direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Parallelweg 2 IJsselmuiden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991111-OW01

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Kampen 2030 (2009)

Op 28 mei 2009 is de Structuurvisie 2030 Kampen vastgesteld door de gemeenteraad. Dit strategische document bevat de uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid. In de visie wordt aangegeven hoe de gemeente verwacht het ruimtelijk beleid te gaan uitvoeren in de komende jaren. De structuurvisie is een richtinggevend document.

De structuurvisie spreekt zich uit over de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente Kampen. Het doel van deze visie is om de verschillende belangen, bijvoorbeeld tussen stad, landschap, water en gemeenschap zorgvuldig af te wegen en de neuzen in dezelfde richting te krijgen. De structuurvisie is niet sectoraal, maar een integraal document. Zij beschrijft de huidige en gewenste waarden en kwaliteiten voor de landschappen, de kleine kernen en de stad en kijkt daarbij tevens vooruit naar 2030.

De structuurvisie biedt een kader, waarin aanspraken op de ruimte kunnen worden afgestemd en gecombineerd. De visie is niet primair gericht op uitbreiding, maar net zo goed op behoud en verbetering van de bestaande ruimtelijke en sociale kwaliteiten. In de structuurvisie wordt een beeld geschetst van zowel de samenleving als de ruimtelijke omgeving van Kampen. Er wordt gestuurd op ruimtelijke structuren: waar gebeurt wat, op welke manier, op welk moment en waarom. De structuurvisie is een richtinggevend document, om voor de langere termijn de ruimtelijke samenhang tot stand te brengen en bezit daarom een zekere mate van globaliteit en abstractie. Het vormt de basis voor het toekomstig beleid. Ter uitwerking van de structuurvisie worden masterplannen, uitwerkingsplannen en bestemmingsplannen opgesteld.

De belangrijkste opgaven

In de structuurvisie staat een aantal opgaven omschreven die van invloed is of betrekking heeft op het projectgebied. Deze opgaven zijn een uitwerking van onder andere het ontwikkelingsperspectief uit de provinciale Omgevingsvisie, maar wijkt hiervan ook op onderdelen af. De opgaven uit de structuurvisie met betrekking tot het projectgebied zijn:

a. Wonen: voor de kern IJsselmuiden is een plancapaciteit vastgelegd tussen 2005 en 2030 van circa 1050 woningen;

b. Werken: de Koekoekspolder als glastuinbouwgebied is aangewezen als een te intensiveren en eventueel uit te breiden gebied ten behoeve van voorzieningen als waterberging en een groene inpassing;

c. Water, natuur, recreatie en landschap: het centrale doel is het verbeteren van de veiligheid van het landschap voor overstroming van de IJssel, het beschermen en ontwikkelen van landschappen en natuurgebieden en het uitbouwen van de recreatieve mogelijkheden rond landschap, water en historische binnenstad. Voor het projectgebied betekent dit bijvoorbeeld de aanleg van fiets-, wandelpaden en kanoroutes, en

d. Natuurcompensatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991111-OW01_0002.png"

Afbeelding 2: Uitsnede Structuurvisiekaart gemeente Kampen.

Op de uitsnede van de Structuurvisie (afbeelding 2) is te zien dat het projectgebied buiten het gebied "Ontwikkeling glastuinbouw Polder de Koekoek" valt (lila arcering). Het project kent de volgende arceringen:

- aansluiten op linten (wonen), en

- IJsselmuiden, de linten (ruimtelijke structuur).


De arceringen duiden op (woon)bebouwing in aansluiting op de kern IJsselmuiden. De beoogde ontwikkeling is niet strijdig met de opgaven die beschreven worden in de structuurvisie en sluit aan bij de opgaven uit de structuurvisie.
De inrichting van het projectgebied bestaat uit de volgende elementen:

- de aanleg van wandelpaden;

- minder bebouwing en verharding ten opzichte van de huidige situatie;

- de aanleg van nieuwe waterlopen en meer ruimte voor het vasthouden of bergen van water, en

- het bouwen van woningen in een (voor dit gebied van oudsher kenmerkende) ervenstructuur.


