direct naar inhoud van Artikel 14 Woongebied - Uit te werken
Plan: Het Meer 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991086-VB01

Artikel 14 Woongebied - Uit te werken

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Woongebied - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in grondgebonden en gestapelde woningen;
  • b. ondergrondse en bovengrondse parkeervoorzieningen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in 14.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

14.2.1 Woningaantallen

Het maximaal aantal woningen van de binnen de bestemming Woongebied - Uit te werken te bouwen woningen mag niet minder dan 170 woningen en niet meer dan 200 bedragen.

14.2.2 Beroepen of bedrijven aan huis

Het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis kan worden toegestaan, wanneer aan de volgende regels wordt voldaan:

  • a. ten hoogste 25% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 40 m², mag worden aangewend ten behoeve beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis als genoemd in de lijst beroep en bedrijf aan huis zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst beroep en bedrijf aan huis , dan wel beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in deze lijst genoemde activiteiten;
  • b. behoudens productiegebonden detailhandel, is detailhandel niet toegestaan;
  • c. behoudens Bed&Breakfast, is horeca niet toegestaan;
  • d. het gebruik brengt geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast met zich mee;
  • e. het gebruik is zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten met het woonkarakter in overeenstemming;
  • f. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd.
14.2.3 Groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en/of water

Van het bestemmingsvlak dient niet minder dan 5 % te worden bestemd voor groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en/of water.

14.2.4 Parkeren

Ter bepaling van het aantal benodigde parkeerplaatsen geldt dat voldaan moet worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 Parkeerkencijfers ASVV .

14.2.5 Bijzondere bepalingen
  • a. bebouwing voor geluidgevoelige functies dient zodanig te worden geprojecteerd dat de voorkeursgrenswaarde in acht wordt genomen. Hiervan mag alleen worden afgeweken in geval een hogere waarde is verleend in het kader van een hogere waarde procedure (die ten behoeve van het uitwerkingsplan moet worden gevolgd). De toetsing van de geluidbelasting geschiedt alleen ter plaatse van geluidgevoelige gebouwen ter hoogte van gevels als gedefinieerd in de Wet geluidhinder;
  • b. bebouwing van functies gevoelig voor milieuhinder dient zodanig te worden geprojecteerd dat geen ontoelaatbare hinder zal worden ondervonden vanwege in de nabijheid (potentieel) gelegen bedrijvigheid;
  • c. voor ieder uitwerkingsplan dient een berekening van de oriënterende waarde uitgevoerd te worden. Het uitwerkingsplan dient te voldoen aan de eisen die in het gemeentelijk veiligheidsbeleid zijn gesteld voor een woonomgeving zoals dat geldt ten tijde van vaststelling van het uitwerkingsplan. In dat kader dient ook een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.
14.3 Bouwregels
14.3.1 Bouwverbod

Zolang en voor zover deze uitwerking geen rechtskracht heeft, mogen de gronden niet worden bebouwd.

14.3.2 (Hoofd)gebouwen

Voor een (hoofd)gebouw gelden de volgende regels:

  • 1. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 11 m bedragen;
  • 2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 m bedragen.
14.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van beeldkwaliteit en een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen, kapsoort en nokrichting van bebouwing.

14.5 Afwijken van de bouwregels
14.5.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.3.1 en toestaan dat er ten dienste van de in voorbereiding zijnde bestemming wordt gebouwd.

14.5.2 Afwegingskader

Een in 14.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan;
  • b. belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.