Plan: | Schanshekweg 12 Nijverdal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0163.BPBUSCHANSHEKWEG12-VG01 |
In het plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Schanshekweg 12 Nijverdal' met identificatienummer NL.IMRO.0163.BPBUSCHANSHEKWEG12-VG01 van de gemeente Hellendoorn.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het bestemmingsplan "Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012" met identificatienummer NL.IMRO.0163.BPBUHERZREGELS-VG01 van de gemeente Hellendoorn;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het telen van gewassen en het houden van dieren, waaronder begrepen paardenfokkerij en intensieve kwekerij; uitgezonderd zijn: paardenhouderij en manege;
een bedrijf, dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven en het verrichten van cultuurtechnische werkzaamheden met behulp van werktuigen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of het bestemmingsvlak indien daarin geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak;
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer of exploitatie, dat in de recreatieverblijven -recreatiewoningen en kampeermiddelen- daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt; van bedrijfsmatige exploitatie is sprake als het recreatieverblijf voor ten minste 140 dagen per jaar beschikbaar is voor verhuur;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning en daarbij behorende bijgebouwen en bestaande voormalige bedrijfsgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de hoogte, afstand en vorm van het bouwwerk of het aantal dat op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gebouw dat of een overkapping die in bouwkundig opzicht ondergeschikt is, en voor zover aan het hoofdgebouw gebouwd in de kap zichtbaar en feitelijk gescheiden is, van het op hetzelfde perceel gelegen bijbehorende hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met uitzondering van onderbouwen, kelders en kappen; de eerste bouwlaag is de bouwlaag op de begane grond;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarisch bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van produkten door middel van het telen van gewassen onder glas of daarmee gelijk te stellen materialen;
veehouderij-, akkerbouw- of tuinbouwbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel;
een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als hét of één van de belangrijkste valt aan te merken;
hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander -tenzij uitdrukkelijk anders vermeld- met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een seksinrichting;
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen of het kweken van dieren, niet zijnde vee, waarbij nagenoeg geen gebruik wordt gemaakt van daglicht, zoals een kwekerij van paddenstoelen, witlof, vis, wormen of maden;
een agrarisch bedrijf of deel daarvan met een brutovloeroppervlakte van ten minste 250 m², dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer; onder veehouderij wordt hier niet verstaan: het houden van melkrundvee, schapen en paarden, het "biologisch" houden van dieren en het houden van dieren uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
voorzieningen binnen al of niet voormalige agrarische bebouwing, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan;
een terrein ingericht voor recreatief verblijf in kampeermiddelen en trekkershutten;
een gebouw met overwegend transparante, lichtdoorlatende afdekking en wanden, bedoeld voor het kweken en telen van gewassen;
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een niet overdekt, omheind terrein met een andere ondergrond dan gras, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
het bedrijfsmatig, op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als hoofdactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein;
bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt;
(een deel van) een (voorheen) agrarisch gebruikt gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in een zelfstandige eenheid, met eigen keuken en sanitair -al dan niet in combinatie met een dagverblijf;
(een deel van) een (voorheen) agrarisch gebruikt gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf in een kamer -al dan niet in combinatie met een dagverblijf- met keuken en sanitair in een gemeenschappelijke ruimte;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief verblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief verblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een gebouw uitsluitend bestemd voor het africhten van paarden en pony's, ten dienste van en behorende bij een paardenfokkerij of paardenhouderij;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel en parenclub al of niet in combinatie met elkaar;
een als een gebouw aan te merken kampeermiddel, voorzien van een as-/wielstelsel, bestaande uit één bouwlaag met een totaal oppervlak van maximaal 60 m², met een bouwhoogte van 3,75 m en een breedte van maximaal 4,5 m, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief woonverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen; het kampeermiddel of de afzonderlijke delen zijn op het terrein voort te bewegen;
een verplaatsbare constructie, overtrokken met transparant materiaal anders dan glas, voor het kweken of beschermen van gewassen;
een gebouw met een oppervlakte van maximaal 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 4 m en dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben;
het bedrijfsmatig telen en kweken van groenten, bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden, in de volle grond, al dan niet gecombineerd met, als ondergeschikte nevenactiviteit, de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten en berekend:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Bij het meten van de bouwhoogte worden dakkapellen als ondergeschikte bouwonderdelen aangemerkt, zodat deze niet maatgevend zijn voor de bepaling van het hoogste punt;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Bij het meten van de goothoogte zijn de volgende constructiedelen uitgezonderd:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Ruimten, zoals kelders, niet zijnde kruip- en soortgelijke ruimten, onder de onderzijde van de begane grondvloer en tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) worden niet meegerekend, tenzij de onderzijde van de begane grondvloer op meer dan 0,3 m boven peil is gelegen of de kelder van buiten een directe toegang heeft.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als:
buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of hoofdgebouw bedraagt.
