Plan: | Parapluplan standplaatsen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0172-0301 |
Op 12 juli 2022 zijn de ' Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo' (geconsolideerde versie) vastgesteld door de het college van burgemeester en wethouders. Met dit standplaatsenbeleid is sprake van een actueel beleidskader ten aanzien van standplaatsen. In de beleidsregels is beschreven op welke wijze standplaatsvergunningen verdeeld worden. Tevens zijn de beschikbare locaties aangewezen en is de verdelingsprocedure kenbaar gemaakt. Ook zijn er kwalitieitscriteria opgenomen, voor het geval er meer gegadigden zijn voor een bepaalde locatie en/of dag.
Op grond van artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen. Op grond van artikel 5:18 lid 2 van de APV moet een standplaats voldoen aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De bestaande standplaatsen voldoen, met uitzondering van de standplaatsen in de binnenstad, niet aan deze voorwaarde. Het bestemmingsplan 'Parapluplan standplaatsen' herziet de vigerende bestemmingsplannen gelijktijdig op één onderdeel, in dit geval het opnemen van standplaatsen conform de'Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo'. Hiermee wordt juridisch-planologisch geregeld dat het gebruiken van een standplaats niet meer strijdig is met het bestemmingsplan.
De grens van het plangebied Parapluplan standplaatsen is op de onderstaande afbeelding aangegeven. Met de rode stippen zijn (globaal) de verschillende locaties van de standplaatsen weergegeven.
Het bestemmingsplan Parapluplan standplaatsen is zogenaamd 'parapluplan'. Binnen de grenzen van het plangebied van dit bestemmingsplan geldt dan ook een groot aantal bestemmingsplannen. Deze geldende plannen blijven onverkort van kracht, ook nadat het parapluplan is vastgesteld en in werking getreden. De regels van het bestemmingsplan Parapluplan standplaatsen zijn of wel een aanvulling op de regels van de geldende bestemmingsplannen dan wel een vervanging van de daarin opgenomen gebruiksregels voor het realiseren en gebruiken van standplaatsen.
Dit bestemmingsplan heeft als doel om het gemeentelijk standplaatsenbeleid goed uit te kunnen voeren. Immers, één van de aspecten waar een standplaats aan moet voldoen is dat de standplaats moet passen binnen het bestemmingsplan. Zo wordt, via voorliggend bestemmingsplan in de vorm van een parapluplan, het standplaatsenbeleid in het kader van een goede ruimtelijke ordening planologisch ingebed.
APV
Op grond van artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hengelo 2019 (geconsolideerde versie na 4e wijziging) (hierna: APV) is het verboden zonder een vergunning een standplaats in te nemen of te hebben. Als weigeringsgronden worden onder andere genoemd het niet voldoen aan aan redelijke eisen van welstand en strijdigheid met het bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. Tevens wordt in artikel 5:18 verwezen naar de algemeen geldende weigeringsgronden van artikel 1:8 van de APV in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.
Aan de hand van de weigeringsgronden zoals genoemd in artikel 1.8 en het tweede en derde lid van artikel 5:18 van de APV, kan het college beleidsregels vaststellen waarin wordt aangegeven wanneer wel of niet tot het afgeven van een standplaatsvergunning wordt overgegaan. In een dergelijk beleid worden objectieve, algemeen bekendgemaakte criteria aangegeven die bij de beoordeling van een vergunningaanvraag worden gehanteerd.
Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo
Door het opstellen van ruimtelijk beleid voor standplaatsen hebben gemeenten een belangrijk instrument in handen, om het woon- en leefklimaat voor de consument en het investeringsklimaat voor de ondernemer te verbeteren. Met goede beleidsregels voor standplaatsen kan de gemeente sturen op locatie, aantal en diversiteit (branchering) van standplaatsen. Dit vraagt om een actieve en positieve benadering van standplaatsen. Niet langer wordt vooral gekeken of en wanneer een standplaats overlast oplevert, maar waar en in welke vorm een standplaats een meerwaarde heeft.
