direct naar inhoud van 5.4 Milieu
Plan: Anninksweg 117
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0031-0301

5.4 Milieu

5.4.1 Bedrijven en milieuzonering

In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen bedrijven die relevante milieuhinder kunnen veroorzaken.

5.4.2 Bodem

Uitvoering van dit bestemmingsplan gaat niet gepaard met nieuwe ingrepen in de bodem. De bestemming van de gronden wordt voorts niet gewijzigd, waardoor de Wet bodembescherming niet aan de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan in de weg staat. Opgemerkt wordt dat uit onderzoek in het historisch bodembestand volgt dat in het plangebied en de directe omgeving geen locaties zijn aangetroffen die verdacht zijn voor mogelijke verontreiniging van de bodem.

5.4.3 Geluid

De wegen in de directe omgeving van het plangebied zijn ingericht als 30 km-weg, waardoor er in het kader van wegverkeerslawaai geen akoestisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd. In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen geluidsbelastende activiteiten waarvan de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Uitzondering hierop vormt het spoorweglawaai van het traject Hengelo-Oldenzaal. Hiervoor is een hogere grenswaarde verleend.

Op circa 80 m van de woning is het spoortraject Hengelo-Oldenzaal gelegen. In het kader van een eerder doorlopen artikel 19 lid 3 procedure (oude WRO) is akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 1). Uit het onderzoek bleek dat de (toenmalige) voorkeursgrenswaarde van 57 dB(A) wordt overschreden, maar dat de uiterste grenswaarde 70 dB(A) niet wordt gehaald. Zodoende zijn bij deze procedure hogere grenswaarden vastgesteld (zie bijlage 2). Op grond van de Wet geluidhinder blijven in een ongewijzigde situatie deze hogere grenswaarden van kracht.

5.4.4 Externe veiligheid

De externe veiligheidsnormering rond transportassen is nog niet wettelijke geregeld; wel is door de ministeries van V&W, Vrom, en BZ een circulaire opgesteld: de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In deze circulaire wordt aangegeven hoe de externe veiligheidsaspecten moeten worden getoetst.

Het externe veiligheidsrisico wordt uitgedrukt in twee grootheden, het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting of transportas zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval binnen die inrichting of transportas waarbij een gevaarlijke stof is betrokken. Het plaatsgebonden risico is een rekenkundige waarde, is onafhankelijk van de aard van de omgeving en kan worden weergegeven als een contour langs het spoor die punten met een even hoog risico met elkaar verbindt.Aan het plaatsgebonden risico is een (wettelijke) grenswaarde verbonden: een overlijdenskans van 10-6 (1 op een miljoen) per jaar. Binnen de plaatsgebonden risico-contour van 10-6mogen zich geen kwetsbare objecten (bijv. woningen) bevinden of worden geprojecteerd.

Het groepsrisico is gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een inrichting of transportas in één keer het dodelijke slachtoffer worden van een incident met gevaarlijke stoffen binnen de inrichting of op de transportas. Bij de bepaling van het groepsrisico wordt, in tegenstelling tot het plaatsgebonden risico, de feitelijke situatie van de omgeving betrokken, zoals: bevolkingsdichtheid, aard van de bebouwing en zelfredzaamheid.

Het groepsrisico kent geen grenswaarde, maar een zogenoemde oriëntatiewaarde. Het groepsrisico moet worden vergeleken met die oriëntatiewaarde. Bij de vaststelling van een WRO-besluit of Verkeersbesluit moet op grond van de Circulaire het groepsrisico worden verantwoord als het groepsrisico als gevolg van dat besluit toeneemt of als het groepsrisico groter is dan de oriëntatiewaarde.

Het plangebied ligt tegen de spoorlijn Hengelo-Oldenzaal. Over dit traject vindt internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Momenteel is regelgeving in voorbereiding met betrekking de veiligheidsrisico's van het doorgaand vervoer van gevaarlijke stoffen, het zogenoemde basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. In het kader van basisnet zijn prognoses opgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in 2020. De prognoses voor het traject betreffen de volgende stofcategorieën en aantallen ketelwagens:

categorieën   A   B2   B3   C3   D3   D4  
Voorbeeld stof per
categorie
 
brandbaar gas (LPG)   toxisch gas (ammoniak)   zeer toxisch gas (chloor)   Zeer brandbare vloeistof (benzine)   toxische vloeistof (acrilnitril)   zeer toxische vloeistof (fluorwaterstof)  
Almelo   3390   380   200   2620   230   150  

Op basis van deze prognoses en de karakteristieken van het spoor ter plaatse (dubbelsporig, hoge snelheid, geen wissels) is met gebruikmaking van RMB II (versie 1.3.0) het plaatsgebonden risico bepaald. Er wordt geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 buiten het spoor berekend.

Ten behoeve van het basisnet zijn groepsrisicoberekeningen uitgevoerd: langs het traject naar Oldenzaal is het groepsrisico lager dan de oriëntatiewaarde. Met voorliggend plan wordt een woonbestemming gewijzigd; er wordt geen woonbestemming toegevoegd. Omdat als gevolg van het plan de bevolkingsdichtheid niet toeneemt en de afstand tot het spoor niet kleiner wordt, neemt ook het groeprisico niet toe. Op grond van het gestelde in de Circulaire kan daarom verantwoording van het groepsrisico achterwege blijven.

5.4.5 Luchtkwaliteit

Voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit, is het Besluit en de regeling 'niet in betekende mate' aan de orde, waardoor het plan is vrijgesteld van toetsing aan grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ter plaatse van het plangebied vinden overigens geen overschrijdingen plaats van de wettelijk bepaalde grenswaarden voor luchtkwaliteit.