direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Plan: Buitengebied, partiële herziening Bisschopswetering 79
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991023-OW01

Artikel 3 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het agrarische bedrijf, met dien verstande dat per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf en 1 bedrijfswoning is toegestaan,
  • b. de waterhuishouding;

en, als nevenactiviteit ondergeschikt aan de bestemming er plaatse van de aanduiding 'verkoop eigen producten', voor :

  • c. de verkoop van hoofdzakelijk op het eigen bedrijf danwel binnen de streek geproduceerde producten;
  • d. een theeschenkerij ;

met daarbijbehorende:

  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • h. tuinen;
  • i. erven;
  • j. ontsluitingspaden;
  • k. voorzieningen;
  • l. agrarische gronden.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Bouwwerken

Voor een bouwwerk geldt dat dit uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf.

3.2.2 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'verkoop eigen producten' mag niet meer bedragen dan 60 m²;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 18° bedragen;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden.
3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden bovendiende volgende regels:

  • a. per agrarisch bouwperceel mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • c. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden.
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2,50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van mestsilo's, exclusief afdichting, mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedragen.
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 3.2.2 onder b en toestaan dat de goothoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 6 m;
  • b. 3.2.2 onder d en toestaan dat de dakhelling van een hoofdgebouw over een oppervlakte van niet meer dan 100 m2 minder wordt dan 18°;
  • c. 3.2.3 onder a en toestaan dat een tweede bedrijfswoning wordt gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de arbeidsbehoefte van het agrarisch bedrijf niet minder dan 1,75 volwaardige arbeidskracht (vak) bedraagt;
    • 2. de inhoud van de tweede bedrijfswoning niet meer dan 600 m3 bedraagt;
    • 3. de afstand van de tweede bedrijfswoning tot de eerste bedrijfswoning niet meer dan 25 m bedraagt en deze woning aan dezelfde oprit is gelegen, danwel indien dit niet mogelijk is vanwege de bestaande situering van de gebouwen en/of de op het bouwperceel aanwezige beplanting deze afstand niet meer bedraagt dan 75 m;
  • d. 3.2.3 juncto artikel 1.45 (definitie woning), ten behoeve van de huisvesting van twee huishoudens, met dien verstande dat de gezamenlijke inhoud van de bedrijfswoning in samenhang daarmee mag worden vergroot tot niet meer dan 700 m3, dan wel indien een grotere woning aanwezig is, blijft binnen de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • e. 3.2.4 onder b, voor wat betreft de hoogte van mestsilo's, exclusief afdichting, en toestaan dat deze worden verhoogd tot niet meer dan 6 m;
  • f. 3.2.4 onder c en toestaan dat de bouwhoogte van ruwvoersilo's wordt verhoogd tot niet meer dan 15 m.
3.3.2 Afwegingskader

Een in 3.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.3.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 8.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen anders dan toegestaan als kleinschalig kampeerterrein;
  • b. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen, voor doeleinden van handel en/of andere dan agrarische bedrijfsdoeleinden.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.1 en huisvesting van twee huishoudens in één bouwmassa toestaan, met dien verstande dat de gezamenlijke inhoud van de bedrijfswoning in samenhang daarmee mag worden vergroot tot ten hoogste 700 m3 dan wel, indien een grotere woning aanwezig is, blijft binnen de inhoud zoals deze bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan.

3.5.2 Afwegingskader

Een in 3.5 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid;

en geen sprake is van significante gevolgen voor gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.

3.5.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 8.1 vermelde voorbereidingsprocedure.