Op 12 juli 2022 zijn de 'Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo' (geconsolideerde versie) vastgesteld door het college. Zie Bijlage 1 . In de beleidsregels zijn locaties aangewezen waar een standplaatsvergunning verleend kan worden, mits deze locatie beschikbaar zijn en voldaan wordt aan deze criteria. Voor deze locaties zie Bijlage 2. Voor standplaatsen in Hengelo geldt dat er meer vraag is naar een vergunning dan dat er beschikbare locaties zijn. Dit maakt standplaatsvergunningen schaarse vergunningen. Hierdoor is het belangrijk om vooraf duidelijkheid te scheppen over de beschikbaarheid van een standplaatsvergunning, de criteria die gehanteerd worden en op welke wijze standplaatsvergunningen verdeeld worden.
De juridische vorm van dit bestemmingsplan betreft een parapluregeling. Een dergelijke regeling voorziet in een aanpassing / aanvulling van meerdere bestemmingsplannen op één of meerdere specifieke onderdelen. In Hengelo zijn recent bijvoorbeeld parapluplannen opgesteld voor filtsbezorgdiensten en darkstores en voor wonen. Voor het overige blijven deze bestemmingsplannen onverminderd van toepassing. Met dit plan vindt alleen een aanpassing van de planregels plaats, specifiek voor het toestaan van standplaatsen.
Kenmerk van ambulante handel is dat deze plaatsvindt vanuit een verrijdbaar of verplaatsbaar object (kraam, wagen of een tafel). Er is geen sprake van een 'bouwwerk' in de zin van het bestemmingsplan of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op grond van de Wabo is daarom geen omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' vereist. Het bestemmingsplan hoeft om die reden geen bouwregels te bevatten, maar uitsluitend gebruiksregels die standplaatsen in de openbare ruimte toestaan.
In de regels is onderscheid gemaakt tussen vaste standplaatsen waarbij eten wordt bereid, in de vorm van het bakken en/of braden van etenswaren, en overige vaste standplaatsen. Voor deze overige standplaatsen worden geen afstanden aangehouden tot woonbestemmingen. Bij de vaste standplaatsen waar gebakken en/of gebraden wordt, is voor het aspect geur aansluiting gezocht bij de vergelijkbare actviteiten 'restaurants, cafetaria's, snackbarts, ijssalons, viskramen', zoals genoemd in de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. Op basis daarvan hoort bij een standplaats waar eten wordt bereid - in een rustige woonwijk - een richtafstand van 10 meter tot de gevel. Bij alle vergunde standplaatsen waar eten wordt bereid, wordt voldaan aan deze aanbevolen richtafstand van 10 meter.
Voor deze standplaatsen waar eten wordt bereid, wordt in de regels vastgelegd hoeveel dagen maximaal per week deze standplaatsen mogen worden gebruikt ten behoeve van het bereiden van eten, in de vorm van bakken en/of braden. Daarbij is aansluiting gezocht bij de bestaande vergunde situatie. Deze wordt nu ook vastgelegd in de planregels.
Dit hoofdstuk beschrijft het voor dit bestemmingsplan relevante Europees, Rijks-, provinciale-, en gemeentelijke beleid.
Op 12 juli 2022 zijn de 'Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo' (geconsolideerde versie) vastgesteld door het college. Zie Bijlage 1 . In de beleidsregels zijn locaties aangewezen waar een standplaatsvergunning verleend kan worden, mits deze locatie beschikbaar zijn en voldaan wordt aan deze criteria. Voor deze locaties zie Bijlage 2. Voor standplaatsen in Hengelo geldt dat er meer vraag is naar een vergunning dan dat er beschikbare locaties zijn. Dit maakt standplaatsvergunningen schaarse vergunningen. Hierdoor is het belangrijk om vooraf duidelijkheid te scheppen over de beschikbaarheid van een standplaatsvergunning, de criteria die gehanteerd worden en op welke wijze standplaatsvergunningen verdeeld worden.
Locaties standplaatsen
Voor de locatie FBK-stadion geldt een uitsterfconstructie. Zodra de huidige standplaatshouder de locatie verlaat, verdwijnt deze locatie uit de beleidsregels. Daarom is voor deze locatie geen aanduiding opgenomen op de verbeelding.
Gelet op het gemeentelijk beleid zijn standplaatsen alleen op de locatieas die zijn aangewezen in de Beleidsregels standplaatsen gemeente Hengelo toegestaan. Deze locaties worden in voorliggend parapluplan verankerd. Daarmee is dit bestemmingsplan in overeenstemming met het gemeentelijk beleid voor standplaatsen.
