direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Plan: IJsseldelta-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991013-VB01

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Agrarisch - Agrarisch bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij geldt dat niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
  • b. een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf en/of een veehandelsbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', waarbij geldt dat niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. het gebruik van gebouwen en/of gronden tot een totale maximale bruto-vloeroppervlakte van 40 m2 voor:
    • 1. bed&breakfast;
    • 2. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis als genoemd in Bijlage 7 Lijst beroep en bedrijf aan huis, dan wel beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten die naar aard en omvang gelijk zijn te stellen;
    • 3. de verkoop van streekeigen producten;
    • 4. kleinschalige horeca;

met daarbij bijbehorende bouwwerken, agrarische cultuurgronden, tuinen, erven, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.

4.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 6,5 m en 10 m;
  • b. bedrijfsgebouwen mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'erf'.
4.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. per bedrijf mag slechts één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien vaststaat dat binnen hetzelfde bestemmingsvlak een of meer andere gebouwen ten behoeve van het betreffende agrarische bedrijf worden of zijn gebouwd;
  • c. de inhoud mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan respectievelijk 6,5 m en 10 m bedragen;
  • e. bedrijfswoningen mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'erf'.
4.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' mag niet meer dan 20 m2 bedragen;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een bijgebouw mogen niet meer dan respectievelijk 3 m en 5 m bedragen;
  • c. de afstand tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 3 m.
4.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden hiernaast de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt niet meer dan 2,50 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de goot- en bouwhoogte van mestsilo's mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 5,50 m en 7 m;
  • c. de bouwhoogte van sleufsilo's mag niet meer bedragen dan 2,50 m;
  • d. de bouwhoogte van overige silo's mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • e. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. van bouwwerken, met uitzondering van de bedrijfswoning, voor permanente bewoning;
  • b. van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. van de gronden en bouwwerken voor handel en/of bedrijfsactiviteiten anders dan ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
  • d. van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van de volgende nevenactiviteiten, mits de agrarische functie op het perceel als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft:
    • 1. het plaatsen van ten hoogste 25 kampeermiddelen, niet zijnde sta-caravans;
    • 2. het medegebruik van de gebouwen als toonzaal, expositieruimte of de uitoefening van aan huis verbonden beroepen dan wel kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten met dien verstande dat:
      • de hiervoor aangewende oppervlakte niet meer dan 150 m2 mag bedragen;
      • detailhandel niet is toegestaan, behoudens streekeigen detailhandel;
    • 3. zorgboerderij voor dagbesteding;
    • 4. de huisvesting van twee huishoudens ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot twee afzonderlijke woningen;
  • b. Een omgevingsvergunning op grond van lid a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de ruimtelijke samenhang tussen de bebouwing;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeers- en parkeersituatie;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' wijzigen van “Agrarisch - Agrarisch bedrijf” naar de bestemmingen “Wonen”, “Tuin” en/of “Maatschappelijk”, met dien verstande dat:

  • a. het agrarische bedrijf ter plaatse is beëindigd;
  • b. het bestemmingsvlak niet wordt vergroot;
  • c. de milieutechnische uitvoerbaarheid is aangetoond;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.