direct naar inhoud van 4.4 Milieu
Plan: Bedrijventerrein Westermaat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0020-0302

4.4 Milieu

In deze paragraaf wordt ingegaan op de milieu- en omgevingsaspecten die relevant zijn voor het bestemmingsplan. Deze paragraaf is een samenvatting van de Milieuaspectenstudie, welke als separate bijlage (Bijlage 6) aan het bestemmingsplan is toegevoegd. In deze Milieuaspectenstudie zijn de afzonderlijke onderwerpen uitgebreid beschreven.

4.4.1 Bedrijven en milieuzonering

In het plangebied Westermaat komt een breed scala aan bedrijfsactiviteiten voor. Ten behoeve van het bestemmingsplan is nagegaan in hoeverre deze bedrijfsactiviteiten (juist in relatie tot de huidige wet en regelgeving) inpasbaar zijn in de omgeving. Er is gebruik gemaakt van de systematiek van bedrijven en milieuzonering. In de systematiek van bedrijven en milieuzonering is per type bedrijf een indicatie gegeven van de effectafstand van verschillende milieuaspecten: geluid, stof, geur en gevaar. De grootste afstand is maatgevend en bepalend voor de milieucategorie waartoe het type bedrijf wordt gerekend. Bedrijven en milieuzonering kan worden gebruikt om te bepalen of een type bedrijf passend is in de omgeving. Ten behoeve van het bestemmingsplan is een inventarisatie uitgevoerd van de aanwezige bedrijven. Daar waar zich een mogelijk knelpunt voordoet is de milieuvergunning bekeken en beoordeeld. Op grond van de milieuvergunning is het mogelijk te bepalen wat de feitelijke belasting van een bedrijf op de omgeving is en of er sprake is van een knelpunt. Een belangrijk aspect in relatie tot het bedrijventerrein Westermaat is het gegeven dat Westermaat gedeeltelijk geluidgezoneerd is. Het geluidsaspect van bedrijven die op het gezoneerde bedrijventerrein liggen wordt geregeld in de geluidszone (zie ook paragraaf 7.3). Ingeval van een wettelijke geluidzone dient voor het aspect geluid de Wet geluidhinder als toetsingskader en niet de systematiek van Bedrijven en Milieuzonering. Voor andere aspecten, zoals geur, kan de systematiek van Bedrijven en milieuzonering wel als toetsingskader dienen.

Binnen het plangebied komt detailhandel voor. Detailhandel valt binnen de milieucategorieën 1 en 2 en levert in het algemeen geen belemmeringen op voor andere bestemmingen. Er heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden in het kader van bedrijven en milieuzonering.

De horeca binnen het plangebied valt op grond van het gemeentelijk horecabeleid binnen horeca categorie 1. Dit is een lichte vorm van horeca met een dienstverlenend karakter. Horeca valt binnen de milieucategorieën 1 en 2 en levert in het algemeen geen belemmeringen op voor andere bestemmingen. Er heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden in het kader van bedrijven en milieuzonering.

Waar de milieucontour (uitgaande van de publicatie "Bedrijven en Milieuzonering" ) rond bedrijven van de categorieën 3 en 4 geheel of gedeeltelijk buiten het plangebied ligt, kunnen milieuhygiënische knelpunten optreden. Van de bedrijven waar deze situatie zich voordoet zijn de milieuvergunningen onderzocht om te bepalen wat de feitelijke situatie is en of er sprake is van een knelpunt.

4.4.2 Geluid

Industrielawaai

Bedrijventerrein Westermaat is gedeeltelijk geluidgezoneerd. Het betreft grofweg de gebieden Westermaat zuid-oost, het IJsselmijterrein en het Expo-terrein (deze laatste behoort niet tot het plangebied). De begrenzing van het gezoneerde industrieterrein is op onderstaande afbeelding weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0020-0302_0006.jpg"

