direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veldwijk Noord, Middengebied, Uitwerking entree zuidelijk deel
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding tot een nieuw bestemmingsplan

In het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied is een uitwerkingsverplichting opgenomen voor het onderhavige plangebied. Met de uitwerkingsbepalingen als leidraad heeft Welbions een stedenbouwkundig plan opgesteld voor 19 woningen, die worden gebouwd volgens het concept Morgen Wonen. Daarnaast worden langs het Olympiaplein 7 woningen van een ander type gerealiseerd.

1.2 Begrenzing plangebied

Het plangebied is gelegen in het zuidoostelijk deel van het Veldwijk Noord, Middengebied. Het plangebied wordt begrensd door het Olympiaplein aan de noordzijde, de gronden behorende bij het tankstation aan de Kuipersdijk en de Marathonlaan aan de zuid- en westzijde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0001.png"  

Afbeelding 1: Ligging plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Voor de gronden binnen het plangebied vigeert het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied dat op 10 december 2013 is vastgesteld door de gemeenteraad.

In dit plan is een uitwerkingsverplichting opgenomen voor het college van burgemeester en wethouders om de bestemming 'Gemengd - uit te werken' nader uit te werken. De uitwerkingsregels geven het kader aan waarbinnen de bestemming dient te worden uitgewerkt.

In afbeelding 2 is de verbeelding van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied opgenomen. Het plangebied, de bestemming 'Gemengd - uit te werken', is rood omlijnd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0002.png"  

Afbeelding 2: Vigerend bestemmingsplan

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten

2.1 Algemeen

Als uitgangspunten voor dit uitwerkingsplan gelden het beleid en de uitgangspunten neergelegd in:

  • de Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus;
  • het voorlopig stedenbouwkundig plan;
  • de uitwerkingsregels uit het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied.

2.2 Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus

In de Nota van Uitgangspunten 'Veldwijk Noord Plus' is een ambitie verwoord voor de leefkwaliteit van de wijk. On der de titel 'stad en dorp' wordt een beeld geschetst van een gemengde en levendige buurt. Bewoners kunn nkiezen uit verschillende typen grondgebonden woningen met tuin. Het gevarieerde straatbeeld en de mix van wonngtypen legt een basis voor 'gewoon' sociaal contact tussen buren. Twents wonen op 5 minuten fietsen van de binnenstad, het Hart van Zuid en het Sports Centre Hengelo. De combinatie van ontspannen wonen met voorzieningen, uitdagingen en diversiteit van de stad spreekt veel mensen aan. Veldwijk Noord moet daarom een thuis worden voor uiteenlopende doelgroepen en leefstijlen. Variërend van no-nonsense rustzoekers tot jonge 'doeners' met kinderen tot senioren, die met beide benene in de samenleving willen staan. De ambitie uit de Nota van Uitgangspunten heeft een ruimtelijke vertaling gekregen.

2.3 Stedenbouwkundig plan

Sinds de vaststelling van de Nota van uitgangspunten zijn verschillende stappen gezet in verdere concretisering en realisering van de plannen. Er is een proces ontstaan waarin de uitwerking van onderdelen een impuls hebben gegeven aan de volgende plandelen. Dit heeft geleid tot een versterking van de stedenbouwkundige opzet.

Het eerste project dat vorm heeft gekregen is de brede school en multifunctionele accommodatie. Het ontwerp met zijn gebogen lijnen is een inspiratiebron gebleken voor het ontwerp van het Watertorenpark en het winkelcentrum met appartementen. De gebogen lijnen hebben hun voortzetting gevonden in de structuur van het deel waarde grondgebonden woningen komen. Hierdoor zijn de plandelen beter met elkaar en met de omgeving verbonden, waardoor deze als vanzelfsprekend in elkaar overgaan.

Er wordt een laan aangelegd die in een vloeiende lijn Berflo Es verbindt met het nieuwe woongebied, het park, de brede school, het buurtwinkelcentrum en zorgwoningen en gaat als vanzelf over in het plein dat deze functies met elkaar verbindt.

Een nieuwe beek verbindt het Sports Centre hengelo, het winkelcentrum en het Watertorenpark en voeg zo een nieuwe kwaliteit met de omgeving toe.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0003.png"  

Afbeelding 3: Stedenbouwkundig plan Veldwijk Noord 25-06-2012

2.4 Bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied, uitwerkingsregels

In artikel 6 'Gemengd - uit te werken' van de regels behorende bij het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied heeft de gemeenteraad overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bepaald dat burgemeester en wethouders de bestemming 'Gemengd - uit te werken' met in achtneming van de onderstaande regels.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, waaronder woongebouwen ten behoeve van kamerverhuur/kamerbewoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. zorgwoningen met de daarbij benodigde ondersteunende voorzieningen;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. woonstraten;
  • g. verhardingen;
  • h. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • i. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • j. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Uitwerkingsbevoegdheid