Het bestemmingsplan Parapluplan standplaatsen bestaat uit een verbeelding en planregels en gaat vergezeld van een toelichting. Op de verbeelding is met een aanduiding aangegeven op welke locaties welk type standplaats (vaste standplaatsen, seizoensgebonden standplaatsen en incidentele standplaatsen) is toegestaan. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt een bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg vastgelegd. Het bestemmingsplan wordt in die vorm ook vastgesteld, tegelijk met een volledige analoge verbeelding van het bestemmingsplan op papier. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.
Het Bro laat echter de feitelijke digitale werkwijze voor een groot gedeelte over aan een ministeriële regeling, de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012, met de daarbij behorende standaarden. Het gaat daarbij om de inrichting, de vormgeving, de verbeelding, de beschikbaarstelling, de authenticiteit, de integriteit, de volledigheid, de vaststelling en de bekendmaking van de digitale ruimtelijke informatie. De regeling bestaat uit een set normen (die verplicht zijn voorgeschreven) en een pakket aan praktijkrichtlijnen die uitleggen hoe de verplichte normen toegepast kunnen worden.
Voorliggend bestemmingsplan voldoet aan alle verplichte onderdelen van de standaarden.
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en bijbehorend GML-bestand waarin de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat. Het .GML-bestand en de regels dienen in samenhang te worden bekeken.
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
1. Inleidende regels;
2. Bestemmingsregels;
3. Algemene regels;
4. Overgangs- en slotregels.
In het navolgende worden de regels per hoofdstuk toegelicht.
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied.
Dit artikel bevat de definities van de in de regels gebruikte begrippen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen is vastgelegd. In de begrippen zijn nieuwe definities voor 'vaste standplaatsen', 'seizoensgebonden standplaatsen' en 'incidentele standplaatsen' opgenomen. Deze aanpassing maakt duidelijk wat onder welke type standplaats wordt verstaan en daarmee wordt inzichtelijk welk type standplaats op welke locatie is toegestaan.
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Deze regels gelden voor een specifieke bestemming.
Dit artikel regelt op welke bestemmingsplannen de regels van toepassing zijn. Ook regelt dit artikel dat de nieuwe en aangepaste definities voor al deze bestemmingsplannen van toepassing wordt.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze gelden voor het gehele plangebied.
In artikel 3 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw zou kunnen worden gebruik gemaakt.
In artikel 4 is vastgelegd dat vaste standplaatsen, seizoensgebonden standplaatsen en incidentele standplaatsen uitsluitend zijn toegestaan ter plekke van de bewuste aanduiding op de verbeelding. Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen in dit artikel, waarbij het college van deze regel kan afwijken ingevolge bijzondere omstandigheden en/of onverwachte situaties een standplaats toe te staan op een locatie die niet is voorzien van een aanduiding.
Hoofdstuk 4 bevat regels omtrent overgangsrecht en de slotregel. Deze gelden voor het hele plangebied.
Dit artikel regelt ten aanzien van gebouwen en van gebruik dat bestaande gebouwen of bestaand gebruik dat afwijkt van het plan, onder voorwaarden mag worden voortgezet.
In dit artikel staat de naam van het bestemmingsplan.
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is.
Dit paraplubestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen of bouwplannen mogelijk. Dit plan heeft een beheersmatig karakter en uitvoering van dit plan brengt geen kosten met zich mee. Voor dit plan hoeft daarom geen afzonderlijk exploitatieplan vastgesteld te worden.
Ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening plegen burgemeester en wethouders, waar nodig, overleg met de nader in dit artikel genoemde instanties en functionarissen. Van plan tot plan dient te worden beoordeeld of een plan belangen van andere organisaties raakt en met wie overleg dient plaats te vinden. Aangezien het plan puur betrekking heeft op het vastleggen van bestaande vestigingsmogelijkheden van standplaatsen, raakt dit plan geen belangen van andere overheden.
Het ontwerpbestemmingsplan Parapluplan standplaatsen heeft, na publicatie in het Gemeenteblad en het Hengelo's weekblad, voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Een ieder kon in deze periode zienswijzen indienen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt, er zijn geen zienswijzen ingediend op het ontwerpbestemmingsplan.
Conform het gestelde in de Wet ruimtelijke ordening zullen de volgende stappen worden ondernomen: