direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: IJsseldelta-Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991013-OH02

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en/of ontwikkeling en versterking van de op deze gronden voorkomende en/of nieuwe landschappelijke, ecologische en natuurwaarden;
  • b. wegen ten behoeve van bestemmingsverkeer ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  • c. voet- en fietspaden, alsmede ontsluitingsvoorzieningen voor nooddiensten, ter plaatse van de aanduiding 'pad';
  • d. extensieve recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', inclusief paden;
  • e. een sluis ten behoeve van het waterverkeer en een brug ten behoeve van het wegverkeer ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
  • f. een tunnel ten behoeve van het spoorverkeer ter plaatse van de aanduiding 'tunnel';
  • g. een brug ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  • h. een inlaat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - inlaat';
  • i. een jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' met bijbehorende ligplaatsen, inclusief paden;
  • j. watergangen, waterpartijen, water infiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding, met dien verstande dat water tevens mag worden gebruikt als vaarweg voor zover gelegen binnen 10 m van de gronden met de bestemming Water ter plaatse van de aanduiding 'vaarweg';

met daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder duikers en dammen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van windmolens ten behoeve van natuurdoeleinden en waterkwaliteit mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten de aanduiding 'recreatie' mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • d. steigers mogen niet worden gebouwd buiten de aanduiding 'recreatie'.
10.2.3 Inlaat

In afwijking van het bepaalde in 10.2.1 en 10.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - inlaat' tevens bouwwerken (incl. gebouwen) worden gebouwd ten behoeve van een inlaat met een bouwhoogte van niet meer dan 12 m.

10.2.4 Sluis

In afwijking van het bepaalde in 10.2.1 en 10.2.2 mogen ter plaatse van de aanduiding 'sluis' tevens bouwwerken (incl. gebouwen) worden gebouwd ten behoeve van de sluis en brug met een bouwhoogte van niet meer dan 8 m.

10.2.5 Brug

In afwijking van het bepaalde in 10.2.1 mag ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens een brug worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 12 m met een wegdek op maximaal 5,5 meter + NAP.

10.2.6 Tunnel

In afwijking van het bepaalde in 10.2.1 en 10.2.2 mag ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' tevens een bouwwerk in de vorm van een tunnel worden gebouwd.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1 en/of 10.2.2 voor de bouw van een bouwwerk in de vorm van een observatiehut', met inachtneming met de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag zijn;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 10 m2 zijn;
  • c. er mag geen onevenredig nadeel ontstaan voor de landschappelijke of natuurwaarden van het gebied.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1

Onder gebruik van gronden in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. gebruik van gronden voor het opslaan,opstellen, al dan niet ten verkoop, lozen, storten van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen producten, voer- of vaartuigen of machines;
  • b. gebruik van gronden buiten de aanduiding 'recreatie' ten behoeve van extensieve recreatie.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Natuur” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het zaaien of inplanten van bomen en/of andere houtopstanden;
  • c. het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden;
  • d. het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van gebouwen op het openbare voorzieningennet;
  • f. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen.
10.5.2 Uitzonderingen op verbod

Het verbod in 10.5.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • c. de aanleg van wegen ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  • d. de aanleg van wandel- en fietspaden ter plaatse van de aanduidingen 'recreatie' en 'jachthaven'.
10.5.3 Afwegingskader

De in 10.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen onevenredig nadeel ontstaat voor de landschappelijke of natuurwaarden van het gebied.