direct naar inhoud van 3.2 Uitgangspunten & uitwerking
Plan: "Wijziging Leemkampweg 3 Marle"
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01

3.2 Uitgangspunten & uitwerking

3.2.1 Conclusie van Het Oversticht

Tijdens het ontwerpproces is rekening gehouden met de bevindingen, conclusies en het advies van de erfconsulent van het Oversticht. De conclusie van het advies met de bijbehorende adviesschets luidde als volgt:

Het erf zal door de sloop van de gebouwen zijn ‘hart’ verliezen. Door veel aandacht te besteden aan de samenhang van gebouwen, beplanting en buitenruimten zal het nieuwe erfensemble een nieuwe kwaliteit aan het landschap kunnen toevoegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01_0008.png"

Figuur 3.1: Schetsvoorstel inrichting erf van Het Oversticht (Bron: Het Oversticht)

3.2.2 Uitwerking plan

Aan de hand van het schetsvoorstel en aan de hand van de uitgangspunten vanuit beleid en het landschap is een definitief inrichtingsplan opgesteld. Deze voorziet in een aantal uitgangspunten, welke voorzien in een optimale landschappelijke inpassing van het initiatief in het landschap.

Erfensemble behouden

De bestaande indeling van het erf is zeer waardevol en kenmerkend voor de streek. De nieuwe woning en het nieuwe bijgebouw zijn geplaatst op de locatie van één van de te slopen schuren en op de plaats van de oude boerderij. De oude boerderij is altijd het middelpunt van het erf geweest. Deze taak wordt in de toekomst overgenomen door het nieuwe (gezamenlijke) bijgebouw. De ligging en de nokrichting zijn hetzelfde als de oude boerderij. De nokrichting van de nieuwe woning volgt ook de nokrichting van de te slopen schuur. Hierdoor blijft de kenmerkende compacte streekeigen erfstructuur (erfensemble) behouden. Als bijkomend voordeel zorgt het nieuwe bijgebouw voor optimale privacy tussen de bestaande woning en nieuwe woning.

Erfbeplanting

Het bestaande erf bevat een aantal waardevolle beplantingselementen. Een houtwal, een boomgroep (essen), een aantal solitaire bomen (kastanje, knotlinde en een den) en drie oude fruitbomen (hoogstam) maken het erfensemble compleet. Deze erfbeplantingselementen blijven behouden en worden versterkt met nieuwe hagen (meidoorn, haagbeuk of veldesdoorn), een solitaire linde en het aanvullen van de bestaande houtwal. Uitheemse soorten zoals coniferen worden zoveel mogelijk verwijderd.


Natuurlijke inrichting percelen

De percelen rondom het erf worden ingericht met natuur. Hierbij is rekening gehouden met de kenmerken van het landschapstype, de cultuurhistorische waarden en ecologische waarden in het gebied. Onderstaande omvorming en inrichting vindt overigens alleen plaats wanneer provinciaal subsidie wordt verleend voor de ontwikkeling van deze natuur in EHS-gebieden en wanneer percelen gerangschikt kunnen worden onder de Natuurschoonwet.

De percelen worden omgevormd naar natuurlijk grasland; gevarieerd nat en droog grasland. In de huidige situatie zijn de lage delen al grotendeels in gebruik als grasland. De laagtes in het grasland langs de Regge zijn tevens geschikt voor de berging van water tijdens natte perioden. In dit lage deel is een nieuwe poel ingepast. Het erf ligt voldoende hoog en zal geen last hebben van eventuele waterbergingen.

De grote graanakker is aanzienlijk kleiner geworden. De kleine akker ligt in de huidige situatie relatief laag. Deze is in het plan geheel omgezet naar natuurlijk grasland. Ook de lage delen van de grote akker zijn omgezet naar natuurlijk grasland. De lage delen zijn eigenlijk te nat voor de teelt van graan. De grote akker wijzigt in het plan van een intensief gebruikte akker naar een graanakker met akkerrandkruiden.

Het bosje met de poelen blijft gehandhaafd. Evenals de houtwal en de poel langs de waterschapssloot. Variatie in de genoemde landschapselementen en het verschil in natuurlijke inrichting van de voormalige agrarische percelen versterkt niet alleen de ruimtelijke kwaliteit. Het verhoogt ook de ecologische waarde van het gebied aanzienlijk. Veel plant- en diersoorten hebben baat bij een gevarieerd landschap.

Conclusie

Resumerend kan gesteld worden dat middels toepassing van de Rood voor rood regeling op onderhavig perceel een flinke ruimtelijke kwaliteitsverbetering plaatsvindt door:

  • Het verwijderen van 863 m2 landschapontsierende bebouwing;
  • Landschappelijke inrichting van het toekomstige erf op basis van het advies van Het Oversticht;
  • Verbeteren en versterken van de landschappelijke waarden, door de investering in de ruimtelijke kwaliteit;
  • Belangrijke bijdrage in de realisatie van de EHS en doelstellingen van het waterschap Regge en Dinkel, wanneer provinciaal subsidie wordt verleend voor de ontwikkeling van deze natuur in EHS-gebieden en wanneer percelen gerangschikt kunnen worden onder de Natuurschoonwet.

afbeelding "i_NL.IMRO.0163.WPBULEEMKAMPWEG3-VG01_0009.jpg"

Figuur 3.2: Inrichtingsplan Leemkampweg 3 (Bron: Inrichtingsplan Eelerwoude)