direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal beleid
Plan: Melmerpark, deelplan B
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00060601-VB01

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Omgevingsvisie Overijssel

De provincie Overijssel heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan samengevoegd tot één Omgevingsvisie. Hèt provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. Eén van de instrumenten om het beleid uit deze Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening. Beide documenten zijn op 1 juli 2009 door Provinciale Staten vastgesteld.


In de Omgevingsvisie wordt de visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel tot 2030 weergegeven. Het beleid staat primair in dienst van de sociaal-economische ontwikkeling van Overijssel. Dit betekent dat ruimte wordt gemaakt voor ontwikkeling van werkgelegenheid en dat hoogwaardige woonmilieus tot stand worden gebracht. Die dynamiek moet benut worden als een kans om de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid te versterken.

De provincie definieert Ruimtelijke kwaliteit als: "Datgene wat ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mensen belangrijk is. Of duurzamer gesteld: Wat voor mens, plant en dier belangrijk is. Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bieden dorpen en kernen weer andere leefmilieus dan het stedelijk gebied. De eigenheid kan gevonden worden door de eigen karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding met het omliggende landschap of historische structuren expliciet te maken.

De provincie wil ruimtelijke kwaliteit benaderen via de gebiedskenmerken catalogus. In de catalogus gaan ze uit van een viertal lagen, de zogenaamde lagenbenadering:

  • De natuurlijke laag: in deze laag heerst de logica van de ondergrond en het watersysteem en hoe abiotische en biotische processen daarop.
  • De laag van het agrarisch cultuurlandschap: in deze laag gaat het om het ten nutte maken van het landschap ten behoeve van agrarische productie.
  • De stedelijke laag: in deze laag draait het om sociale en fysieke dynamiek en diversiteit van de steden, dorpen en landstadjes en het verbindende netwerk er tussen van wegen, paden, spoorwegen en kanalen.
  • Lust en leisure laag: in deze laag komen natuurlijke, functionele en sociale processen bij elkaar. Dit is de laag die gaat over beleving (o.a. recreatie) en identiteit (cultuurhistorie)

De Provincie stuurt via de omgevingsvisie op zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik, ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerken. Door ontwikkeling conform de gebiedskenmerkencatalogus wordt de identiteit en diversiteit van dorpen (en steden) versterkt. Dat geldt in bijzonder voor de stads- en dorpsrandgebieden.

Ontwikkelingsperspectief

Op basis van het ontwikkelingsperspectief heeft het te ontwikkelen gebied Melmerpark het perspectief "gepland bedrijventerrein".

De provincie stelt in haar Omgevingsvisie de SER Ladder centraal. De SER ladder geeft aan dat eerst inbreiding moet plaatsvinden en dat daarna pas gezocht kan worden naar uitbreidingslocatie. De locatie Melmerpark kan, hoewel liggend aan de rand van Kampen als inbreidingslocatie worden beschouwd. Het betreft hier immers een ontwikkeling van een gebied dat omsloten wordt door vervoersknopen en woon- en werkgebieden/bedrijventerreinen. De ontwikkeling is dan ook niet in strijd met het ontwikkelingsperspectief.

2.4.2 Gebiedskenmerkencatalogus rivierenlandschap

In de gebiedskenmerkencatalogus wordt het provinciaal belang van alle gebiedstypen en gebiedskenmerken beschreven en worden de aspecten ambitie en sturing toegevoegd. In de ruimtelijke kwaliteit spelen verschillende gebieden en hun kenmerkende eigenschappen een belangrijke rol. Het spectrum aan gebiedskenmerken is gegroepeerd in vier lagen.

De natuurlijke laag

Het plangebied valt onder de natuurlijke laag Zeekleigebied en randmeren (voormalig zuiderzeegebied). De ambitie is de stoerheid en het open karakter van deze landschappen te bewaren en versterken. Langs de waterrijke randen, wielen en kwelplekken zijn kansen voor natuurontwikkeling, als herinnering aan de herkomst van dit landschapstype te benutten.

In de natuurlijke laag is er geen informatie die belemmerend kan zijn ten behoeve van de ontwikkeling van Melmerpark.