6.2.1 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de in artikel 6.1 omschreven bestemming uitwerken met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • b. de uitwerking moet passen binnen het gemeentelijk geluidbeleid;
  • c. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
  • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 2. de verkeersveiligheid;
  • 3. de sociale veiligheid;
  • 4. de milieusituatie;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

6.2.2 Toetsingskader

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 6.2.1 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:
de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidgevoelige bebouwing mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of verkregen hogere waarde;

  • a. de luchtkwaliteit;
  • b. voldoende parkeergelegenheid;
  • c. bodemkwaliteit;
  • d. watertoets;
  • e. archeologie;
  • f. externe veiligheid;
  • g. ecologie, toetsing flora en faunawet;
  • h. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal;

6.2.3 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot uitwerking van het plan als bedoeld in artikel 6.2.1 is het bepaalde in artikel 12.1 van toepassing

Hoofdstuk 3 Toelichting op het uitwerkingsplan

3.1 Inrichting en bebouwing

In het plangebied worden 19 woningen gerealiseerd volgens het concept 'Morgen Wonen'. Het betreffen grondgebonden woningen, die in twee rijen van zes woningen en één rij van zeven woningen worden gerealiseerd. De 'Morgen woningen' worden gebouwd in twee lagen met een kap en met een maximale bouwhoogte van 10,5 meter. De woningen worden gericht op de Marathonlaan.

Gericht op het Olympiaplein worden zeven grondgebonden rijwoningen gerealiseerd. Het Olympiaplein vormt de entree naar het woongebied Veldwijk Noord. Derhalve vraagt het Olympiaplein om een statiger woningtype dan de overige woningen in het plangebied. De maximale bouwhoogte van de woningen bedraagt 20 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0004.png"  

Afbeelding 4: Stedenbouwkundig plan Veldwijk Noord, middengebied, uitwerking entree zuidelijk deel

3.2 Ontsluiting en parkeren

3.2.1 Ontsluiting

Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Kuipersdijk via de Marathonlaan en het Olympiaplein.

Vanaf de Marathonlaan wordt het doodlopende parkeergebied, dat ten behoeve de woningen wordt gerealiseerd, aan de achterzijde van de woningen, ontsloten.

Voor het langzaam worden vanaf het parkeergebied twee extra ontsluitingen gerealiseerd naar het westen en het zuiden op de Marathonlaan.

3.2.2 Parkeren

Ten de behoeve van de woningen kan worden geparkeerd in het parkeergebied aan de achterzijde van de woningen. Het parkeergebied wordt ontsloten vanaf de Marathonlaan. In het parkeergebied worden 26 parkeerplaatsen gerealiseerd. Op drie kavels is er ruimte om één auto te parkeren. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de 21 nieuwe langsparkeerplekken gelegen in het openbare gebied.

Ten behoeve van de woningen en in de directe omgeving zijn 50 parkeerplaatsen beschikbaar.

Voor de woningen in het plangebied geldt op basis van de Stedelijk Plan dat in 2012 is vastgesteld een parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen per woning. Op grond van deze norm moeten 26 x 1,5 = 39 parkeerplaatsen worden gerealiseerd ten behoeve van deze ontwikkeling. Met de 50 parkeerplaatsen die beschikbaar zijn ten behoeve van dit plan wordt ruim voldaan aan de parkeernorm.

Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden

4.1 Ladderonderbouwing

In de SVIR is de 'ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd welke als procesvereiste is vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking wordt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten nagestreefd.

In het Besluit ruimtelijke ordening wordt in artikel 3.1.6, lid 2 gesteld dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  • 2. Indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en;
  • 3. Indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b. blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontslotend zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0005.png"

Afbeelding 5: Lader voor duurzame verstedelijking

Trede1: Is er een regionale behoefte?

De eerste trede van de Ladder luidt: "er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte".

Op grond van artikel 1.1.1, lid 1 onder i Bro wordt een stedelijke ontwikkeling als volgt gedefinieerd: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.

In het onderhavige bestemmingsplan worden 26 woningen toegestaan. In het moederplan 'Veldwijk Noord, Middengebied' is in de uitwerkingsplicht in artikel 6 'Gemengd - uit te werken' reeds in de bouw van woningen voorzien.

