Plan: | IJsseldelta-Zuid, 1e herziening Reevediep |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0166.00991211-VB01 |
In de regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan IJsseldelta-Zuid, 1e herziening Reevediep met identificatienummer NL.IMRO.0166.00991211-VB01 van de Gemeente Kampen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
die vormen van openluchtrecreatie, waarbij vooral het landschap of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd, zoals wandelen, fietsen en varen, waarbij relatief weinig recreanten aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid en die plaatsvinden in een gebied met daarbij behorende voorzieningen zoals paden en steigers;
de ruimte die door een plezier- of vrachtvaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, wordt ingenomen, waarbij het vaartuig gedurende het gebruik van de ligplaats direct met het land is verbonden;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, voorkomende in dat gebied;
het onderhoud en/of de exploitatie, dat in verband met alle ter plaatse voorkomende bestemmingen en aanduidingen regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming dan wel aanduiding behoren;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondlaag, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder duikers en dammen.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 3.2.1 en 3.2.2 mag ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' tevens een bouwwerk in de vorm van een tunnel worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 en/of 3.2.2 voor de bouw van een bouwwerk in de vorm van een observatiehut', met inachtneming met de volgende voorwaarden:
Onder gebruik van gronden in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Natuur” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in 3.5.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De in 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredig nadeel ontstaat voor de landschappelijke of natuurwaarden van het gebied.
De voor “Water” aangewezen gronden met de bestemming “Water” zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd;
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
De voor “Waarde - Archeologie 2” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 5.2.1 sub a, wint zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde onder 5.2.1 sub a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch bureauonderzoek met eventueel inventariserend veldonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Waarde - Archeologie 2” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 5.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 5.3.1 wordt verleend:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in 5.3.1 sub a, wint zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 2” geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor “Waterstaat - Waterstaatkundige functie” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor berging en afvoer van water, ijs en sediment, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
In aanvulling op het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 6.1 bedoelde gronden tevens bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
De gronden ter plaatsen van de volgende aanduidingen mogen uitsluitend worden ingericht overeenkomstig de vegetatieklassen zoals opgenomen in bijlage 1, Klassenindeling vegetatie:
Aanduiding | Vegetatieklasse |
'vegetatie 1' | water |
'vegetatie 2' | verhard oppervlak |
'vegetatie 3' | gras en akker |
'vegetatie 4' | riet en ruigte |
'vegetatie 5' | natuurlijk en verruigd grasland met max. 10% houtige opslag |
'vegetatie 6' | begraasd mozaïekstruweellandschap 70/30 |
'vegetatie 7' | bos |
Voor zover in dit plan een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid uit te voeren, geldt dit verbod niet voor werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden die worden gerealiseerd overeenkomstig de klassenindeling vegetatie.
Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzi-gingsbevoegdheid ter plaatse van de in lid 26.1 bedoelde gronden, wordt niet eerder genomen dan nadat advies is gevraagd aan de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Binnen het plangebied mogen windmolens ten behoeve van energieopwekking niet worden gebouwd.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt niet verstaan het aanleggen of laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een in 10.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Indien bij het gebruik van de gronden voor bebouwing en anders dan voor bebouwing als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 4 op deze gronden tevens een dubbelbestemming van toepassing is, geldt primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.
Voor zover op gronden meerdere dubbelbestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 5 tot en met 6 gelden, zijn voor zover de voor die dubbelbestemmingen geldende regels ten aanzien van bebouwing of gebruik niet met elkaar verenigbaar zijn, de regels van toepassing die gelden voor de dubbelbestemming met de hoogste prioriteit volgens de volgorde die is aangegeven in onderstaand schema:
Bestemming | Artikelnummer | Volgorde |
Waarde - Archeologie 2 | 5 | 1 |
Waterstaat - Waterstaatkundige functie | 6 | 2 |
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 13.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 13.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 13.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 13.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 13.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan IJsseldelta-Zuid, 1e herziening Reevediep van de gemeente Kampen".