direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan standplaatsen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0172-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluplan standplaatsen met identificatienummer NL.IMRO.0164.BP0172-0301 van de gemeente Hengelo.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 verbeelding

de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze van verbeelding verstaan.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 afwijken

het bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.

1.8 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.10 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.11 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.12 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.13 vaste standplaatsen

standplaatsen die gedurende één of maximaal twee dagen per week gedurende het gehele jaar of een deel van het jaar op een vaste locatie worden ingenomen waarbij het verkoopmiddel na afloop weer wordt verwijderd.

1.14 seizoensgebonden standplaatsen

standplaatsen die gedurende één of meerdere dagen per week gedurende maximaal drie aaneengesloten maanden op een vaste locatie worden ingenomen voor de verkoop van seizoensgebonden producten zoals oliebollen.

1.15 incidentele standplaatsen

standplaatsen op een aangewezen locatie die incidenteel, gedurende een korte termijn en niet met regelmaat worden ingenomen voor ideële of promotiedoeleinden. Onder dit soort standplaatsen valt ook kerstboomstandplaatsen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Reikwijdte

  • a. het voorliggende paraplubestemmingsplan is van toepassing op alle geldende bestemmingsplannen van de gemeente Hengelo die vallen binnen het plangebied van dit plan.
  • b. de regels in dit plan gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de begripsbepalingen en de bouw- en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor zover het gaat standplaatsen.
  • c. de overige regels van de geldende bestemmingsplannen als bedoeld onder a en b blijven ongewijzigd en onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

Aan de onderliggnede van kracht zijnde bestemmingsplannen, wordt (aan) het artikel 'Algemene gebruiksregels' het volgende toegevoegd.

4.1 Standplaatsen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 1' is het gebruik ten behoeve van een vaste standplaats toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 1' is het bereiden van eten, in de vorm van bakken en/of braden, maximaal 3 dagen per week toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 2' is het gebruik ten behoeve van een vaste standplaats toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 2' is het bereiden van eten, in de vorm van bakken en/of braden, maximaal 4 dagen per week toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 3' is het gebruik ten behoeve van een vaste standplaats toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 3' is het bereiden van eten, in de vorm van bakken en/of braden, maximaal 6 dagen per week toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 4' is het gebruik ten behoeve van een vaste standplaats toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - vaste standplaatsen 1' is het bereiden van eten, in de vorm van bakken en/of braden, niet toegestaan;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - seizoensgebonden standplaatsen' is het gebruik ten behoeve van een seizoensgebonden standplaats toegestaan;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - incidentele standplaatsen' is het gebruik ten behoeve van incidentele standplaatsen toegestaan;
  • g. voor de standplaats dient een vergunning te zijn afgegeven op grond van de APV van de gemeente Hengelo;
  • h. de oppervlakte per standplaats mag niet meer bedragen dan 30 m2;
  • i. de hoogte per standplaats mag niet meer bedragen dan 3 meter.
4.2 Voorwaardelijke verplichting luchtvoorschriften

Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken als standplaats, ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - vaste standplaatsen 1', 'overige zone - vaste standplaatsen 2', 'overige zone - vaste standplaatsen 3' of overige zone - seizoensgebonden standplaatsen' ten behoeve van bakken en/of braden is alleen toegestaan indien:
1. Bij gebruik van bak- en braadapparatuur of verwarmingsapparatuur een afstand van minimaal 10 meter vanaf eventuele woonbebouwing gewaarborgd is om de stankoverlast zoveel mogelijk te beperken. Indien hieraan niet voldaan wordt, moet ten behoeve van het voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, het tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder afgezogen dampen en gassen van het bereiden van voedingsmiddelen die naar de buitenlucht worden geëmitteerd:
a. ten minste twee meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen van een woongebouw worden afgevoerd, of:
b. worden geleid door een doelmatige ontgeuringsinstallatie.

2. Ten behoeve van het voorkomen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is, het tot een aanvaardbaar niveau beperken van geurhinder, wordern dampen die vrijkomen bij het bereiden van voedingsmiddelen, in een ruimte bij grillen, anders dan met houtskool, dan wel met frituren of bakken in olie of vet, afgezogen voordat zij in de buitenlucht worden afgevoerd, geleid door een doelmatig verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter.

3. Bijzondere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de maatregelen onder het eerste of tweede lid niet van toepassing zijn.

4.3 Afwijken van de gebruiksregels
4.3.1 Afwijkingsbevoegdheid standplaatsen

In afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 behoudt het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid ingevolge bijzondere omstandigheden en/of onverwachte situaties een standplaats toe te staan op een locatie die niet is voorzien van een aanduiding, zoals genoemd in artikel 4.1, mits er geen sprake is van:

  • 1. zodanige overlast, dat dit een bedreiging vormt voor de veiligheid en rust in de publieke ruimte;
  • 2. een te grote concentratie of belangstelling op eenzelfde locatie;
  • 3. een situatie waarbij het innemen van een standplaats en het aanbieden van bepaalde etenswaren of anderszins bepaalde risico's met zich meebrengen voor de volksgezondheid;
  • 4. een standplaats waarbij stankoverlast, geluidsoverlast of zwerfvuil risico's voor het (plaatselijk) milieu met zich meebrengen;
  • 5. een situatie waarbij er zich door de omvang van en de toeloop naart een standplaats, (verkeers)onveilige situatie voordoet;
  • 6. onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 7. een aantasting van een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 5.1 met maximaal 10%.

5.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Parapluplan standplaatsen.