Rond een gezoneerd industrieterrein geldt een wettelijke geluidszone (50 dB(A) contour). Deze geluidzone is er enerzijds ter bescherming van de mogelijkheden van de bedrijven op het gezoneerd industrieterrein en fungeert anderzijds ter bescherming van omliggende geluidgevoelige functies. Het geluid dat de bedrijven op het gezoneerd industrieterrein (gezamenlijk) produceren mag op de grens van de geluidzone niet meer bedragen dan 50 dB(A). Ingeval van een wettelijke geluidzone dient voor het aspect geluid de Wet geluidhinder als toetsingskader en niet de systematiek van Bedrijven en Milieuzonering. Binnen de grens van het gezoneerd industrieterrein worden geen burgerwoningen aangetroffen. Buiten het gezoneerd industrieterrein, maar binnen de wettelijke geluidszone, de 50 dB(A) contour zijn verschillende burgerwoningen gelegen. Voor deze bestaande burgerwoningen zijn hogere waarden vastgesteld met een maximum van 55 dB(A). De betreffende burgerwoningen liggen overigens buiten het plangebied. Binnen het plangebied zijn geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen toegestaan.

Weg- en railverkeerslawaai

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in de aanleg van nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen of in de aanleg van wegen. Derhalve is geen specifiek onderzoek gedaan naar weg- of railverkeerslawaai.

Vliegtuiglawaai

Het plangebied ligt niet in de zone van het Vliegveld Twenthe. Vliegtuiglawaai is derhalve niet onderzocht.

4.4.3 Nader beschouwde bedrijven

Uit de inventarisatie van de aanwezige bedrijven is gebleken dat een aantal bedrijven mogelijk een uitstraling buiten het bedrijventerrein heeft. Hieronder is aangegeven om welke bedrijven het gaat, in welke categorie ze vallen en welk milieuaspect daarbij maatgevend is.

adres   bedrijf   categorie   afstand   aspect  
Pasmaatweg 20   van Marle grafische bedrijven   3.2   100 m   geluid  
Transformatorhof 36-38   Autobedrijf Bouret   3.2   100 m   geluid  
Transformatorhof 30   Sietsma constructiebedrijf   3.2   100 m   geluid  
Turbinestraat 91   van der Poel desserts   3.2   100 m   geluid  
Hassinkweg 2   Berghorst Hengelo   4.2   300 m   geur  
Wegtersweg 17   RWZI   4.2   300 m   geur  
Slachthuisweg ong.   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:- 100 - 200 MVA   3.2   100 m   geluid  
Slachthuisweg 21   Nima Tooling   3.1   50 m   geluid  
Alfred Marshallstraat 2   Stork Plastic Machinery   4.1   200 m   geluid  
Europalaan 202   Eaton Electric (Holec)   4.1   200 m   geur  

De bedrijven die in bovenstaande tabel zijn aangegeven met een dikgedrukt lettertype zijn gelegen op het gezoneerd industrieterrein, voor deze bedrijven is bovendien het aspect geluid maatgevend. Voor deze bedrijven geldt de Wet geluidhinder als toetsingskader, als gevolg waarvan de geluidbelasting is geregeld in de zone. Nadere toetsing van deze bedrijven is niet aan de orde. Voor de overige bedrijven is aan de hand van de milieuvergunning nagegaan of zich knelpunten voordoen ten opzichte van de omgeving.

Voor de RWZI is een revisievergunning Wet milieubeheer in voorbereiding. In dat kader is in mei 2009 door Witteveen + Bos een nieuw akoestisch onderzoek uitgevoerd (HGL 155-2) en is er een geuronderzoek uitgevoerd (Witteveen + Bos, juni 2009 HGL 155-1). Uit het onderzoek blijkt dat de aangevraagde akoestische situatie inpasbaar is in de zone.

Voor RWZI Hengelo is de geurbelasting in de omgeving in beeld gebracht door middel van een verspreidingsberekening. De contourberekeningen geven aan dat:

  • de contour voor 7 ge/m³ buiten de terreingrenzen van de inrichting ligt;
  • waarbij zich ten zuidoosten van de inrichting enkele woningen binnen deze contour bevinden;
  • de contour voor 3 ge/m³ als 98-percentiel ten zuidwesten van de inrichting grenst aan de woonwijk, waarbij zich geen aaneengesloten woonbebouwing binnen deze contour bevindt.
4.4.4 Bodem

Onderhavig bestemmingsplan heeft voornamelijk betrekking op het conserveren van een bestaande situatie. Voor de bestaande situatie is in principe geen bodemonderzoek noodzakelijk. Wanneer binnen het conserverend bestemmingsplan (incidenteel) nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn dient een onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemgesteldheid. Binnen het voorliggende bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien die niet al mogelijk waren op basis van de thans vigerende plannen en verleende vrijstellingen. Indien sprake is van herontwikkeling binnen een gebied, zal in het kader van de bouwvergunning worden verzocht de bodemkwaliteit in beeld te brengen.

