direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0007-0301

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Rood voor rood , VAB, Nieuwe Landgoederen

Rood voor Rood

Het aantal vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen neemt sterk toe. Dit kan leiden tot leegstand, verval en verpaupering van het landelijk gebied. Eén van de instrumenten voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit is ‘Rood voor Rood’. Dit is een regeling waarbij de sloop van landschapsontsierende bebouwing wordt gefinancierd met een bouwkavel voor een woning. In bijlage 5 bij de regels zijn de criteria voor deelname aan de Rood voor Rood-regeling opgenomen.

VAB

Hoofddoel van het VAB-beleid (vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen) is het realiseren van nieuwe economische dragers in het landelijk gebied. Het VAB beleid is alleen van toepassing op (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen. Hierbij kan gedacht worden aan vormen van recreatie (bijv. bed en breakfast, appartementen) en agrarisch verwante activiteiten die een relatie hebben met het buitengebied. Het kan eveneens gaan om dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, kleinschalige bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, landelijke bedrijven etc. De hergebruikfunctie dient uitgeoefend te worden in de voormalige bedrijfsgebouwen. In principe mogen alle bedrijfsgebouwen worden hergebruikt. In bepaalde gevallen geldt een maximaal oppervlak dat hergebruikt mag worden. In bijlage 6 bij de regels zijn de criteria voor deelname aan de VAB-regeling opgenomen.

Nieuwe landgoederen

Nieuwe landgoederen, toetsingskader voor het oprichten van landgoederen in Hengelo (2006). Nieuwe landgoederen kunnen een bijdrage leveren aan de waarden op gebied van recreatie, cultuurhistorie, natuur en landschap. Bij de oprichting van een nieuw landgoed mag/mogen, ter compensatie voor de ontwikkeling van natuur en het versterken van het landschap, één of meerdere royale landhuizen worden gebouwd.

Voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen geldt dat deze niet zijn toegestaan in de gebieden die in het streekplan zijn aangeduid als zone 4 natuurgebieden. Daarnaast worden algemene randvoorwaarden gesteld waaraan een nieuw landgoed moet voldoen. In bijlage 7 bij de regels zijn de criteria voor deelname aan de Nieuwe Landgoederen-regeling opgenomen.

3.4.2 Monumentenbeleid (2004)

Monumenten zijn om redenen van esthetische, cultuurhistorische en wetenschappelijke aard tot monument aangewezen. Om te voorkomen dat deze monumentale waarden verloren gaan is het verboden om zonder of in afwijking van een vergunning een monument af te breken, te vernielen, te verstoren, te verplaatsen, in enig opzicht te wijzigen, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waarop het ontsierd of in gevaar wordt gebracht. Men is dus verplicht de plannen door de gemeente te laten toetsen en een bouw- en monumentenvergunning aan te vragen. In geval van een beeldbepalend karakteristiek pand of een gemeentelijk monument worden de plannen beoordeeld door de technische commissie van de monumentencommissie. Bij een rijksmonument beoordeelt naast de technische commissie ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de plannen (zie ook paragraaf 4.3).

3.4.3 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de structuurvisie Hengelo 2030 wordt op basis van een beschrijving van de kernkwaliteiten, de historie, de maatschappelijke tendensen en de ambities, een samenhangende en integrale uitwerking van een nieuwe koers voor Hengelo naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. Dat betekent nauwelijks meer uitbreiding, maar inbreiding en functiemenging in bestaand stedelijk gebied en het investeren in het omringende landschap. Deze koers brengt een vijftal kernopgaven met zich mee:

  • 1. Versterking van de economische structuur;
  • 2. Een binnenstad voor ontmoetingen;
  • 3. De sociale opgave;
  • 4. Het landschap de stad in;
  • 5. Ruimtelijke kwaliteit.
3.4.4 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Deze nota biedt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van bouwaanvragen met het doel de welstandsaspecten
voor de burger inzichtelijker te maken. In de nota worden voor heel Hengelo algemene criteria genoemd. Daarnaast vindt concretisering plaats door gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria.
Voor licht-vergunningplichtige bouwwerken zijn loketcriteria opgenomen. Omdat de criteria enkel
betrekking hebben op materiaalkeuze, kleur e.d., beperkt het bestemmingsplan zich tot het regelen van de massa. Voor het buitengebied zijn in de welstandsnota zogenaamde sneltoetscriteria opgenomen. Eveneens zijn voor de 'nieuwe buitengoederen aan de Bellersweg' aanvullende beeldkwaliteiteisen opgesteld welke onderdeel uitmaken van de welstandsnota.

Naast de Welstandsnota is voor het buitengebied een apart beeldkwaliteitplan voor het totale buitengebied opgesteld omdat de beeldkwaliteit in het buitengebied van Hengelo hoog is. Met name de wisselwerking tussen het fraaie Twentse landschap en de vele fraaie opstallen, draagt zorg voor een woon-, werk-, en recreatiegebied van hoge belevingswaarde. Zoals bekend kan de gemeente met een bestemmingsplan slechts in beperkte mate het uiterlijk van nieuw te bouwen of te verbouwen panden en opstallen bepalen. Enkel met behulp van bouwmaten en situeringeisen kan de invloed van bebouwing op de beeldwaarde van een gebied gereguleerd worden. Om aanvullend op het bestemmingsplan via de welstandstoetsing invloed te hebben op de beeldkwaliteit is het nodig om ten behoeve van het beoordelen van bouwaanvragen inzicht te hebben in diverse zaken, zoals de waarde van individuele panden en opstallen, de landschappelijke kenmerken en de waarde van ensembles. Het "Beeldkwaliteitplan Buitengebied" verdeelt het buitengebied van Hengelo in deelgebieden. Binnen deze deelgebieden zijn verschillende landschapstypen te onderkennen. Het "Beeldkwaliteitplan Buitengebied" geeft een beschrijving van deze landschapstypen met de daarin voorkomende bebouwingspatronen en geeft kort gezegd een omschrijving van de bestaande landschappelijke en architectonische kwaliteiten van het buitengebied. Op basis van deze kwaliteiten wordt aangegeven hoe eventuele nieuwe bebouwing in het gebied er uit moet komen te zien en hoe deze moet worden ingepast in de landschappelijke omgeving. Inzichtelijk wordt gemaakt aan welke eisen bouwaanvragen in grote lijnen moeten voldoen. Bij aanvragen die van invloed kunnen zijn op de beeldwaarde van het gebied dient dus niet enkel het bestemmingsplan Buitengebied maar ook het "Beeldkwaliteitplan Buitengebied" geraadpleegd te worden, doordat dit beeldkwaliteitplan deel uitmaakt van de welstandsnota.