direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid
Plan: Buitengebied 2009, wijziging Lage Esweg 76
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.BPBUWIJLAGEESWEG76-VG01

Hoofdstuk 6 Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid

De voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid vergroting bestemmingsvlak (artikel 17, lid 17.6 van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009') worden hierna puntsgewijs behandeld.

  • a. Per geval dient de behoefte aan vergroting te zijn aangetoond.

Met het vergroten van het perceel ontstaat de mogelijkheid om de woning en bijgebouwen dusdanig te situeren, dat er een kwalitatieve verbetering van het erf plaatsvindt.

  • b. De oppervlakte van het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot.

Het perceel wordt aan de westkant uitgebreid. Aan de oostkant wordt het perceel verkleind. De totale toename van het oppervlak bedraagt daarmee nog geen 25% van het huidige perceel. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarde.

  • c. Op geen van de gevels van een woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden.

De woning wordt op een grotere afstand van de dichtstbijzijnde weg gerealiseerd. Dit betekent dat eventuele geluidsbelasting op de gevels van de woning alleen maar afneemt, ten opzichte van de huidige situatie. Aangezien er geen grote wegen in de directe omgeving van de locatie liggen, vanwaar een grote geluidsbelasting op de gevels uitgaat, kan aan de voorwaarde worden voldaan.

  • d. In voorkomend geval aanwezige landschaps- en natuurwaarden van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden aangetast.

Voor de nieuw te bouwen woning hoeven geen bomen of struiken te worden verwijderd. In de nieuwe situatie worden juist enkele bomen aangeplant, waarmee een verbeterde erfinrichting ontstaat. Aan het kleinschalige landschap, waar het perceel onderdeel van uitmaakt, wordt geen afbreuk gedaan, doordat het perceel vanaf de Lage Esweg gezien naar achter verschuift.

  • e. In voorkomend geval artikel 28, lid 28.3 (Afstanden tot wegen en water).

De dichtstbijzijnde weg heeft de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - categorie 3", waar een afstand van minimaal 20 m voor geldt. In de nieuwe situatie wordt de woning verder van deze weg af gesitueerd dan in de huidige situatie, op een afstand van circa 50 m. Dat betekent dat aan de voorwaarde wordt voldaan.