Bestemmingsplan Boeldershoek 2009

4.2 Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing

De bestaande landschappelijke en stedenbouwkundige structuur en inpassing van de Boeldershoek staat beschreven in paragraaf 3.2. Deze paragraaf gaat er verder op in hoe de oorspronkelijke uitgangspunten verder worden vertaald naar het nieuwe bestemmingsplan.

Voorwaarden uit het beplantingsplan

Basis voor de landschappelijke inpassing van het terrein Boeldershoek is het oorspronkelijke beplantingsplan4 met onderliggende landschapsstructuur uit 1990 en de actualisatie van het beplantingsplan dat heeft plaatsgevonden met het bestemmingsplan Boeldershoek uit 1992 en de eerste partiële herziening in 1994. De basisuitgangspunten van het beplantingsplan zijn nog steeds actueel voor de Boeldershoek.

Met de (oorspronkelijke) landschappelijke inpassing van het terrein Boeldershoek is het aangesloten op het oude oorspronkelijke hoevenlandschap, met haar sterke afwisseling in richting en ruimtebeleving. De afwisseling in het oorspronkelijke landschap ter plaatse van de Boeldershoek wordt bepaald door een opeenvolging van landschapselementen zoals houtwallen, laan-, singel- en beekbegeleidende beplanting, bossages en erfbeplanting. De mens heeft in meer of mindere mate zijn invloed doen gelden op het landschap en de genoemde elementen, hierdoor is een grote diversiteit ontstaan in het landschap.

De omgeving en de oorsprong van het terrein Boeldershoek vormen de basis voor de landschapstructuur zoals die op het terrein is toegepast. De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan de landschapsstructuur op het terrein van de Boeldershoek:

• oostzijde: aansluiting op het kleinschalige landschap van Twekkelo. Openheid naar aangrenzend kleinschalig gebied staat centraal. Overgangen van het gebied naar de stortheuvels verloopt in de vorm van flauwe taluds. De kleinschaligheid van het landschap loopt over in de taludvlakken en de groenstructuur;
• noordzijde: vormgeving wordt bepaald door een functionele belijning van de taluds in relatie tot het industrieterrein Twentekanaal. De 'Kop van de Boeldershoek' wordt een zelfstandige werklocatie. De 'Kop' vormt de entree van het terrein van Twence langs de Boeldershoek en grenst aan de drukke Diamantstraat;
• zuidzijde: de vormgeving wordt sterk bepaald door de aangrenzende A35, waarbij het stortlichaam enerzijds een groot zelfstandig element vormt dat de snelweg begeleidt. Anderzijds wordt het terrein door doorlopende groenstructuren aan de overzijde van de A35 geïntegreerd in het totaalbeeld van het aanwezige landschap. De maatvoering van de groenstructuur en de afwisseling van open-gesloten vindt daarbij aansluiting op de maatvoering van het aanwezige landschap;
• westzijde: landschappelijke en natuurwaarde van het gebied is vrij beperkt. Er is sprake van een vrij open landschap, met enkele bosjes en andere groenelementen.

Voor het bestemmingsplan “Boeldershoek 2009” zijn op grond van de oorspronkelijke landschappelijke uitgangspunten, de huidige situatie en de gewenste ontwikkeling van de Boeldershoek aanvullende uitgangspunten geformuleerd voor de inpassing van het terrein. De aanvullende uitgangspunten worden hieronder nader geformuleerd.

Voor het terrein van de Boeldershoek wordt in beginsel uitgegaan van een maximale bouwhoogte van 50 meter voor gebouwen, voor schoorstenen geldt een uitzondering, zoals dat ook in het 'oude' bestemmingsplan het geval was. De maximale bouwhoogte van 50 meter sluit aan bij de bestaande bouwhoogte van de AVI en wordt mede bepaald door een bouwhoogtebeperking in het plangebied door een radar van defensie. Defensie geeft aan dat in verband met de radar tot maximaal 85 meter +NAP mag worden gebouwd. Omdat het terrein van de Boeldershoek op gemiddeld 22 meter +NAP is gelegen, wordt met een bouwhoogte van 50 meter onder de 85 meter +NAP gebleven. Voor de stort geldt een maximale storthoogte van 40 meter, hetgeen een verhoging is ten opzichte van het oude bestemmingsplan, maar daarmee kan optimaler gebruik worden gemaakt van de gebruiksmogelijkheden van het terrein. De toegestane stortcapaciteit op de Boeldershoek blijft overigens gelijk.

