direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0007-0301

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - (nummer)' en weergegeven in bijlage 3;
  • b. productiegebonden detailhandel;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', ook voor de opslag en verkoop van vuurwerk;
  • i. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • j. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan het oppervlak zoals weergegeven in bijlage 3;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt ;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 12o en niet meer dan 45o bedragen, dan wel de bestaande dakhelling indien deze meer of minder bedraagt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het bebouwingspercentage maximaal het op de verbeelding aangegeven percentage bedragen.
6.2.2 Bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen bedrijfswoningen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' worden de gronden van de betreffende percelen aangemerkt als één bouwvlak;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het gestelde in 6.2.2 onder a. is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfwoning toegestaan;
  • d. in afwijking van het gestelde in 6.2.2 onder a. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2e bedrijfswoning' twee bedrijfswoningen toegestaan / aanwezig;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt ;
  • g. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt ;
  • h. de dakhelling mag niet minder dan 12o en niet meer dan 45o bedragen, dan wel de bestaande dakhelling indien deze meer of minder bedraagt;
  • i. herbouw van bestaande bedrijfwoningen is uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
    • 1. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;
    • 2. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
    • 3. de bouwwijze (vrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen bedrijfswoning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke bedrijfswoning(en).
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen, vanaf de voet gemeten, mag maximaal 1 meter bedragen, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van antennes mag maximaal 12 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen
6.3.1 Stellen van nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.3.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 6.3.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.2 van het plan.

6.4 Ontheffing van de bouwregels
6.4.1 Verlenen van ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in 6.2.1 onder b. teneinde het bestaande bebouwde oppervlak te vergroten, met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwde oppervlakte met maximaal 15% mag worden vergoot, met dien verstande dat de uitbreiding niet meer mag bedragen dan 250 m2;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toenemen en past binnen de bestaande ontsluitingssituatie;
    • 3. de uitbreiding dient milieuhygiënisch aanvaardbaar is voor de omgeving;
    • 4. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • b. van de voorgeschreven goot-, bouwhoogten, met dien verstande dat:

de voorgeschreven goot- en bouwhoogten met maximaal 10% mogen worden vergroot, indien dat vanuit welstandstechnisch en/of stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is;

  • c. van de voorgeschreven dakhelling, mits het landelijk karakter van het gebied hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. van de bouwhoogte van antennes tot maximaal 15 meter;
  • e. van het bepaalde onder 6.2.2 onder i. teneinde herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn toe te staan mits:
    • 1. de herbouw in ieder geval plaatsvindt binnen het bouwvlak;
    • 2. de herbouw buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
    • 3. door de herbouw buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast;
    • 4. de nieuwe situering van de bedrijfswoning niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving;
  • f. van het bepaalde in deze bestemming teneinde bestaande bedrijfsgebouwen te gebruiken voor opslag, stalling van caravans, boten, vouwwagens of kampeerwagens. Voor het toestaan gelden voorts de volgende voorwaarden:
    • 1. de activiteit vindt plaats naast en ter ondersteuning van de bedrijfsvoering;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking van de activiteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
    • 3. bij opslag dient dit milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;
    • 4. de ontheffing betreft maximaal 50% van de oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing;
    • 5. opgeslagen goederen mogen niet ter plekke worden verkocht;
  • g. van het verbod tot bouwen binnen 5 meter aan weerszijden van de watergang zoals opgenomen in artikel 6.1 onder j., mits de waterbeheerder is gehoord.
6.4.2 Procedure ontheffing

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 6.4.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.3 van het plan.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij dit plaatsvindt ten behoeve van de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteit;
  • c. detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenfunctie in ter plaatse geteelde producten van het bedrijf;
  • d. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • e. het gebruik voor andere doeleinden dan de in artikel 6.1 beschreven bedrijfsactiviteit.
6.6 Ontheffing van de gebruiksregels
6.6.1 Verlenen van ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 6.5 ten behoeve van:

  • bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Inrichtingen (bijlage 11), mits het geen geluidszoneringplichtige inrichtingen betreft.
6.6.2 Procedure ontheffing

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 6.6.1 is de procedure van toepassing zoals vermeld in artikel 39.3 van het plan.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid
6.7.1 Wijzigingsregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming "Bedrijf" wijzigen in de bestemming "Agrarisch", "Agrarisch met waarden - Agrarische functie met landschapswaarden", "Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden", met agrarisch bouwvlak en de regels van het desbetreffende artikel van toepassing verklaren, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. er dient sprake te zijn van een vestiging van een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf; omtrent de volwaardigheid dient advies te worden gevraagd van een onafhankelijk ter zake deskundige;
    • 2. het nieuw te bestemmen agrarisch bouwvlak dient zoveel mogelijk afgestemd te zijn op hetgeen daadwerkelijk voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is, doch mag maximaal 1 hectare omvatten;
    • 3. er is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
    • 4. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de waarden voortvloeiend uit de betreffende agrarische bestemmingen.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming "Bedrijf" wijzigen in de bestemming "Wonen", mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning mag niet worden vergroot;
    • 2. de bestaande situering mag niet worden gewijzigd;
    • 3. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m2 per woning; indien sprake is van het amoveren van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen worden toegestaan van 100 m2 vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m2;
    • 4. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
    • 5. in afwijking van het bepaalde onder 4. is woningsplitsing toegestaan met dien verstande dat:
      • woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij panden waarvan de inhoud minimaal 1000 m3 bedraagt;
      • het pand mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;
      • de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 350 m3;
      • per woning mogen vrijstaande bijgebouwen van totaal max. 100 m2 worden gebouwd; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden en behoudens de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, te worden geamoveerd;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen via een wijziging een andersoortig niet-agrarisch bedrijf toestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. er vindt geen uitbreiding van bebouwing plaats;
    • 2. buitenopslag is niet toegestaan;
    • 3. detailhandel is niet toegestaan;
    • 4. de milieubelasting is geringer dan de bestaande bedrijfsactiviteit; het bedrijf dient te zijn vermeld in categorie 1 en 2 van de Staat van Inrichtingen (bijlage 11) dan wel qua milieubelasting gelijkwaardig te zijn aan deze categorieën.
6.7.2 Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan als bedoeld in artikel 6.7.1 is het bepaalde in artikel 39.1 van toepassing.