direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Bestemmingsplan Boeldershoek 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0012-0302

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Groen"aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenstroken, plantsoenen;
  • b. waterpartijen, -lopen, -bergingen, beken, wadi's, infiltratiestroken en andere voorzieningen in het kader van de waterbeheersing
  • c. in- en uitritten, toegangswegen;
  • d. wandel- en fietspaden;
  • e. nutsvoorzieningen, waaronder stoom- en warmwaterleidingen;
  • f. bij deze doeleinden behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, straatmeubilair en andere werken;

alsmede in ondergeschikte mate voor:

  • g. winning van zout, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

ten aanzien van gebouwen voor de winning van zout:

  • a. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 25 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m;

ten aanzien van nutsvoorzieningen:

  • c. nutsvoorzieningen zijn toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m2;
  • d. de oppervlakte van een nutsvoorzieningen mag maximaal 25 m2 bedragen;
  • e. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen mag maximaal 3 m bedragen;
  • f. de afstand van een nutsvoorziening tot de bestemming Verkeer dient minimaal 5 m te bedragen;

ten aanzien van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag bedragen:
    • 1. maximaal 10 m voor leidingen, palen en masten;
    • 2. maximaal 4 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van beplantingen;
    • 2. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse (buis)leidingen voor transport van stoffen voor algemene nutsdoeleinden;
    • 3. het verrichten van onderzoeks- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, water en andere bodemschatten;
    • 4. het veroorzaken van ontploffingen in de grond;
  • b. Het onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud of beheer betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
    • 3. mogen worden uitgevoerd op grond van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden;
  • c. De werken of werkzaamheden als bedoeld in sub a, onder 2, 3 en 4, zijn slechts toelaatbaar:
    • 1. indien en voor zover het Staatstoezicht op de Mijnen heeft geadviseerd over de te verwachten veiligheidsrisico's als gevolg van bodeminstabiliteit in relatie tot de perceelslocatie en verwachte levensduur van het werk.