In de gemeente Hengelo is sprake van een kwantitatieve actuele behoefte van circa 524 woningen voor de periode 2015-2025. De actuele behoefte is gebaseerd op de vraag op basis van Primos 2013, de vervangingsvraag en de huisvestingstaakstelling voor statushouders te confronteren met het aanbod in harde plannen (plannen met directe bouwtitel en uitwerkingsplichten). De woningvraag voor gemeente Hengelo bestaat in de periode 2015-2025 uit 2.408 woningen en is als volgt opgebouwd:

  • Autonome woningbehoefte op basis van Primos 2013: 1.565
  • Vervangingsbehoefte als gevolg van gesloopte of binnenkort te slopen woningen: 693

Extra woningbehoefte als gevolg van de huisvestingstaakstelling voor statushouders: 150. Het aanbod in harde plannen bedraagt ongeveer 1.884 woningen. De resterende behoefte die hieruit volgt is 524 woningen.

De 26 woningen die gerealiseerd kunnen worden op basis het onderhavige bestemmingsplan betreft een vervangingsbehoefte in het sociale huursegment als gevolg van reeds gesloopte woningen.

Trede 2: Is de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied?

De tweede trede van de Ladder luidt: “indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins”.

Er dient dus bekeken te worden of de voorziene ontwikkeling kan worden ontwikkeld door benutting van beschikbare gronden binnen bestaand stedelijk gebied, al dan niet door herstructurering of transformatie.

Bestaand stedelijk gebied wordt in artikel 1.1.1 eerste lid, onder h van het Bro als volgt gedefinieerd; “bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur."

De locatie betreft een voormalige woonlocatie gelegen in bestaand stedelijk gebied in de wijk Veldwijk Noord. De oorspronkelijke woningen in het plangebied zijn reeds gesloopt. De locatie maakt onderdeel uit van een grootschalige herstructurering in de wijk Veldwijk Noord.

Trede 3: Is er sprake van passende ontsluiting?

De regionale behoefte wordt met dit nieuwe bestemmingsplan dus opgevangen binnen bestaand stedelijk gebied. Trede 3 van de Ladder hoeft derhalve niet te worden doorlopen.

4.2 Milieu

4.2.1 Bedrijven en milieuzonering

Om te voorkomen dat bedrijvigheid ter plaatse van gevoelige functies ontoelaatbare overlast veroorzaakt en om te voorkomen dat bedrijven onevenredige inspanningen moeten leveren om aan milieuregels te voldoen, moet tussen deze functies voldoende ruimtelijke scheiding worden aangehouden (zogenoemde milieuzonering). In de VNG uitgave Bedrijven en Milieuzonering (uitgave 2009) worden voor een groot aantal activiteiten zoneringsafstanden geadviseerd. Indien voldaan wordt aan deze zoneringsafstanden mag veronderstelt worden dat er geen ontoelaatbare overlast zal ontstaan. Hiervoor is onderzocht of in de directe omgeving van het plangebied bedrijven aanwezig zijn en welke zoneringsafstand bij deze bedrijven hoort. Uitsluitend het nabij gelegen tankstation heeft een richtafstand die zich uitstrekt tot over het plangebied. De overige bedrijven liggen op grote afstand en zijn niet van belang.

Voor het tankstation geldt een richtafstand van 30 m voor de aspecten geur en geluid. Binnen deze afstand zijn woningen geprojecteerd. Om te kunnen beoordelen of de kortere afstand een knelpunt vormt, is een geuronderzoek (rapportnr. BL2016.8105.01-V02, 22 september 2016, van bureau Blauw) en een geluidonderzoek (rapportnr.13.1672, 6 augustus 2014, van Aveco de Bondt) uitgevoerd. De onderzoeken zijn respectievelijk als bijlage 1 en 2 bij de toelichting gevoegd. Uit het geuronderzoek blijkt dat op de dichtstbijzijnde woning een maximale geurbelasting van 0,6 OUE/M3 als 98 percentiel wordt berekend. Daarmee wordt voldaan aan de richtwaarde. Geurhinder ter plaatse van de woningen is niet te verwachten.

Uit de resultaten van het geluidonderzoek blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op alle toetspunten voldoet aan de grenswaarden uit het activiteitenbesluit. Ook wordt voldaan aan de ambitiewaarde (voor het gebiedstype verkeer) uit de nota geluid van de gemeente Hengelo.

Het maximale geluidniveau wordt op een aantal toetspunten, vanaf een beoordelingshoogte van 13,5 meter, overschreden. Echter, niet ter plaatse van alle toetspunten is woningbouw mogelijk. Uit het onderzoek is gebleken dat tot een beoordelingshoogte van 10,5 meter wordt voldaan aan het maximale geluidniveau. Ter plaatse van de toetspunten waar woningbouw mogelijk is en een overschrijding van het maximale geluidniveau is berekend zijn maatregelen getroffen. Deze maatregelen betreffen een beperking van de bouwhoogte en het uitvoeren van gevels als 'dove gevel'. Deze beperkingen zijn vastgelegd in het bestemmingsplan. Het hoogst berekende maximale geluidniveau in de nachtperiode (ter plaatse van mogelijke woningbouw) bedraagt 64 dB(A). Bij een standaard- geluidwering van 20dB(A) van de gevel kan bij deze geluidbelasting nog worden voldaan aan een binnenniveau van 45 dB(A) in de nachtperiode.

