direct naar inhoud van 2.1 Geschiedenis van het gebied
Plan: Buitengebied - Woolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0048-0301

2.1 Geschiedenis van het gebied

De geomorfologische ondergrond van het plangebied en omgeving is door water en wind gevormd. De basis van het gebied bestaat uit ondiepe dalen (zie Geomorfologische kaart plangebied: groen, 2R2) en welvingen (zie Geomorfologische kaart plangebied: lichtgeel, 3L5). Binnen het plangebied ligt ook nog een klein deel van een lage rug/heuvel (zie Geomorfologische kaart plangebied: donkergeel, 3K14). Het uiterlijke aanzien van het gebied is vooral door de mens bepaald. In de Middeleeuwen werd begonnen met de ontginning van de woeste gronden voor de landbouw. Afhankelijk van het soort terrein ontstonden verschillende agrarische landschapstypen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0048-0301_0003.png"

Geomorfologische kaart plangebied

Op de grens van hoge welvingen en ondiepe dalen werden boerenhoeven gebouwd. Op de hoge, droge welvingen werden akkers aangelegd. Houtwallen rond de essen hielden dieren van de gewassen weg. De nabije lage, natte beekgronden werden als wei- en hooilanden gebruikt. Deze gronden waren vanouds in onregelmatige blokvormige percelen verdeeld. Houtsingels op de perceelsgrenzen moesten het vee binnen en roofdieren buiten houden.

Soms zijn gebieden, zoals in het dalgebied van de Woolderbinnenbeek (gelegen langs de A35), zo uitgestrekt dat ze als apart landschapstype kunnen worden aangemerkt. Oorspronkelijk kwamen hier drassige hooilanden voor. De percelen lagen haaks op de beken en waren door beplanting van elkaar gescheiden. Bebouwing ontbrak in deze natte gebieden. In de loop der tijd is het zogenaamde karakteristieke medengebied steeds meer een algemeen, open beekdallandschap geworden.

Als gevolg van verstedelijking in de nabije omgeving, drainage, schaalvergroting, mechanisatie en efficiƫntieoverwegingen is het gebied in de twintigste eeuw veranderd: de hooilanden hebben plaatsgemaakt voor weilanden en veel lineaire beplantingen zijn gerooid. Het agrarisch grondgebruik is grotendeels blijven bestaan.