2.3.2 Gebiedsvisie Dorpsrand IJsselmuiden

Momenteel wordt de Structuurvisie 2030 van de gemeente Kampen nader uitgewerkt in gebiedsvisies, waarin de uitgangspunten van de structuurvisie voor diverse deelgebieden nader uitgewerkt worden. Eén van deze deelgebieden is de dorpsrand van IJsselmuiden en het tuinbouwgebied Koekoekspolder. In deze gebiedsvisie worden ook uitgangspunten gegeven voor woningbouw in het “tusenland”: het overgangsgebied tussen de lager gelegen Koekoek en het hoger gelegen rivierduin, waar ook het projectgebied is gesitueerd. Deels betreft het tussenland een grootschalig veengebied, deels een meer kleinschalig verveningslandschap, een gebied waar het veen ooit is afgegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991111-OW01_0003.png"

Afbeelding 3: Ligging projectgebied op basis van Gebiedsvisie Dorpsrand IJsselmuiden-Koekoek

Binnen de landschappelijke structuur is in het projectgebied in aansluiting op de dorpsrandvisie ruimte voor de ontwikkeling van royale, landelijke kavels, in combinatie met de aanleg en het beheer van weides, tuinen, natuurgebiedjes en waterbergingsruimte. Voorwaarde is dat nieuwe woningen aangepast zijn aan de natte omstandigheden. De ontwikkeling kan plaats vinden vanuit de transformatie van bestaande erven en glastuinbouwlocaties, maar ook op nieuwe locaties.

Het bestemmingsplan is op basis van voornoemde bouwstenen opgesteld. Het betreft hier de transformatie van een bestaand glastuinbouwbedrijf naar drie kleine erven. De erven zijn met bomensingels en watergangen omgeven. Hiernaast worden rondom de woningen weides aangelegd, uitdrukkelijk voor agrarisch gebruik. Verder is door middel van een op maat gemaakt beeldkwaliteitsplan geregeld dat de architectuur een landelijke, bij de omgeving passende, uitstraling krijgt. Tevens bestaat in het projectgebied een (openbaar) wandelpad aan te leggen, waarmee tegemoet kan worden gekomen aan de wens om in het tussenland een fijnmazig wandelwerk te realiseren.

2.3.3 Landschapsontwikkelingsvisie Nationaal Landschap IJsseldelta

Met het landschapsontwikkelingsplan willen de gemeenten Zwolle, Zwartewaterland en Kampen zich inzetten voor het behoud en de versterking van de kwaliteiten en kenmerken van het aanwezige landschap binnen deze gemeenten. De zwakkere plekken worden verstevigd en samenhang in verscheidenheid wordt aangebracht. Dit dient te gebeuren door beheer, herstel en nieuwe aanleg van elementen.

Het landschapsontwikkelingsplan wordt door de gemeenten gebruikt om mede sturing te geven aan ontwikkelingen in het buitengebied. De visie op het landschap en de ontwikkelingen in de komende 10 jaar zijn daarvoor de basis. Met deze visie in de hand kunnen de gemeenten vervolgens nagaan op welke wijze landschapsdoelen te realiseren zijn en hoe ontwikkelingen bij te sturen zijn, zodanig dat deze passen in de landschapsontwikkelingsvisie. Het gaat hierbij om ontwikkelingen die op enigerlei wijze een invloed hebben op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied van de drie gemeenten. De ontwikkelingen kunnen zowel groot- als kleinschalig zijn, kunnen afkomstig zijn van particulieren of organisaties, maar het kunnen ook initiatieven van de gemeenten zelf of van andere overheden zijn. Dit landschapsontwikkelingsplan is niet rechtstreeks bindend voor burgers, organisaties of bedrijven. De grote lijnen in de gemeentelijke ruimtelijke ontwikkelingen zijn neergelegd in gemeentelijke structuurvisies.

In de Landschapsontwikkelingvisie zijn landschappelijke kernkwaliteiten verbeeld in een beeldstructuur. Het doel is een doorontwikkeling van deze beeldstructuur. Initiatieven binnen het gebied van de Landschapsontwikkelingvisie dienen bij te dragen aan deze ontwikkeling van het landschap. Op de landschapstypenkaart ligt het projectgebied in gebied 8: “droogmakerij Koekoekspolder".

Het glastuinbouwgebied Koekoekspolder ligt als afgerond blok in één van de compartimenten van de Polder Mastenbroek. Voor de overgang van glastuinbouw naar de open polder, waarin het plangebied gelegen is, wordt een stadsrandstudie opgesteld.

Per landschapstype is een ontwikkelkaart opgesteld. Onderstaand wordt ingegaan op de wijze waarop de beoogde ontwikkeling hierop aansluit.