De onderzoeken naar geur en geluid hebben aangetoond dat een kortere afstand dan de richtafstand acceptabel is. Ondanks de kortere afstand is er sprake van een goed woon- en leefklimaat.

4.2.2 Bodem

Ten behoeve van het bestemmingsplan Veldkamp Nood, Middengebied is door Tebodin een bodemonderzoek uitgevoerd (d.d. 13 februari 2009 en met kenmerk 3415001). Op basis van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat er ter plaatse van het plangebied geen verontreinigingen zijn vastgesteld.

In het kader van het onderhavige uitwerkingsplan is een aanvullend bodemonderzoek niet noodzakelijk.

De functie (wonen) van het gebied wijzigt niet. Deze functie vormt geen bedreiging voor de bodemkwaliteit.

Gezien de sloopactiviteiten die er zijn uitgevoerd en de bodemgesteldheid in Veldwijk Noord (heterogene verontreinigingen) wordt geadviseerd om voorafgaand aan de uitvoering, in het kader van de omgevingsvergunning, een nieuw bodemonderzoek uit te voeren.

4.2.3 Geluid

De Wet geluidhinder stelt geluidgrenswaarden in zones rond wegen, spoorwegen en gezoneerde industrieterreinen. Als nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd binnen één van deze wettelijke zones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd en moet worden voldaan aan de wettelijke grenswaarden.

4.2.3.1 Industrielawaai

Het plangebied ligt niet in de nabijheid van een gezoneerd industrieterrein. Het aspect industrielawaai is daarom niet van belang.

4.2.3.2 Wegverkeerslawaai

Het plan ligt binnen de wettelijke zone van de Kuipersdijk. Er is daarom een akoestisch onderzoek (akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Veldwijk-Noord Deelgebied Midden Uitwerking entree zuidelijk deel, van oktober 2016) uitgevoerd om de geluidbelasting te bepalen bij de woningen die liggen binnen de zone van deze weg. Het onderzoek is als bijlage 3 bij de toelichting gevoegd. Uit de berekeningen blijkt dat bij een aantal woningen de geluidbelasting hoger is dan de voorkeurgrenswaarde. De hoogst berekende geluidbelasting is 56 dB (na aftrek conform art 110 g Wet geluidhinder). De maximale grenswaarde wordt niet overschreden. Dit betekent dat een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld. De procedure voor de hogere grenswaarde zal gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd.

De voorwaarden waaronder de hogere grenswaarden kunnen worden vastgesteld is nader uitgewerkt in de nota geluid van de gemeente Hengelo. Tevens is in deze nota uitgewerkt wat de gemeente Hengelo beschouwt als een goed woon- en leefklimaat voor het aspect geluid. Hiervoor zijn verschillende gebiedstypen onderscheiden. Per gebiedstype zijn ambitie- en plafondwaarden vastgesteld. Bij nieuwe ontwikkelingen moet in beginsel aan de ambitiewaarde voor het gebiedstype worden voldaan. Het plangebied ligt in het gebiedstype verkeerszone. De nieuwe woningen voldoen aan de ambitiewaarde van 58 dB voor het gebiedstype verkeerszone.

Voor de overige wegen binnen en rondom het plangebied geldt een maximum snelheid van 30 km/uur. Hoewel formeel geen aandacht geschonken hoeft te worden aan het geluidaspect van deze wegen, is vanwege het aspect van 'goede ruimtelijke ordening' de geluidbelasting op deze gevels berekend. Uit de berekeningen blijkt dat niet overal met een standaardgevelisolatie kan worden voldaan aan het vereiste binnenniveau. Om te garanderen dat sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening' en het vereiste binnenniveau niet wordt overschreden zal bij de bouwaanvraag met een akoestisch onderzoek moeten worden aangetoond dat wordt voldaan aan het wettelijk binnenniveau.

4.2.3.3 Railverkeerslawaai

Het plangebied ligt niet binnen de wettelijke zone van het spoor. Het aspect railverkeerslawaai is daarom niet van belang.

4.2.3.4 Luchtvaartlawaai

Het plangebied ligt niet binnen de geluidzone van het voormalig vliegveld Twente. Het aspect luchtvaartlawaai is daarom niet van belang.

