direct naar inhoud van Regels
Plan: Veldwijk Noord, Middengebied, Uitwerking entree zuidelijk deel
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 verbeelding

De tekening, deel uitmakende van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied, Uitwerking entree zuidelijk deel, tekening nr. NL.IMRO.0164.BPU0030a-0301;

1.2 dove gevel
  • een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede
  • een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte (zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Verkeer - Verblijfsgebied

Op deze bestemming is het bepaalde in artikel 4 van de regels deel uitmakende van het bestemmingsplan Veldwijk Noord, Middengebied van toepassing.

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor (gebouwen ten behoeve van):

  • a. woonhuizen, waaronder woongebouwen ten behoeve van kamerverhuur/kamerbewoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. aan-/uitbouwen en bijgebouwen;

met tevens ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. woonstraten;
  • e. verhardingen;
  • f. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • h. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen en zorgwoningen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de voorgevel van nieuw te bouwen woonhuizen dient in de aan de straat gelegen bouwgrens te worden gebouwd;
  • d. de maximale diepte van een hoofdgebouw bedraagt 12 meter;
  • e. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 2 meter te bedragen, tenzij bij bouwgrens anders is bepaald en met uitzondering van:
    • 1. woningen geschakeld via aan-/uitbouwen en bijgebouwen;
    • 2. woningen deel uitmakende van blokken van twee of meer woningen, in welke gevallen de gemeenschappelijke tussenmuur op de zijdelingse perceelsgrens mag worden gebouwd;
  • f. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', mag niet worden overschreden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' dient de zijgevel die is gericht op de Kuipersdijk vanaf 10,5 meter boven peil als dove gevel te worden gerealiseerd.
  • h. in afwijking van het bepaalde onder b mogen erkers, balkons, luifels, dakoverstekken en vaste zonweringen tevens binnen het bestemmingsvlak, buiten het bouwvlak aan een gevel van de woning worden gebouwd met een maximale bouwdiepte van 1,5 meter.
  • i. de woningen en zorgwoningen moeten voldoen aan het gemeentelijk geluidbeleid.
3.2.3 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen

Binnen deze bestemming mogen aan-/uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. aan-/uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aan-/uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter de voorgevelrooilijn te zijn gelegen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel bedragen:
    • 1. 50 m2;
    • 2. 75 m2 voor percelen groter dan 500 m2;
    • 3. 100 m2 voor percelen groter dan 1000 m2.

met dien verstande dat de oppervlakte van de aan-/uitbouwen en bijgebouwen die op dat gedeelte van het bouwperceel zijn of worden gebouwd, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 3.2.2 als hoofdgebouw vergroot kan worden, niet wordt gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan aan-/uitbouwen en bijgebouwen;

  • d. de bouwhoogte van een aan-/uitbouw of bijgebouw mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • e. de goothoogte van een aan-/uitbouw of bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • f. de afstand van aan-/uitbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 meter te bedragen, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd of bij bouwgrens anders is bepaald;
  • g. indien sprake is van de bouw van een aan-/uitbouw of bijgebouw ten behoeve van een kantoor of praktijkruimte behorende bij een aan-huis-verbonden-beroep en/of ruimten voor lichamelijk gehandicapten dan wel ten behoeve van mantelzorg dan mag de maximaal toegestane oppervlakte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen als bedoeld onder c met maximaal 25 m2 worden uitgebreid.
3.2.4 Nutsvoorzieningen

Binnen deze bestemming mogen nutsvoorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie geldt, dat de bebouwde oppervlakte niet meer dan 15 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen. Indien de bestaande bouwhoogte en oppervlakte meer bedragen dan gelden deze als maximum;
3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erf- en terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die maximaal 1 meter hoog mogen zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 7,5 meter hoog zijn.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijking met betrekking tot hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde onder 3.2.2 en kunnen toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 25 m2 bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 5 meter bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.3.2 Verlenen van afwijking voor nutsgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde onder 3.2.4 en kunnen toestaan dat grotere nutsvoorzieningen worden opgericht, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen;

  • a. het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van aan-, uitbouwen en bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.
3.4.2 Voorwaardelijke verplichting

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het bouwen van woningen langs 30 km wegen, waarvoor geen hogere grenswaarde is vastgesteld, met een geluidbelasting hoger dan 53 dB (zonder aftrek volgens art. 110g Wet geluidhinder) wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag door middel van een akoestisch onderzoek is aangetoond dat kan worden voldaan aan de wettelijke grenswaarde voor het binnenniveau in de woningen. Hiertoe moet de gecumuleerde geluidbelasting van alle wegen (zonder aftrek volgens art. 110g Wet geluidhinder) in de beoordeling worden betrokken.

3.4.3 Aan-huis-verbonden-beroep

Ten aanzien van de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroeps- of bedrijfsactiviteit gelden de volgende voorwaarden:

  • a. het aan-huis-verbonden-beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend door een bewoner van het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
  • b. er mag geen hinder worden of kunnen worden toegebracht aan het woonmilieu;
  • c. er mag niet meer dan 1/3 van de oppervlakte van de woning en de bij deze woning behorende aan-/uitbouwen en bijgebouwen voor de beroepsuitoefening worden gebruikt, met een maximum van 40 m2;
  • d. het mogen geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen, ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Veldwijk Noord, Middengebied, Uitwerking entree zuidelijk deel.