4.4.5 Externe veiligheid

De normering voor de externe veiligheid rond bedrijven is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De externe veiligheids normering rond transportassen is nog niet wettelijke geregeld; wel is door de ministeries van V&W, Vrom, en BZ een circulaire opgesteld: de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In deze circulaire wordt een met het Bevi vergelijkbare systematiek geadviseerd. De opslag van vuurwerk is uitgesloten van het Bevi en valt onder het Vuurwerkbesluit.

Bevi inrichtingen

Binnen het plangebied zijn twee Bevi inrichtingen aanwezig, in de vorm van lpg-tankstations. Uit de beschikbare informatie blijkt dat er in het kader van externe veiligheid geen ongewenste situaties bestaan. Er is getoetst aan het Bevi: er wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor het plaatsgebonden risico. Ten aanzien van het groepsrisico is in de milieuvergunning van het tankstation nabij IKEA opgenomen dat laden en lossen van LPG-tankauto's uitsluitend plaats mag vinden buiten de openingstijden van IKEA. Hierdoor is het groepsrisico verwaarloosbaar.

Ten aanzien van het tankstation aan de Holtersweg wordt opgemerkt dat het groepsrisico in de huidige situatie onder de oriënterende waarde blijft. Als alle mogelijkheden in het bestemmingsplan benut worden, dan kan er sprake zijn van een overschrijding van de oriënterende waarde. Het college van B&W heeft het voornemen om binnenkort een procedure te starten om de vergunning op dit punt aan te passen en de doorzet te begrenzen op 1.000 m3. Het bestemmingsplan betreft in hoofdzaak een conserverend plan, waarbij de bestaande (vigerende) situatie opnieuw is vastgelegd. De aanwezige gebouwen liggen op zodanige afstand en zijn zodanig ingericht dat er voldoende vluchtwegen zijn van de inrichting af. Ontwikkelingen die tot een substantiële toename van het groepsrisico zullen leiden, zijn niet aannemelijk.

Overige inrichtingen

Aan de Wegtersweg 20 is het bedrijf Coldstore Hengelo II BV gevestigd. Het bedrijf beschikt over een koelinstallatie. Als koudemiddel wordt ammoniak toegepast. Ammoniak is een giftig en brandbaar gas met een sterk prikkelende geur. Het gevaar ontstaat als het ammoniak uit de installatie ontsnapt en er een gifwolk ontstaat die zich door de wind in de omgeving verspreidt. Een inrichting valt onder de werking van het Bevi wanneer er (meer dan) 1.500 Kg ammoniak aanwezig is. Bij het bedrijf is 400 Kg ammoniak aanwezig. Coldstore Hengelo II BV is derhalve niet aangemerkt als Bevi-inrichting en kent als zodanig geen risicocontour. De externe veiligheidsrisico's van de rwzi Hengelo worden voornamelijk bepaald door de productie van biogas uit zuiveringsslib door vergisting. In het slibgistingsproces ontwijken gasvormige reactieproducten die worden omgezet in biogas. Dit biogas bestaat voornamelijk uit het brandbare gas methaan. De CV-ketels, de slibverwarmingsketels en de WKK worden gestookt op dit gistingsgas. Als gisitingsgas niet kan worden verstookt wordt het gas verbrand in de gasaffakkelinstallatie. Op de RWZI Hengelo is een gashouder aanwezig met een inhoud van 650 m3.

Door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een risico-inventarisatie uitgevoerd voor de opslag van biogas in gashouders. Het advies richt zich op brand- en explosiegevaar bij biogas in gashouders. Het advies geeft aan dat explosie-effecten niet te verwachten zijn bij lekkage of instantaan falen van de gashouder. Bij een lekkage of falen van de gashouder is een brand wel mogelijk indien een ontstekingsbron aanwezig is. Het vrijgekomen gas vermengt zich met omgevingslucht en vormt een brandbare wolk, die bij ontsteking opbrandt.