4.2.4 Externe veiligheid
4.2.4.1 Fysieke veiligheid

Fysieke veiligheid betreft de bescherming van mens, dier en milieu tegen (de gevolgen van) daadwerkelijke incidenten, ongelukken en rampen. Door het vooraf treffen van de juiste infrastructurele, bouwkundige en technische maatregelen kunnen ongelukken zoveel mogelijk worden voorkomen of kan in geval van een incident zo goed mogelijk hulp worden geboden. Een goede bereikbaarheid van gebieden evenals de aanwezigheid van voldoende bluswater is een voorwaarde voor een snelle hulpverlening. Ook maatregelen die zelfredzaamheid van de bewoners bevorderen dragen bij aan de fysieke veiligheid. In de milieuaspectenstudie behorend bij het moederplan zijn deze aspecten verder uitgewerkt.

4.2.4.2 Externe veiligheid

Externe veiligheid omvat het beheersen van de risico's voor de omgeving door de productie, de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen (binnen bedrijven) en door het transport van gevaarlijke stoffen (via wegen, waterwegen, spoorwegen en buisleidingen).

De normering voor de externe veiligheid rond bedrijven is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De externe veiligheids normering rond transportassen in het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en de normering voor buisleidingen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het externe veiligheidsrisico wordt uitgedrukt in twee grootheden:

  • het plaatsgebonden risico; dit is een wettelijke risicocontour waarbinnen geen kwetsbare objecten mogen worden geprojecteerd;
  • groepsrisico; dit is een maat voor de kans dat een aantal personen tegelijkertijd door een calamiteit wordt getroffen. Het groepsrisico kent geen wettelijke norm, maar een zogenoemde oriëntatiewaarde.
4.2.4.3 Spoorwegemplacement

Het emplacement is aangewezen als een spoorwegemplacement dat valt onder de werking van het Bevi. Voor het emplacement is in 2012 een revisievergunning verleend. Bij de vergunningaanvraag is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) gevoegd. In de QRA is aangegeven waar zich de mogelijke ongevalslocaties bevinden. De dichtstbijgelegen ongevalslocatie ligt op circa 500 meter van het plangebied.

De 10-6 contour van het plaatsgebonden risico ligt niet buiten de inrichting. Het plaatsgebonden risico speelt dan ook geen rol.

Gelet op de afstand tot de ongevalslocaties draagt de ontwikkeling in het plangebied alleen bij aan het groepsrisico van scenario's waarin toxische gassen zijn betrokken. Deze scenario's geven slechts een zeer geringe bijdrage aan het groepsrisico zoals in de QRA berekend. De scenario's die het meest bijdragen hebben betrekking op een explosie van een wagon geladen met brandbaar gas. De effecten van deze scenario's reiken echter niet tot aan het plangebied. Omdat het totale aantal woningen binnen het plangebied Veldwijk Noord Middengebied met circa 200 zal afnemen, neemt ook het aantal inwoners af. Op basis hiervan kan dan ook worden geconcludeerd dat de ontwikkelingen in het plangebied niet zullen leiden tot een toename van het groepsrisico.

4.2.4.4 Overige bedrijven

In de omgeving van het plangebied zijn geen andere Bevi-bedrijven aanwezig met een invloedsgebied dat zich uitstrekt tot over het plangebied.

4.2.4.5 Doorgaand vervoer over het spoor

Over het doorgaande spoor naar Enschede worden geen gevaarlijke stoffen vervoerd. Over het doorgaande spoor naar Oldenzaal worden wel gevaarlijke stoffen vervoerd. Dit spoor ligt echter op ruim 900 meter van het plangebied. De ontwikkelingen binnen het plangebied zijn daarom verwaarloosbaar voor het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico ligt niet buiten het spoor.

4.2.4.6 Doorgaand vervoer over de weg

Door of langs het plangebied loopt geen wegverbinding waarover een substantiële hoeveelheid gevaarlijke stoffen wordt vervoerd.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor dit plan.

4.2.5 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De wet geeft grenswaarden voor concentraties in de buitenlucht van diverse stoffen. Bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit dienen bestuursorganen rekening te houden met deze grenswaarden. In Nederland zijn de maatgevende stoffen stikstofdioxide en fijn stof. Als aan de grenswaarden van deze stoffen wordt voldaan vormen de andere stoffen over het algemeen geen probleem.

Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen indien:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL.

Het gebied Veldwijk Noord Middengebied wordt de komende jaren in fasen herontwikkeld. De bestaande winkels en woningen (circa 700) worden gesloopt. Het plan deelgebied Midden betreft voornamelijk de bouw van woningen. Aan de rand grenzend aan de bedrijven van de Twekkelerweg wordt een combinatie van wonen en werken mogelijk gemaakt. Het betreft kleinschalige bedrijvigheid van maximaal categorie I. In totaal worden er binnen het te herontwikkelen gebied circa 500 nieuwe woningen herbouwd, waarvan circa 30 in onderhavig uitwerkingsplan. Het totaal aantal nieuw te bouwen woningen blijft ruimschoots onder de grens waarboven sprake is van 'in betekende mate' bijdragen.

Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor dit plan.

4.3 Waterhuishouding

Ten behoeve van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied is het Waterstuctuurplan Veldwijk Noord (d.d. 22 juli 2009) opgesteld. Het waterschap Vechtstromen is hierbij in een vroegtijdig stadium betrokken.

Water van het verhard oppervlak wordt afgekoppeld en afgevoerd naar de Veldbeek.

Het hemelwater wordt, waar mogelijk zichtbaar, afgevoerd naar de nieuwe Veldbeek en wordt naar de waterberging geleid, die wordt gerealiseerd in het nieuw aan te leggen Watertorenpark.

Indien noodzakelijk dient drainage in de openbare ruimte en op de kavels te worden aangelegd. Afvoer van het drainagewater vindt ook plaats naar de Veldbeek.

Het afvalwater wordt middels het rioleringssysteem afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap Vechtstromen aan de Wegtersweg.

Ten behoeve van de ontwikkeling in het plangebied wordt voldaan aan de uitgangspunten uit het Waterstructuurplan Veldwijk Noord.

4.4 Ecologie

4.4.1 Flora en fauna

Het braakliggende terrein bestaat nu uit geroerde grond met begroeiing van grassen en ruigtekruiden. Er staan enkele bomen op het terrein. Er zijn geen gebouwen of waterpartijen aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0006.png"  

Afbeelding 4. Plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0007.png"  

Afbeelding 5. Plangebied

Nationale Databank Flora en Fauna

In de Nationale Databank Flora en Fauna zijn in de afgelopen 5 jaren geen beschermde soorten gevonden binnen het plangebied, zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301_0008.png"  

Afbeelding 6. Nationale Datbabank Flora en Fauna

Advies

Op basis van de locatie en het gebruik van de grond, is het zeer onwaarschijnlijk dat de ontwikkeling van bouwblokken leidt tot verstoring van beschermde soorten. Beschermde soorten hebben specifieke habitateisen. Door het ontbreken van deze habitatseisen, vormt het plangebied gebied geen (potentieel) onderdeel voor het functionele leefgebied van strikter en strikt beschermde soorten (Tabel 2 en 3).

Nader onderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.

Zorgplicht

Tot slot wordt benadrukt dat bij iedere ruimtelijke ontwikkeling te allen tijde de zorgplicht geldt. De zorgplicht houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving. De zorgplicht geldt dan ook voor alle soorten (dus niet alleen de beschermde soorten). Alle soorten hebben immers een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit. Dat betekent dat voor de wet alle dieren en planten van onvervangbare waarde zijn en dat daar dus zorgvuldig mee omgegaan moet worden. Het gevolg is onder andere, dat iedereen die redelijkerwijs weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor beschermde dier- of plantensoorten worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel naar redelijkheid alle maatregelen te nemen om die gevolgen te voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Specifiek voor de locatie Veldwijk betekent de zorgplicht onder andere dat bij de eventuele kap van de bomen rekening gehouden zal moeten worden met het broedseizoen (tenzij vooraf gecheckt is dat de kap van de bomen niet leidt tot verstoring van beschermde soorten).

4.4.2 Natura 2000

In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 dient bepaald te worden of een project of plan significant negatieve effecten veroorzaakt op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000 gebieden. Hiertoe moet bij het opstellen van een bestemmingsplan in de zogenaamde 'voortoets' worden bezien of een passende beoordeling moet worden gemaakt. Dit is het geval indien het risico bestaat dat het plan mogelijk significante gevolgen heeft voor één of meerdere Natura 2000 gebieden. Dit risico bestaat wanneer significante gevolgen op voorhand niet kunnen worden uitgesloten.

Om inzicht te krijgen over de gevolgen van dit plan op nabij gelegen Natura 2000 gebieden is met het programma AERIUS-calculator een berekening uitgevoerd (zie bijlage 4). Uit de resultaten van de berekening blijkt dat het plan niet bijdraagt aan de stikstofdepositie op de dichtstbij gelegen Natura 2000 gebieden (Lonnekermeer en Buurserzand & Haaksbergerveen). Er is derhalve geen sprake van een significant effect op deze gebieden. Een passende beoordeling is niet noodzakelijk.

4.5 Archeologie

In opdracht van de gemeente Hengelo heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in februari 2011 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande herontwikkeling van de wijk Veldwijk Noord te Hengelo.

Tijdens het veldonderzoek zijn in het plangebied geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (een) intacte archeologische vindplaats(en) aangetroffen. De bodem blijkt in nagenoeg het gehele plangebied (alle boringen) diep te zijn verstoord.

Gezien de onderzoeksresultaten en de voorgenomen ingrepen is geconcludeerd dat bij de uitvoering hiervan hoogstwaarschijnlijk geen archeologische resten zullen worden verstoord. Op basis hiervan is aanbevolen om geen aanvullend archeologisch vooronderzoek te laten verrichten en het plangebied vrij te geven.