Landschappelijke inpassing oost- (Twekkelo) en zuidzijde

Nadrukkelijk wordt hierboven gesproken over een maximale bouwhoogte. Voor de zuidzijde en oostzijde van de Boeldershoek geldt dat de werkelijke bouwhoogte is gerelateerd aan het zicht vanuit de omgeving en daarmee de mate van (landschappelijke) inpassing van activiteiten op de Boeldershoek zelf. Er mag op de Boeldershoek maximaal 50 meter hoog gebouwd worden, mits de bebouwing vanuit zuidelijke en oostelijke richting uit het zicht valt. Voor de afscherming van bebouwing wordt het gebruik zijn zichtlijnen in het leven geroepen.

De beïnvloeding van de zichtlijnen wordt vooral bepaald door de bestaande stortlobben en andere afschermingen, zoals bijvoorbeeld grondwallen (zie afbeelding 4.1). De vormgeving van de grondwallen en stortheuvels wordt door middel van gebruiksregels geregeld, met daaraan gekoppeld dwarsprofielen die de maximaal toelaatbare hellingen en hoogte van de stortlobben en grondwallen vastleggen. Aan de zichtbaarheid van de bebouwing kunnen nadere eisen worden gesteld door burgemeester en wethouders wanneer er onvoldoende aandacht aan inpassing en afscherming wordt besteed.

Voor het deelgebied ten oosten van de verlengde Boekeloseweg geldt een, bij de overgang naar het landelijke gebied meer passende extensief gebruik van de gronden door beperkte bouwmogelijkheden. De combinatie van een onbebouwd terrein en een groene bufferzone buiten het omheinde terrein, zorgen aan de oostzijde voor een geleidelijke overgang richting Twekkelo.

Afbeelding 4.1 geeft een visualisatie van het gebruik van zichtlijnen, hoogtelijnen en bebouwingspercentages.

Afbeelding 4.1 Visualisatie gebruik zichtlijnen, hoogtelijnen en bebouwingspercentages

Stedenbouwkundige inpassing westzijde

Op de Boeldershoek valt de bebouwing van de afvalverbrandingsinstallatie (AVI) het meeste in het zicht. De kolos die dit gebouw is, is een markant gebouw, het zicht hierop dient behouden te blijven en is juist karakteristiek en herkenbaar. Nieuwe (grootschalige) bebouwing moet zoveel mogelijk geconcentreerd worden rond de AVI en de oostelijker gelegen compostering. Hiermee komt het industriële karakter van de Boeldershoek aan de westzijde te liggen. Het oostelijke gedeelte van de Boeldershoek krijgt hiermee een natuurlijker karakter wat meer aansluit op het landschap van Twekkelo. Voor het westelijke en meer industriële gedeelte van de Boeldershoek geldt een intensiever bebouwingspercentage van 60%, dat aansluit op industrieterrein Twentekanaal en het industriële karakter van het deelgebied. Een specifieke landschappelijke inpassing is aan de westzijde niet vereist, en nadrukkelijk ook niet wenselijk. De stedenbouwkundige uitstraling bepaalt het gezicht van Twence aan de westzijde.

Stedenbouwkundige inpassing 'Kop van de Boeldershoek'

De zogenaamde 'Kop van de Boeldershoek', de noordelijke punt van het terrein van Twence, gelegen binnen de gemeentegrenzen van Hengelo, wordt gekarakteriseerd door een meer stedelijke uitstraling door haar ligging aansluitend op het industrieterrein Twentekanaal. Voor de 'Kop' is er dan ook meer sprake van een stedenbouwkundige inpassing dan van een landschappelijke. Voor de Kop van de Boeldershoek geldt een gefaseerd aflopende bouwhoogte van 50 meter, nabij de AVI, naar 15 meter in richting Diamantstraat, om daarmee aan te kunnen sluiten bij de bestaande bebouwing op het industrieterrein Twentekanaal. Voor de Kop van de Boeldershoek geldt een bebouwingspercentage van 60% aansluitend op het meer industriële karakter van de Boeldershoek aan de westzijde en ook als aansluiting op de bebouwingspercentages van industrieterrein Twentekanaal als gemengd bedrijventerrein.

