direct naar inhoud van Artikel 11 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied - Woolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0048-0301

Artikel 11 Leiding - Gas

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'leiding - leidingstrook' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), tevens bestemd voor ondergrondse leidingen met daarbij behorende belemmeringenstrook voor het transport van:

  • a. gas door een leiding van maximaal 18 inch en een maximale druk van 66 bar;
  • b. gas door een leiding van maximaal 24 inch en een maximale druk van 80 bar.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5 meter bedragen;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 11.2.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van mede op deze gronden liggende bestemmingen(en) mogen worden opgericht, waarbij geldt dat:

  • a. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant;
  • b. een omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verbodsbepaling

Het is verboden op de tot 'Leiding - Gas' bestemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. diepploegen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, waaronder rietbeplanting;
  • c. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • h. het verrichten van grondroeractiviteiten (bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • i. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.

De onder a. tot en met g. bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de gasleidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder / directeur van het energiebedrijf.

11.4.2 Uitzondering

Het onder 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de leiding;
  • b. welke voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
  • c. welke mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
  • d. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan reeds zijn toegestaan op basis van een verleende omgevingsvergunning;
  • e. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
11.4.3 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 11.4.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid
11.5.1 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de in 11.1 genoemde bestemming wijzigen en andere leidingen dan genoemd in artikel 11.1 toelaten mits:

  • a. de veiligheidscontour voor het plaatsgebonden risico binnen de belemmeringenstrook van de desbetreffende leiding ligt;
  • b. de veiligheid van de andere aanwezige leidingen niet wordt geschaad;
  • c. het groepsrisico is verantwoord.
11.5.2 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan als bedoeld in artikel 11.5.1 is het bepaalde in artikel 22.1 van toepassing.