Uit informatie van het RIVM blijkt dat voor een gashouder met een inhoud van 650 m3 een effectafstand van 30-45 meter aangehouden dient te worden. De afstand van de tank tot de grens van de inrichting bedraagt meer dan 45 meter, waardoor het effect van brand van de gashouder buiten de inrichtingsgrenzen niet waar te nemen is. Hierdoor is geen letaal effect van de RWZI te verwachten.

4.4.6 Luchtkwaliteit langs wegen

Per 15 november 2007 is de gewijzigde Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. In de Wet luchtkwaliteit, welke in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wm staat verwoordt, staan luchtkwaliteitseisen welke zijn gebaseerd op een viertal Europese richtlijnen. De luchtkwaliteitseisen in de Wet luchtkwaliteit zijn ter bescherming van het milieu en de volksgezondheid en zijn weergegeven in de vorm van grenswaarden, richtwaarden en plandrempels voor diverse verontreinigende stoffen. Besluiten welke gekoppeld zijn aan de Wet luchtkwaliteit zijn ondermeer de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007, het Besluit niet in betekenende mate (Besluit nibm) en het Besluit gevoelige bestemmingen.

Ten behoeve van het bestemmingsplan heeft onderzoek plaatsgevonden naar luchtkwaliteit tengevolge van wegverkeer en bedrijven. Hierna zijn de conclusies van het onderzoek weergegeven.

Uit het onderzoek is gebleken dat er geen bedrijven aanwezig zijn welke een relevante invloed uitoefenen op de luchtkwaliteit voor wat betreft de kritische parameters fijn stof en stikstofdioxide.

Het onderzoek laat voorts zien dat de grenswaarden zoals gesteld in de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden door toedoen van het wegverkeer op en in de nabijheid van het bedrijventerrein. Ondanks de groei van het aantal voertuigbewegingen is het de verwachting dat luchtkwaliteit, vanwege minder vervuilende auto's en lagere achtergrondconcentraties, de komende jaren op het bedrijventerrein Westermaat zal verbeteren.

4.4.7 Geurhinder

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen agrarische bedrijven gevestigd, waarvoor in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) een toetsing van het initiatief aan geurnormen dient te worden uitgevoerd. De Wgv werpt geen belemmeringen op voor de vestiging van bedrijven in het plangebied.

4.4.8 Ruimtelijke beperkingen

Een deel van het plangebied ligt in het intrekgebied van het waterwingebied Hasselo. Ter bescherming van het intrekgebied van de waterwinning zijn in dit gebied bedrijven met een verhoogde kans op bodemverontreiniging (aangegeven met een "B" in de kolom "bodem" in de bedrijvenlijst) uitgesloten.

De ligging in het radarverstoringsgebied en de aanwezigheid van een funnel en IHCS geven geen beperkingen aan de bestemmingen zoals deze in het bestemmingsplan zijn vastgelegd. Anderzijds geven de bestemmingen ook geen beperkingen aan de genoemde gebieden en zones. Op dit moment is er nog geen ILS systeem aanwezig. het voorliggende plan biedt geen belemmeringen aan een mogelijke toekomstige invoering van een ILS systeem.

In het bestemmingsplan is rekening gehouden met de bebouwingsvrije zone van de Rijksweg door bouwvlakken buiten deze zone te situeren.

Voor een toekomstige uitbreiding van de A1 is een bebouwingsvrije zone van 100 meter, gemeten uit de as van de nabijgelegen hoofdrijbaan, nodig. Bij de op- en afritten geldt een afstand van 50 meter uit de zijkant van de naastgelegen verharding. In deze zone mag geen bebouwing worden gerealiseerd, tenzij hiervoor vrijstelling is verleend door Rijkswaterstaat. Het voorliggende bestemmingsplan betreft een actualisatieplan. Bestaande rechten en mogelijkheden zijn overgenomen. In beginsel zijn bouwvlakken buiten de zone van 100 meter gesitueerd, tenzij deze in de bestaande situatie reeds kleiner is. Hierdoor is het niet mogelijk om binnen deze zone gebouwen op te richten. Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn wel toegestaan.

4.4.9 Brandweer en fysieke veiligheid

Voor het plangebied heeft de brandweer Hengelo de bluswatervoorziening, transportroutes en calamiteitenverkeer in beeld gebracht. Er doen zich geen knelpunten voor.