Nadere detaillering stedenbouwkundige inpassing Milieupark

Voor het geplande Milieupark op de 'Kop van de Boeldershoek' (gemeente Hengelo) is vrijstelling als bedoeld in artikel 19.1 WRO (oud) verleend. In de voor de vrijstellingprocedure opgestelde ruimtelijke onderbouwing is reeds gekozen voor een stedenbouwkundig inrichtingsmodel voor de Kop: het model 'wal + plint'. De gekozen inpassing voor het Milieupark op de Kop van de Boeldershoek is hieronder (integraal) overgenomen. Het model 'wal + plint' bestaat uit een inpassing van het Milieupark met een groene wal en een schanskorf muur (plint) aan de straatzijde.

Afbeelding 4.2 Model wal + plint

In de omgeving van het Milieupark ligt een bedrijventerrein met bebouwing van een grootschalig karakter. De bebouwing dient aangesloten te worden op de rooilijn van de bestaande bebouwing ten zuiden van de Diamantstraat. Tevens moet er worden aangesloten bij de schaal het en karakter van de omgeving van zowel het omliggende bedrijventerrein als van Twence.

Ten oosten van de Boeldershoek ligt het buurtschap Twekkelo met een hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarde. De oostzijde van het plangebied, begrensd door de Boekeloseweg, dient landschappelijk op een juiste manier te worden ingepast.

Bij de ontwikkeling van het terrein zal rekening moeten worden gehouden met de ontsluiting van het terrein vanaf de Boldershoekweg in het verlengde van de Bruninksweg. De locatie moet tevens goed zichtbaar zijn vanaf de Diamantstraat en de Boldershoekweg.

Ook moet er rekening worden gehouden met de aanwezigheid van de leidingenstrook van AkzoNobel langs de Boldershoekweg. De Diamantstraat heeft een open profiel met veel grasbermen en jonge bomen. Dit karakter dient te worden voortgezet. Dit geldt tevens voor de beplantingsstrook van de Boldershoekweg.

Een wal vormt een strak groene vormgegeven omarming van het Milieupark met een hoogte van 3,5 meter en 12 tot 15 meter breed, wat de losse onderdelen van het Milieupark tot één geheel maakt en wat rust in het beeld brengt. De wal ligt langs de Diamantstraat en de Boldershoekweg. De wal sluit qua maatvoering aan bij de grootschaligere omliggende bebouwing. De wal omringt de kleinschaligere activiteiten van het Milieupark en vormt een goede tegenhanger voor de omgeving.

Afbeelding 4.3 Model wal + plint op de Kop van de Boeldershoek

Het talud is begroeid met gras en aan de voet van de buitenzijde van de wal komt een schanskorf als plint. De schanskorf kan bijvoorbeeld gevuld zijn met gerecycled materiaal en op de schanskorf kan het logo van Twence worden bevestigd. Behalve aan het eind van de wal, waar het talud doorloopt tot aan het maaiveld.

Afbeelding 4.4 Mogelijke vullingen van de schanskorven

Afbeelding 4.5 Visualisatie schanskorf met logo Twence

Het Milieupark wordt ontsloten vanaf de bestaande ontsluiting op de Boldershoekweg in het verlengde van de Bruninksweg.

De laanbeplanting en het groene karakter van de Diamantstraat wordt doorgetrokken door middel van een bomenstrook aan de noordzijde van het plangebied. Tussen deze bomenstrook en het Milieupark kan van de Diamantstraat tot de Boekeloseweg een wig worden aangelegd, welke dienst kan doen als waterretentie.

Afbeelding 4.6 Profiel Diamantstraat

Langs de Boekeloseweg zal een bomenstrook worden aangelegd voor een landschappelijk passende overgang naar het buurtschap Twekkelo. Het groene karakter van de wal past tevens bij de omgeving. Ook de bomenstrook langs de Boldershoekweg is doorgezet.

Afbeelding 4.7 Profiel Boldershoekweg

De inrichting binnen het terrein is flexibel, deze staat nog niet vast. Het personeelsgebouw zal in de architectuur een accent krijgen.

Bij het model wal + plint'' vormt de langs het plangebied gelegen leidingenstrook van AkzoNobel geen belemmering.

Afbeelding 4.8 Wig ten behoeve van mogelijke waterretentie

• 4. 'Beplantingsplan afvalverwerkingsterrein Boeldershoek', Heidemij adviesbureau, februari 1990