direct naar inhoud van 4.1 Rijksbeleid
Plan: Backenhagenlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0004-0301

4.1 Rijksbeleid

4.1.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij het kabinet kiest voor 'decentraal wat kan, en centraal wat moet'.

In de Nota worden met name uitspraken gedaan over de zaken die van nationaal en internationaal belang zijn. De slogan 'Centraal wat moet, decentraal wat kan' wordt uitgewerkt in een aantal speerpunten, waarvan de Kust, Waddenzee en Randstad er een aantal is. Voor het landelijk gebied wordt ingezet op het verhogen van de leefbaarheid en het aantrekkelijk maken van het gebied. Voor het overige wordt het ruimtelijk beleid vooral aan de provincie en de gemeente zelf overgelaten.

4.1.2 Vierde Nota Waterhuishouding

De Vierde Nota Waterhuishouding heeft als belangrijkste doelstelling: het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Met het beleid van de Vierde Nota wordt verwacht dat een verdere verbetering van het verdere functioneren van watersystemen kan worden bereikt. In de Vierde Nota wordt een koers ingezet op het versterken van de samenhang van het waterbeleid met andere beleidsvelden zoals milieubeleid, ruimtelijke ordening en natuurbeleid en kan zowel voor het realiseren van de doelen van het waterbeleid als voor doelen van andere beleidsvelden positief uitwerken. Voor de ruimtelijke ordening zal hieraan inhoud worden gegeven door bij de opstelling of wijziging van streek- en bestemmingsplannen en bij het opstellen van de Nota Ruimte water als ordenend beginsel te hanteren.

Watertoets

Water heeft een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de verplichte 'watertoets' uit het Besluit ruimtelijke ordening. Deze watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. Sinds 2001 wordt de watertoets toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben. Een watertoets is verplicht als het gaat om een functieverandering en/of bestemmingswijziging.

Op basis van informatie en randvoorwaarden vanuit waterbeheerders, het waterbeleid en relevante bodemgegevens worden de verschillende wateraspecten uitgewerkt in een waterparagraaf. De waterparagraaf beschrijft het huidige watersysteem alsmede de mogelijkheden en randvoorwaarden voor het toekomstig watersysteem. De waterparagraaf wordt afgestemd met de waterbeheerder en vervolgens verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijk verplichte watertoets.

In hoofdstuk 5.1 wordt nader op het aspect water ingegaan.