4.6 Parkeren

Ten de behoeve van de woningen kan worden geparkeerd in het parkeergebied aan de achterzijde van de woningen. Het parkeergebied wordt ontsloten vanaf de Marathonlaan. In het parkeergebied worden 26 parkeerplaatsen gerealiseerd. Op drie kavels is er ruimte om één auto te parkeren. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de 21 nieuwe langsparkeerplekken gelegen in het openbare gebied.

Ten behoeve van de woningen en in de directe omgeving zijn 50 parkeerplaatsen beschikbaar.

Voor de woningen in het plangebied geldt op basis van de Stedelijk Plan dat in 2012 is vastgesteld een parkeernorm van 1,5 parkeerplaatsen per woning. Op grond van deze norm moeten 26 x 1,5 = 39 parkeerplaatsen worden gerealiseerd ten behoeve van deze ontwikkeling. Met de 50 parkeerplaatsen die beschikbaar zijn ten behoeve van dit plan wordt ruim voldaan aan de parkeernorm.

4.7 Vormvrije M.E.R.-beoordeling

In de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage(besluit m.e.r.) is vastgelegd dat voorafgaand aan een ruimtelijk plan dat voorziet in een grootschalig project met belangrijke nadelige milieu-gevolgen een milieueffectrapport opgesteld dient te worden. De projecten en de omvang van de projecten worden genoemd in onderdeel C en D van het besluit m.e.r. Indien een activiteit is genoemd bij onderdeel C en/of D, maar de drempelwaarden worden niet overschreden, moet een zogenaamde vormvrije m.e.r.-beoordeling worden uitgevoerd.

Voor dit plan worden de drempelwaarden niet overschreden zodat kan worden volstaan met een vormvrije m.e.r.- beoordeling. Onderhavige ontwikkeling is middels een ruimtelijke onderbouwing onderzocht op eventuele negatieve gevolgen. Diverse aspecten zoals geluid, luchtkwaliteit en veiligheid zijn in beeld gebracht. Uit deze ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er sprake is van beperkte gevolgen voor het milieu ofwel geen aanzienlijke negatieve milieugevolgen. Daarbij meegewogen dat het een binnenstedelijke locatie betreft waar reeds op basis van het nu geldende bestemmingsplan een woonbestemming geldt. Het initiatief is om die reden niet aan te merken als een project met aanzienlijke milieugevolgen, zoals bedoeld in het m.e.r.-besluit. Er is daarom geen aanleiding om een m.e.r.-beoordeling als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer uit te voeren.

Hoofdstuk 5 Juridische planopzet

5.1 Verklaring van de bestemmingen

5.1.1 Verkeer - Verblijfsgebied

Op deze bestemming zijn van toepassing de desbetreffende regels deel uitmakende van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied. Zie de toelichting van dat bestemmingsplan.

5.1.2 Wonen

Op de gronden met de bestemming "Wonen" is het toegestaan om woningen te realiseren. Naast wonen mag ook in de woning onder voorwaarden worden gewerkt in het kader van aan-huis-verbonden beroepen. Ten behoeve van de woonfunctie zijn ondergeschikte tuinen, erven, terreinen, woonstraten, verhardingen, overpaden, in-/uitritten en voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater alsmede bijbehorende bebouwing toegestaan.

De bestemming 'Wonen' is op de verbeelding aangegeven met een bestemmingsvlak en een bouwvlak. De hoofdgebouwen dienen binnen deze bouwvlakken opgericht te worden, met uitzondering van erkers, balkons, luifels en dergelijke. In de regels en op de verbeelding is een maatvoering ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte opgenomen. Voorts is in de regels bepaald dat hoofdgebouwen opgericht dienen te worden in de aan de straat gelegen bouwgrens en dat de maximale diepte van een hoofdgebouw 12 meter bedraagt.

Binnen het bouwvlak van de bestemming 'Wonen' zijn aan-/uitbouwen en bijgebouwen ten dienste van de bestemming toegestaan. De maatvoeringen ten aanzien van het maximaal te bebouwen oppervlak, de goot- en bouwhoogte alsmede de afstand van een aan-/uitbouw en bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens en (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw zijn opgenomen in de regels.

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 2 meter mag bedragen, tenzij gelegen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw. Alsdan is de hoogte beperkt tot 1 meter. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter of 7,5 meter voor kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.

