direct naar inhoud van 5.3 Toets aan de wijzigingsbevoegdheid
Plan: Buitengebied 2009, Wijziging Zunasche heide
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.WPBUZUNAHEIDE-VG01

5.3 Toets aan de wijzigingsbevoegdheid

Hierna wordt de voorgenomen ontwikkeling getoetst aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid.

  • Daarop de agrarische bedrijvigheid is of zal worden beëindigd.
    de voor de natuurontwikkeling benodigde gronden zijn aangekocht en niet meer in bezit bij agrariers. De gronden zullen als natuurgebied worden ingericht. De agrarische bedrijfsvoering is/wordt hiermee beëindigd.
  • De agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd.
    de agrarische functie van percelen rond het natuurgebied wordt niet onevenredig belemmerd. De effecten van de natuurontwikkeling en vernatting zijn doorgerekend. Hieruit blijkt dat op een aantal percelen natschade zal ontstaan. Met de betrokken grondeigenaren zijn hierover afspraken gemaakt. Door de initiatiefnemer worden maatregelen genomen om de schade te compenseren. De betrokken percelen worden opgehoogd of er wordt drainage aangelegd. De kaarten met het hydrologisch ontwerp en de te nemen maatregelen zijn opgenomen in Bijlage 7 Hydrologisch ontwerp Zuna.
  • Daar bos- en natuurontwikkeling zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden en
    op de betrokken percelen wordt een natuurgebied ingericht. Deze natuurontwikkeling is conform het Landinrichtingsplan Rijssen-West en het provinciale Natuurbeheerplan. Het plangebied is aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. De toekomstige inrichting van het gebied is weergegeven in Bijlage 2 Kaarten inrichtingsplan Zunasche Heide. De ecologische onderbouwing is opgenomen in Bijlage 10 Landschapsecologische uitwerking natuurontwikkeling Zunasche Heide.
  • De gerechtigden ten aanzien van de betreffende gronden daarmee instemmen.
    De benodigde gronden zijn aangekocht. In het plangebied heeft in overleg met de eigenaren een kavelruil plaatsgevonden. Op een aantal percelen zal natschade ontstaan, met de betrokken eigenaren zijn afspraken gemaakt over compensatie. De betrokkken percelen worden of opgehoogd, of voorzien van drainage.

Naar aanleiding van de evenredige belangenafweging kan het volgende worden geconcludeerd.

  • De mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
    door het nemen van een aantal maatregelen zoals dempen en verondiepen van watergangen wordt de Zunasche Heide met name in de kern van het gebied vernat. Aan de randen van het gebied heeft dit effect op een aantal agrarische percelen, deze percelen zullen natter en minder geschikt voor agrarisch gebruik worden. Met deze individuele eigenaren zijn afspraken gemaakt over het voorkomen van natschade. Zo wordt drainage aangelegd, een nieuwe watergang langs de Schoneveldsweg aangelegd en worden percelen opgehoogd. De belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden dus niet geschaad.
  • De mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
    uit de verschillende onderzoeken (zie ook hoofdstuk 4) blijkt dat de natuurontwikkeling uitvoerbaar is. Met het plan worden natuurwaarden versterkt, en blijven de karakteristieken van het landschap behouden. Vanuit milieutechnisch, ecologisch en archeologisch opzicht gezien zijn er geen belemmeringen geconstateerd.
  • De mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
    het plangebied ligt in een jong heide- en broekontginningslandschap, dat gekenmerkt wordt door landschappelijke raamwerken van lanen, bosstroken en waterlopen, die de rechtlijnige ontginningsstructuren versterken. Met dit inrichtingsplan blijft het bestaande landschappelijke raamwerk behouden. De bosstroken, de opstrekkende verkaveling en de openheid tussen veld en bosstroken blijven behouden. In het deel ten zuidoosten van de Klokkendijk wordt nieuwe kavelgrensbeplanting aangeplant. De landschappelijke inpasbaarheid van het natuurontwikkelingsproject is daarmee aangetoond.
  • De mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
    de verkeerssituatie wordt niet of nauwelijks beïnvloed. Het nieuwe natuurgebied zal recreanten aantrekken maar deze zullen over de bestaande wegen en fietsroutes worden geleid. In het natuurgebied wordt een struinroute voor wandelaars aangelegd. Er wordt geen parkeerplaats aangelegd. De bestaande wegen en routes blijven ongewijzigd. Een deel van de Klokkendijk zal worden opgehoogd. Met de omwonenden en de wegbeheerders worden afspraken gemaakt over het beperken van de hinder tijdens de graafwerkzaamheden.