De beoogde ontwikkeling draagt bij aan de voor dit gebied gewenste gevarieerde ecologische zone aan de west- en noordzijde van de polder. Daarnaast wordt er veel waarde gehecht aan het stevig en eenduidig casco van watergangen en bermen langs infrastructuur. Deze blijven intact en er worden nieuwe watergangen gegraven. Bij het versterken van het landschap kan de beplanting op en rondom erven eveneens als voorwaarde worden gezien. Onderdeel van de beoogde ontwikkeling is dan ook het aanleggen van groen tussen de erfclusters, één en ander in lijn met de beschrijving op de ontwikkelkaart: groen in de vorm van grasbermen en kleine weides. De nieuwe woonbebouwing is passend binnen het gebied en wordt niet als storend worden ervaren vanwege de al aanwezige grote diversiteit in bebouwing, kleur stenen, bouwjaar en type.

De beoogde ontwikkeling sluit eveneens aan bij de gewenste versterking van het landschap aan de westrand van de droogmakerij Koekoekspolder. Het terugbrengen van watergangen en kleine weides is een versterking van het landschap. De bebouwing, inclusief groene omranding, past binnen de omschrijving op de ontwikkelkaart.

2.3.4 Woonvisie 2010-2020 (2010) en Lokaal Woonplan (2012)

In de Woonvisie worden de verschillende woonbelangen in balans gebracht. De visie is daarom niet alleen gericht op de kwantiteit en kwaliteit van nieuw te bouwen woningen maar ook op de bestaande voorraad. Niet alleen gericht op een passende sociale huurvoorraad, maar ook bijvoorbeeld op het stimuleren van particuliere bouw met vrije bouwkavels. Daarnaast wordt erin gestreefd naar maatwerk voor diverse doelgroepen. Het bevorderen van de samenhang tussen wonen, welzijn en zorg is daarvan een voorbeeld.

Ook worden er in de visie toekomstige ontwikkelingen geschetst. Deze hangen samen met een groei van Kampen naar 60.000 inwoners, de toenemende vergrijzing, de toenemende behoefte aan het combineren van wonen, zorg en welzijn en het zoeken naar een goed woningaanbod dat aansluit bij de woonwensen.

De Woonvisie Kampen is op 3 juni 2010 vastgesteld door de gemeenteraad. De woonvisie is daarmee een verdere uitwerking van het onderdeel wonen uit de structuurvisie Kampen 2030. De lijnen uit de structuurvisie worden gevolgd. Van de totale woningbouwproductie is 25% in IJsselmuiden gepland. Hiermee is de productie voor IJsselmuiden voldoende om de groei van de eigen bevolking in IJsselmuiden op te vangen. De groei van buiten de gemeente wordt voorzien in de stad Kampen. De toevoeging van elf nieuwe woningen in het projectgebied past binnen het woningbouwprogramma.
Naar verwachting worden de woningen na 1 januari 2014 opgeleverd.

2.3.5 Groenstructuurvisie (2012)

Het groen in de bebouwde omgeving bepaalt mede de kwaliteit van het woon- en leefmilieu voor alles en iedereen die er gebruik van maakt. De gemeente Kampen voert een groenbeleid om hier gericht op te kunnen sturen. In de Groenstructuurvisie zijn de ambities en doelen op het gebied van groen vastgelegd. Met het vaststellen van de visie - 4 oktober 2012 - is het Groenbeleidsplan 2004 komen te vervallen.

De Groenstructuurvisie heeft betrekking op het totale areaal openbaar groen van de bebouwde kommen van Kampen, IJsselmuiden en de kleine kernen. Daarnaast geeft de visie aan welke particuliere groengebieden van betekenis zijn voor de groenstructuur.

Betreffend plangebied is niet gelegen in de bebouwde kom en valt daarmee niet onder het beleid van de Groenstructuurvisie.

2.3.6 Extern veiligheidsbeleid (2007)

De gemeente Kampen wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. Om die verantwoordelijkheid in te vullen, heeft de gemeente Kampen samen met Haskoning Nederland B.V. Milieu het externe veiligheidsbeleid geformuleerd. Doel van het externe veiligheidsbeleid is om duidelijk te maken welke externe veiligheidsrisico's in de gemeente Kampen aanwezig zijn en hoe met deze en toekomstige risico's dient te worden omgegaan.

Risicobronnen bestaan uit risicovolle inrichtingen en transportassen en buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit een inventarisatie blijkt dat zich in Kampen relatief weinig risicobronnen bevinden. De gemeente Kampen kent 8 BEVI-inrichtingen en 8 inrichtingen die vallen onder de drempelwaardenlijst in het kader van het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (propaantanks, opslag van gevaarlijke stoffen en houtopslag).

Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vindt plaats over weg, spoor, water en buisleiding. De gemeente heeft in 2001 een routering voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Ook ontheffingroutes zijn bepaald.

Op basis van de uitgevoerde inventarisaties is geconstateerd dat binnen de gemeente Kampen geen grote knelpunten aanwezig zijn voor wat betreft de bescherming van individuele burgers (plaatsgebonden risico). Wel is een aantal situaties aanwezig met een verhoogd risico voor groepen (groepsrisico). Daarnaast vormt de ligging van de bestaande transportassen en buisleidingen wel een aandachtspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij bestaande situaties is het niet altijd mogelijk om de uitgangspunten en ambities toe te passen. Voor bestaande situaties geldt dat deze worden geaccepteerd indien ze voldoen aan de wettelijke grens- en richtwaarden. Indien niet aan wettelijke grenswaarden wordt voldaan, dient naar een (snelle) oplossing van de situatie gezocht te worden. Bron- en effectmaatregelen lopen daarbij vooruit op saneringsinstrumenten. Bij een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico in bestaande situaties, dienen de hulpdiensten bijzondere aandacht te besteden aan de voorbereiding op een eventuele calamiteit (eventueel wordt de regionale brandweer om advies gevraagd).

In het geval van nieuwe situaties worden in woongebieden geen risicobronnen geïntroduceerd. Kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten mogen niet binnen de 10-6 contour van een risicobron liggen. Daarnaast is een toename van het groepsrisico door risicobronnen niet toegestaan. Een toename van het groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is wel toegestaan, mits:

  • er invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • de risicobron actief wordt benaderd teneinde de risico's zo mogelijk te minimaliseren;
  • de oriënterende waarde voor het groepsrisico in nieuwe situaties als richtwaarde wordt beschouwd.

In paragraaf 3.3.5 wordt ingegaan op het punt externe veiligheid.

2.3.7 Welstandsnota (2004)

In de Woningwet is vastgelegd voor welke bouwwerkzaamheden een bouwvergunning nodig is. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is bepaald welke bouwwerken vergunningsvrij zijn en voor welke bouwwerken een bouwvergunning aangevraagd moet worden. Alle vergunningplichtige bouwwerken dienen te worden getoetst aan welstandseisen.

De gemeente heeft een Welstandsnota vervaardigd. Deze Welstandsnota gaat over de kwaliteit van de bebouwing in de gemeente Kampen. Oude en nieuwe gebouwen in al hun verscheidenheid vormen met elkaar het aanzien en daarmee de welstand van de gemeente. De gemeente Kampen wil dan ook zorgvuldig omgaan met de bebouwing in de gemeente. Daarnaast wil zij ook haar burgers inspireren en stimuleren zorgvuldig om te gaan met verbouwingen aan hun gebouwde eigendommen. Deze Welstandsnota is daartoe geschreven.

De Welstandsnota is bedoeld om te inspireren en waar mogelijk een nieuwe kijk te bieden op de dagelijkse leefomgeving. Door de Welstandsnota wordt de burger en de aanvrager van een bouwaanvraag inzicht geboden en verheldering gegeven over de beoordeling van (zijn of haar) bouwplannen.

De gemeente heeft per deelgebied vastgelegd welke criteria toegepast dienen te worden. In de Welstandsnota is de gemeente opgedeeld in een aantal deelgebieden. Over het plangebied wordt het volgende aangegeven:

Het projectgebied ligt in het gebied "Polder de Koekoek" van de welstandsnota gemeente Kampen. De beoogde ontwikkeling sluit aan bij de als gewenste ontwikkeling benoemde gevarieerde ecologische zone aan de westzijde. Eveneens gewenst is de beplanting rondom en op de erven en het (behouden van het) stevig en eenduidig casco van watergangen en bermen langs infrastructuur.

Onderdeel van de beoogde ontwikkeling is het terugbrengen van de karakteristieke verkavelingsstructuur in het projectgebied. De nieuwbouw sluit aan bij de karakteristieke erf- en woonbebouwing van de Koekoekspolder. De ontwikkeling sluit daarmee aan op de gebiedsbeschrijving en de welstandscriteria uit de vigerende welstandsnota. Als onderdeel van de welstandsnota is een op maat gesneden beeldkwaliteitsplan voor het projectgebied opgesteld.

Voor een uitgebreide beschrijving van de welstandscriteria wordt verwezen naar de Welstandsnota.