden genoemd onder a en b geldt dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.3 Algemene gebruiksregels

Het is verboden om de volgende activiteiten uit te voeren:

  • a. het gebruik van een woning en/of woonruimte dat leidt tot woningsplitsing;
  • b. het gebruik van een woning en/of woonruimte dat leidt tot woningomzetting;
  • c. kamerverhuur-/bewoning;

tenzij het een bestaande situatie betreft.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

1. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 4.3, onder a, een omgevingsvergunning verlenen indien:

  • a. er sprake is van een minimale gebruiksoppervlakte wonen na splitsing van 60 m² per woning en/of zelfstandige woonruimte;
  • b. de behoefte ten behoeve van de beoogde doelgroep is onderbouwd en aangetoond;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de Nota Parkeernormen van de gemeente Kampen, zoals die geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 4.3, onder b, een omgevingsvergunning verlenen indien:

  • a. er sprake is van een minimale gebruiksoppervlakte wonen van 25 m² per onzelfstandige woonruimte bij woningomzetting naar onzelfstandige woonruimte(n);
  • b. de behoefte ten behoeve van de beoogde doelgroep is onderbouwd en aangetoond;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de Nota Parkeernormen van de gemeente Kampen, zoals die geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

3. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 4.3, onder c, een omgevingsvergunning verlenen indien:

  • a. er sprake is van een minimale gebruiksoppervlakte wonen van 25 m² per onzelfstandige woonruimte;
  • b. de behoefte ten behoeve van de beoogde doelgroep is onderbouwd en aangetoond;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de Nota Parkeernormen van de gemeente Kampen, zoals die geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Bouwwerken
5.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 5.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 5.1.1 met maximaal 10%.

5.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Gebruik
5.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.2.1 , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.2.4 Uitzonderingen op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Zorg en wonen: woningsplitsing, woningomzetting en kamerbewoning (parapluplan)'.