direct naar inhoud van 2.4 Functies in het gebied
Plan: Buitengebied - Woolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0048-0301

2.4 Functies in het gebied

2.4.1 Agrarische structuur

Het buitengebied van Hengelo kenmerkt zich zowel door een veelheid aan en nabijheid van stedelijke invloeden als door een uitermate landelijk karakter.

Het landelijk gebied van Hengelo wordt gedomineerd door de melkveehouderij. Het overgrote deel (circa 80%) daarvan betreft graasdierhouderij (bron: CBS). De akkerbouw speelt in Hengelo een geringe rol. Aangezien het overgrote deel van de bedrijven in Hengelo de graasdierhouderij betreft, wordt het grondgebruik gedomineerd door grasland.

In het plangebied Buitengebied Woolde zijn agrarische gronden aanwezig evenals een manege.

2.4.2 Toeristisch recreatieve structuur

Het buitengebied van de gemeente Hengelo is, zoals grote delen van Twente, zeer aantrekkelijk voor recreatief medegebruik. Recreatie is dan ook een belangrijke functie in het buitengebied.

Het recreatief aanbod kan worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • Oorspronkelijk aanbod: De morfologische trekkers (monumenten, bossen, waterpartijen alsmede het cultuurhistorisch erfgoed) en de voorzieningen op het gebied van sport, cultuur etcetera;
  • Afgeleid aanbod: Zaken die niet als trekker fungeren, maar het verblijf veraangenamen;
  • Voorwaardenscheppend aanbod: Elementen die noodzakelijk zijn om van het aanbod gebruik te kunnen maken, zoals ontsluiting, bewegwijzering, informatie etcetera.

In het plangebied zijn naast de manege geen specifieke recreatievoorzieningen aanwezig. Wel vervult het gebied een functie als uitloopgebied van Hengelo. De Benninksweg en de Brugginksweg vervullen een functie als recreatieve fiets- en wandelroute.

2.4.3 Niet-agrarische functies en burgerwoningen
2.4.3.1 Niet-agrarische functies

Niet-agrarische functies zijn te onderscheiden in functies die functioneel aan het buitengebied gebonden zijn en functies die dat niet zijn. In het plangebied komen functies voor, die niet functioneel aan het buitengebied zijn gebonden. Het betreft een aannemersbedrijf en wegbeheerder Rijkswaterstaat.

2.4.3.2 Wonen

Naast de landbouw is ‘wonen’ altijd al een veel voorkomende functie geweest in het buitengebied. Wonen werd en wordt echter ook gezien als een functie die belemmeringen kan opleveren voor (agrarische) bedrijven. De trend doet zich voor dat nieuwe woonfuncties in het buitengebied mogelijk worden in bijvoorbeeld vrijkomende agrarische bebouwing, maar ook in de vorm van nieuwe landgoederen.

2.4.3.3 Leidingen

Nabij de A35 doorkruisen twee hogedruk aardgasleidingen, de ene leiding met een diameter van 18” en een druk van 66 bar en de andere met een diameter van 24” en een druk van 80 bar, het plangebied. Daarnaast zijn twee hoogspanningsleidingen aanwezig, de ene betreft een 110 kV leiding de andere een 380 kV leiding. De aardgasleidingen betreffen zogenoemde hoofdtransportleidingen. Voor beide leidingen geldt een belemmeringenstrook van 5 meter aan weerszijden van de leiding. De belemmeringenstrook kent diverse planologische beperkingen en dient voor inspectie, onderhoud en bescherming van de leiding.

Voor de hoogspanningsleidingen gelden de volgende zoneringsafstanden:

  • 25 meter aan weerszijden van de 110 kV-leiding;
  • 35 meter aan weerszijden van de 380 kV-leiding.

Binnen deze stroken gelden verschillende beperkingen.

Voor hoogspanningsleidingen geldt een indicatieve zone. Voor de 110 kV-leiding bedraagt deze 50 meter aan weerszijden van de leiding en voor de 380 kV leiding 145 meter aan weerszijden. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen deze zones moet tevens de veldsterkte als gevolg van de hoogspanningsleidingen in de beoordeling worden betrokken.