Toelichting
Toelichting, Bijlagen
Planregels
Planregels, Bijlagen
 
Plancode (idn) : NL.IMRO.0166.00991012-VB01
Status : Vastgesteld
Status Datum : 11-10-2010
naar de inhoudsoopgave van de planregels
naar de bovenkant van deze pagina
naar de onderkant van deze pagina

Artikel 4 Bedrijventerrein

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding;

  1. 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedrijven tot en met categorie 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage 1bij deze regels is gevoegd, alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagd dan 100 m blijkens bijlage 2.
  2. 'bedrijf tot en met categorie 4.1' bedrijven tot en met categorie 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd, alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 200 m blijkens de lijst 'Opslagen en installaties' die als bijlage 2 bij deze regels is gevoegd;

  3. 'bedrijf tot en met categorie 4.2'; bedrijven tot en met categorie 4.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd, alsmede opslagen en installaties, voor zover de daarbij behorende grootste afstand niet meer bedraagt dan 300 m blijkens de lijst 'Opslagen en installaties' die als bijlage 2 bij deze regels is gevoegd.

met daarbijbehorende:

  1. kantoren welke een ondergeschikt onderdeel uitmaken van een op hetzelfde bouwperceel gevestigde bedrijf, die onlosmakelijk zijn verbonden aan dat bedrijf en de noodzakelijk zijn in het kader van de normale bedrijfsvoering van dat bijbehorende bedrijf;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - autoboulevard detailhandel in auto's en automaterialen';

  3. erven;

  4. terreinen;

  5. wegen en paden;

  6. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  7. geluidschermen;

  8. groenvoorzieningen;

  9. nutsvoorzieningen;

  10. parkeervoorzieningen (ondergronds/bovengronds);

met dien verstande dat:

  1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  2. vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan;

  3. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;

  4. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 75 bedragen;

  3. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;

  4. de bouwhoogte mag niet meer dan 15 m bedragen.

 

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
  2. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 3 m bedragen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

  1. 4.2.1 onder b en toestaan dat het bebouwingspercentage wordt verhoogd tot niet meer dan 85;

  2. 4.2.1 onder c en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse perceelgrens wordt verminderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en veiligheid in geval van calamiteiten;

  3. 4.2.1 onder d en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 18 m;

  4. 4.2.2. onder a en toestaan dat voor lichtmasten de bouwhoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 25 m.

 

4.3.1 Afwegingskader

Het in 4.3 genoemde afwijken van de bouwregels kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de milieusituatie;

  3. de verkeersveiligheid;

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  5. de sociale veiligheid;

  6. de externe veiligheid.

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

 

4.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. bewoning van bedrijfsruimten;
  2. het gebruik van de gronden voor detailhandel anders dan detailhandel als bedoeld in 4.1 onder e;

  3. het gebruik van de gronden voor horeca.

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 en:

  1. toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel die volgens de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:
    1. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
    2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan.

4.5.1 Afwegingskader

Een in 4.5 genoemde afwijking van kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de milieusituatie;

  3. de verkeersveiligheid

  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  5. de sociale veiligheid;

  6. de externe veiligheid.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

4.6.1 Bevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toelaten van een Bevi-inrichting met dien verstande dat:

  1. de 10-6 -contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing- de afstand zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen jo. artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, dient te zijn gelegen:
    1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting of:
    2. op gronden met de bestemming 'Groen', 'Verkeer' en of 'Water';

  2. de 10-6 -contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing- de afstand zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen jo. artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, op de plankaart wordt weergegeven als 'veiligheidszone - bevi', waarbij zal gelden dat:
    1. er geen toename mag plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten in deze zone tenzij ze behoren tot de bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd;
    2. het gebruik van de gronden niet in die zin mag worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot;

    3. burgemeester en wethouder het wijzigingsplan kunnen wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de 'veiligheidszone - bevi' indien sprake is van bedrijfsbeƫindiging of -verplaatsing;

  3. een verantwoording wordt gegeven van het groepsrisico in het invloegebied van de inrichting;
  4. het invloedgebied van een risicobron dat geldt voor het bepalen van het groepsrisico niet over woongebieden mag vallen.

 

4.6.2 Afwegingskader

Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 4.6.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  1. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;

  3. de mate waarin de milieutechnische, de waterhuishoudkundige en de ecologische uitvoerbaarheid is aangetoond.