direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0007-0301

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Reconstructieplan Salland-Twente (2004), partiële herziening reconstructieplan 2009

De provincie Overijssel heeft in september 2004 het Reconstructieplan Salland-Twente vastgesteld. In dit reconstructieplan is een indeling gemaakt in drie deelgebieden, te weten Salland, Zuidwest-Twente en Noordoost-Twente. De gemeente Hengelo ligt in het deelgebied Zuidwest-Twente.

Voor het deelgebied is in het reconstructieplan een aantal hoofdkeuzes en ambities geformuleerd. Aangegeven wordt dat de oplossing van de ruimtelijke, milieutechnische, economische en sociale opgaven voor Zuidwest-Twente in hoofdlijn ligt in:

  • het ruimtelijk scheiden van een aantal functies, die elkaars ontwikkeling frustreren, én;
  • het meervoudig grondgebruik in gebieden met een stapeling van functies.

De reconstructiezonering geeft een indeling weer in landbouwontwikkelings-, verwevings- en extensiveringsgebieden. De intensieve veehouderij heeft vooral ontwikkelingsmogelijkheden in de landbouwontwikkelingsgebieden en op sterlocaties in de verwevingsgebieden. In de verwevingsgebieden wordt terughoudend omgegaan met de uitbreiding van de intensieve veehouderij. Er wordt hier geen nieuwvestiging toegestaan en nieuwe takken mogen niet worden ontwikkeld (er is dus geen uitbreiding van het aantal bedrijven mogelijk, bestaande bedrijven mogen beperkt uitbreiden). Alleen bedrijven die groter zijn dan 250 m2 kunnen zich verder ontwikkelen en kunnen dienen als hervestigingslocatie. In de extensiveringsgebieden heeft de intensieve veehouderij geen mogelijkheden voor uitbreiding. Bestaande bedrijven worden op slot gezet en er wordt een actief intrekkingsbeleid gevoerd voor niet meer in gebruik zijnde milieuvergunningen.

Binnen het reconstructieplan wordt de volgende definitie van intensieveveehouderij gehanteerd: Een intensieve veehouderij is een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste 250 m2bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet Milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer.

Daarmee is, gelet op het beleid voor extensiveringsgebied, dat is gericht op het onmogelijk maken van uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van de intensieve veehouderij, niet beoogd om aan alle agrarische bedrijven in extensiveringsgebied ruimte te bieden voor het op intensieve wijze houden van dieren tot een bedrijfsvloeroppervlak van 250 m2.

3.3.2 Landinrichting

In de gemeente Hengelo is sprake van drie gebiedsuitwerkingen en planuitwerkingen ten behoeve van de landinrichting op basis van de Landinrichtingswet. Dit betreft het landinrichtingsplan Saasveld-Gammelke, de landinrichting Enschede-Noord en de landinrichting Enschede-Zuid. Doelstelling van de landinrichting is het uitvoeren van een landschappelijk raamwerk. Dit raamwerk bestaat uit bossen, reservaatsgebieden, natuurontwikkelingsprojecten, beken, singels en uitloopgebieden voor de bevolking. De landbouw kan zich binnen dit raamwerk ontwikkelen. Landbouw en natuur worden zoveel mogelijk gescheiden. In oktober 1998 is door Gedeputeerde Staten het Landinrichtingsplan Saasveld-Gammelke vastgesteld.

Omdat het plan op een aantal punten is verouderd door invoering van nieuw beleid, is een wijzigingsplan opgesteld. Het gebied kent een aantal knelpunten. De landbouwstructuur kan worden verbeterd. De inrichting van het watersysteem en de realisatie van EHS spelen een rol bij de landinrichting Saasveld-Gammelke. Mogelijke oplossingen en maatregelen zijn:

  • aankopen gronden (landmeterhectares);
  • verplaatsen en mogelijk uitplaatsen van agrariers;
  • ruilen van gronden;
  • uitvoeren van een kavelaanvaardingssysteem;
  • verbeteren van het watersysteem.
3.3.3 Waterbeheerplan 2010-2015

In het plangebied is het waterschap Regge en Dinkel actief. Als uitgangspunt voor het beheer van de waterlopen en waterkeringen in het beheersgebied van waterschap Regge en Dinkel geldt per 1 januari 2010 het nieuwe waterbeheerplan 2010-2015, dat samen met de vijf waterschappen binnen het deelstroomgebied Rijn-Oost is opgesteld.

In het waterbeheerplan is het Europese, nationale en provinciale beleid vertaald naar waterschapsniveau. Het waterbeheerplan geeft voor de komende jaren de richting aan voor het te voeren beleid van het waterschap. Het plan bestaat uit een beschrijving van de doelstellingen voor de thema's: het waarborgen van veiligheid, het watersysteembeheer en het ontwikkelen van de afvalwaterketen. Daarnaast bevat het een programma waarin de beoogde maatregelen zijn opgenomen voor het uitvoeren van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterbeheer 21e eeuw.

Het waterbeheerplan is een momentopname en geeft een visie voor de komende jaren. Het waterschap zal zuinig omgaan met het geïnde belastinggeld door tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten te werken. Investeringen buiten het eigen gebied zijn mogelijk als dit tot financieel voordeel leidt. Om dezelfde reden kunnen taken uitgevoerd worden door externe marktpartijen of in samenwerking met andere overheden. Om deze reden worden de in het waterbeheerplan genoemde maatregelen gefaseerd uitgevoerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt in maatregelen met een integraal karakter, KRW-maatregelen waarvoor een resultaatverplichting geldt aan de EU, en maatregelen met een inspanningsverplichting. Het waterschap kiest bij de prioriteitsstelling van de maatregelen wel voor een mix van maatregelen die effectief zijn voor het eigen waterbeheersgebied.

3.3.4 Keur waterschap Rege en Dinkel

De keur waterschap Regge en Dinkel is een verordening voor de behartiging van de taken die het waterschap zijn opgedragen. De keur bevat gebods- en verbodsbepalingen ter bescherming van de functies van de waterlopen en waterkeringen in het beheergebied van Regge en Dinkel. Hierbij wordt ook rekening gehouden met andere dan waterstaatkundige functies en streefbeelden, zoals landschap, natuur en recreatie ("brede kijk").

Het dagelijks bestuur van het waterschap kan van de in de keur gestelde gebods- en verbodsbepalingen door middel van een watervergunning ontheffing verlenen. Aan een watervergunning kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden ter bescherming van de belangen verbonden aan het voldoen aan de doelstellingen behorend bij de waterhuishoudkundige functie van die wateren. De beperkingen en voorschriften kunnen mede strekken ter bescherming van de aan de waterhuishoudkundige functie verbonden andere belangen, indien en voor zover daarin niet is voorzien door een andere wettelijke regeling.