In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat het verboden is gronden en opstallen te gebruiken ten behoeve van een seksinrichting. Daarnaast is aangegeven dat het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning niet is toegestaan. Voorts zijn in de specifieke gebruiksbepalingen voorwaarden opgenomen ten aanzien van de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Tevens is opgenomen dat een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het bouwen van woningen langs 30 km wegen, waarvoor geen hogere grenswaarde is vastgesteld, met een geluidbelasting hoger dan 53 dB (zonder aftrek volgens art. 110g Wet geluidhinder) wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag door middel van een akoestisch onderzoek is aangetoond dat kan worden voldaan aan de wettelijke grenswaarde voor het binnenniveau in de woningen. Hiertoe moet de gecumuleerde geluidbelasting van alle wegen (zonder aftrek volgens art. 110g Wet geluidhinder) in de beoordeling worden betrokken.

5.2 Toetsing van het plan aan de uitwerkingsregels

Het onderhavige bestemmingsplan is gebaseerd op de uitwerkingsregels 'Gemengd - Uit te werken' van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied. Het onderhavige bestemmingsplan dient te voldoen aan de gestelde regels. In onderstaand overzicht zijn de verschillende uitwerkingsregels opgenomen en is aangegeven op welke wijze hieraan wordt voldaan.

Uitwerkingsregel   Toetsing  
De voor 'Gemengd - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen, waaronder woongebouwen ten behoeve van kamerverhuur/kamerbewoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
- zorgwoningen met de daarbij benodigde ondersteunende voorzieningen;
- maatschappelijke voorzieningen;
- aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
- tuinen, erven en terreinen;
- woonstraten;
- verhardingen;
- overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
- voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
- nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.  
Het plan voorziet in 26 woningen conform de uitwerkingsregels  
   
De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag niet worden overschreden   De bouwhoogte is conform de uitwerkingsregels  
   
De uitwerking moet passen binnen het gemeentelijk geluidbeleid   Zie paragraaf 4.1  
   
Er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
1. het straat- en bebouwingsbeeld
2. de verkeersveiligheid
3. de sociale veiligheid
4. de milieusituatie
5. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving  
Het stedenbouwkundig plan is afgestemd met de teams stedenbouw, verkeer en milieu.  
   
De geluidsbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidgevoelige bebouwing mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of verkregen hogere waarde   Zie paragraaf 4.1  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van de luchtkwaliteit   Zie paragraaf 4.2  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van voldoende parkeergelegenheid   Zie paragraaf 4.3  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van bodemkwaliteit   Zie paragraaf 4.4  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van de watertoets   Zie paragraaf 4.5  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van archeologie   Zie paragraaf 4.6  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van externe veiligheid   Zie paragraaf 4.7  
   
De uitwerking moet voldoen aan de onderzoeksverplichting van ecologie, toetsing flora en faunaweg   Zie paragraaf 4.8  

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De gemeente Hengelo en de rechtsvoorgangers van Welbions (St. Joseph Wonen en HBS Ons Belang) hebben op 7 december 2004 de Intentieverklaring herstructurering Berflo Es Hengelo ondertekend, teneinde gezamenlijk het voortouw te nemen in de herstructurering van de bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte van de exploitatiegebieden in de Berflo Es. Partijen hebben in vervolg daarop in 2005 de Samenwerkingsovereenkomst Berflo Es gesloten (SOK Berflo Es). Partijen zijn nadien in onderhandeling getreden omtrent de ontwikkeling en realisatie van Deelproject Veldwijk Noord Plus. Partijen hebben overeenstemming bereikt over de nota van uitgangspunten voor Veldwijk Noord Plus. De nota van uitgangspunten is door de raad van de gemeente Hengelo vastgesteld op 14 april 2009. Partijen hebben in 2009 hun onderlinge verhouding met betrekking tot de realisatie van het Veldwijk Noord Plus in een realisatieovereenkomst vastgelegd. Deze realisatieovereenkomst is door de Raad vastgesteld op 1 juli 2009.

Het bruto woongebied van Veldwijk Noord Plus is ongeveer 7 hectare, waarvan ongeveer 1,5 hectare door de gemeente uitgegeven gaat worden. De rest van de kosten wordt afgedekt door subsidies, bijdragen van de gemeente en bijdragen van derde partijen. Door alle bijdragen van diverse partijen is het plan economisch uitvoerbaar.

Het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied, uitwerking Morgen Wonen maakt onderdeel uit van Veldwijk Noord Plus. De uitgeefbare meters van het bestemmingsplan Veldwijk Noord Middengebied passen binnen de afspraken met de verschillende partijen. De bouw- en woonrijp maakkosten blijven binnen de eerder geraamde kosten. Daarmee blijft het bestemmingsplan binnen de in de grondexploitatie vastgestelde kaders en is de economische uitvoerbaarheid aangetoond.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ter voldoening aan de in het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied voorgeschreven uitwerkingsprocedure wordt het ontwerp-besluit tot uitwerking met de daarbij behorende stukken gedurende zes weken ter inzage gelegd.