De laag van het agrarisch cultuurlandschap

In de laag van het agrarisch cultuurlandschap valt het plangebied onder het zeekleilandschap. De ambitie is hier de kwaliteit van de grote open ruimtes met de verspreide erven en het subtiele reliëf in stand te houden. Dit betekent aandacht voor de ruimtes zelf, maar ook voor de kwaliteit van de horizon, omdat het vergezicht hier beeldpalend is.

In de laag van het agrarisch cultuurlandschap s er geen informatie die belemmerend kan zijn ten behoeve van de ontwikkeling van Melmerpark.

De stedelijke laag

In de stedelijke laag is het voorliggende plangebied aangewezen als Bedrijventerreinen. De ambitie is vitale werklocaties. Een vernieuwings- en herstructureringsproces van bedrijventerreinen op gang brengen waardoor:

  • de interne structuur verbetert; een multifunctionele route er doorheen kan het hermetische karakter opheffen.
  • de aansluiting op het landschap en de omliggende wijken verbetert.
  • verdichting en intensivering van grondgebruik plaats vindt, en nieuwe uitleg wordt vermeden (zuinig ruimtegebruik).
  • duidelijke profilering en differentiatie van terreinen wordt verkregen.
  • de kwaliteit van de buitenruimte en de architectuur verbetert en meer samenhang
    krijgt.
  • opwaardering van het beeld en verbetering levensvatbaarheid plaats vindt.
  • eventuele culturele/historische waarden worden benut.

In Melmerpark wordt een nieuw en aantrekkelijk, hoogwaardig gebied gecreëerd met ruimte voor grootschalige en perifere detailhandel, horeca, bedrijven (categorie 1 en 2), leisurefuncties met de bijbehorende parkeervoorzieningen. Het gebied straalt een duidelijke profilering uit. De buitenruimte en de architectuur van de gebouwen wordt met aandacht ontworpen.

De lust en leisure laag

In de lust en leisure laag is er geen informatie die belemmerend kan zijn ten behoeve van de ontwikkeling van Melmerpark.

De ontwikkeling van Melmerpark voldoet aan het principe van ruimtelijke kwaliteit uit de omgevingsvisie. Het plangebied wordt ingericht als een hoogwaardig werkmilieu op een nieuw knooppunt in de ontsluiting tussen het oude en nieuwe land. Er is dan ook geen sprake van strijd met het in de omgevingsvisie opgenomen provinciaal belang.

2.4.3 Omgevingsverordening

Op 1 juli 2009 is de Omgevingsverordening vastgesteld. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie Overijssel op de fysieke leefomgeving in de provincie Overijssel. Dit betekent dat er regels worden gegeven op het gebied van de ruimtelijke ordening, maar ook op het gebied van mobiliteit, milieu, water en bodem. In bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met deze regels.

Met betrekking tot bedrijventerreinen is een aantal regels gesteld. Zo is de SER-ladder uitgangspunt. Daarnaast is vastgelegd dat gemeenten uitsluitend mogen voorzien in de lokale behoefte aan bedrijventerrein en zijn gemeenten verplicht gesteld om hun plannen voor de ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein af te stemmen met buurgemeenten.

Met betrekking tot detailhandel wordt gesteld dat er op bedrijventerreinen alleen ruimte is voor volumineuze detailhandel waarvoor binnen de reguliere winkelcentra geen ruimte kan worden gevonden. Hierdoor wordt voorkomen dat de binnensteden door concurrentie van goedkopere locaties op bedrijfsterreinen "leeglopen". Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit is wel toegestaan. Voor grootschalige detailhandel (GDV) geldt dat wanneer er sprake is van een regionale uitstraling, hiervoor alleen ruimte is in de stedelijke centra, mits aangetoond is dat dit niet leidt tot ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur. Weidewinkels zijn niet toegestaan.

De inbreidingslocatie Melmerpark heeft een verzorgingsfunctie voor de kern Kampen en haar directe omgeving, er is dus geen sprake van een ontwikkeling met bovenlokale effecten. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met de gemeente Zwolle. Met betrekking tot perifere detailhandel en grootschalige detailhandel zijn minimum en maximum oppervlakte-eisen gesteld. De ontwikkeling van Melmerpark is dan ook niet strijdig met de omgevingsverordening.