De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Landschaps- en natuurwaarden | ter plaatse van de aanduiding |
kleinschalig landschap | specifieke vorm van waarde - kleinschalig landschap |
Binnen het bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1 en sublid 3.2.2 gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
bedrijfsgebouwen en kassen | 6m | 12m |
bedrijfsgebouwen en kassen ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | 4m | 8m |
bedrijfswoningen en gebouwen ten behoeve van een kampeerboerderij | 3,5m | 10m |
bouwwerken voor mestopslag en silo's | - | 12m |
erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn binnen bouwvlakken | - | 2m |
overige erf- of perceelafscheidingen | - | 1,3m |
overige andere bouwwerken binnen bouwvlakken | - | 12m |
overige andere bouwwerken buiten bouwvlakken | 2m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, onder c, voor zover betreft het gebruik van bestaande gebouwen, ten behoeve van het bouwen van gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de begrenzing en omvang van bouwvlakken, uitsluitend ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van gebouwen ten dienste van agrarische bedrijvigheid, uitgezonderd viskwekerij en glastuinbouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.1, onder a, ten behoeve van het binnen een bouwvlak bouwen van één rijhal tot een oppervlakte van 1.500 m², een goothoogte van 5 m en een bouwhoogte van 9 m, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2 ten behoeve van het op ten hoogste 25 m uit de grens van het bouwvlak bouwen van:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.2 ten behoeve van het bouwen van schuilgelegenheden buiten bouwvlakken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder a, ten behoeve van het bouwen van gebouwen op een grotere afstand, mits de noodzaak daarvan uit oogpunt van de bedrijfsvoering is aangetoond.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder b, ten behoeve van het bouwen van de bedrijfswoning elders binnen het bouwvlak, mits de bedrijfsvoering van nabijgelegen bedrijven niet onevenredig wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder f, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m, tot aan en vóór de voorgevelrooilijn, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.2.3, onder c, ten behoeve van het uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een boerderij, te weten de bedrijfswoning met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning tot de totale inhoud van die aaneengesloten bebouwing, mits:
Voor zover de niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, onder c, detailhandel als bedoeld in lid 1.41 niet-agrarische nevenactiviteiten, betreffen, mag bovendien binnen eenzelfde bouwvlak de verkoopvloeroppervlakte van detailhandel niet meer bedragen dan 1/3 van de totale brutovloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen en in ieder geval niet meer dan 100 m².
Voor zover de niet-agrarische nevenactiviteiten als bedoeld in lid 3.1, onder c, verblijfsrecreatieve voorzieningen als bedoeld in lid 1.41 niet-agrarische nevenactiviteiten, betreffen, gelden bovendien de volgende bepalingen:
Specifieke vormen van verboden gebruik zijn in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 3.1 voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijke van het bepaalde in lid 3.1 onder a, ten behoeve van het toestaan van tuinbouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 3.4.3 onder a, ten behoeve van het buiten bouwvlakken gebruiken van gronden als bedoeld in lid 3.1 voor teeltondersteunende voorzieningen, mits:
Artikel 10 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen dat de op de gronden als bedoeld in lid 3.1 aangegeven bouwgrens elders op de gronden wordt aangegeven met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen, dat de uitkomsten van de krachtens sublid 3.3.2 verleende verleende omgevingsvergunningen in het plan worden aangegeven.
De voor Groen - Landschapselement aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in 4.1 mogen uitsluitend andere bouwwerken waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen worden gebouwd.
Specifieke vormen van verboden gebruik zijn in ieder geval ook het gebruik van gronden als bedoeld in lid 4.1 voor:
Artikel 10 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden met de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer', binnen de hierna bij de verschillende categorieën wegen genoemde afstanden, loodrecht gemeten uit de as van de weg, uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd:
Afstand | wegen ter plaatse van de aanduiding |
20 m | specifieke vorm van verkeer - categorie 2 |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende wegbeheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan uit oogpunt van wegbeheer en verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 6.2.1, ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand tot de as van de weg.
Een verboden gebruik is in ieder geval:
Het gebruik van een woning, waaronder begrepen een bedrijfswoning, en daarbij behorende bijgebouwen voor de uitoefening van een "vrij" beroep is toegestaan, mits de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het "vrij" beroep, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 7.3, niet meer bedraagt dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen, en ieder geval niet meer dan 60 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.2, ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, andere dan een "vrij" beroep, in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.1 onder b3 ten behoeve van het gebruik van gronden als bedoeld in Artikel 3 Agrarisch met waarden paardenbak en het aldaar bouwen van andere bouwwerken ten dienste daarvan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in deze regels omtrent het toegestane aantal en de toegestane inhoud van woningen, ten behoeve van het bouwen van ten hoogste één zelfstandige woonruimte in een bedrijfs-, dienst- of andere woning, niet zijnde een recreatiewoning, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in deze regels omtrent bijgebouwen, ten behoeve van het bouwen van ten hoogste één zelfstandige woonruimte in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het plan:
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van gronden als bedoeld in Artikel 3 Agrarisch met waarden te wijzigen in de bestemmingen "Natuur" en "Water" van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn, met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig, dat aan gronden de bestemming ''Waarde - Ecologie'' van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn wordt toegevoegd, met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van gronden als bedoeld in Artikel 3 Agrarisch met waarden, te wijzigen in de bestemmingen "Natuur", "Wonen" en "Waarde - Landgoed" van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn ten behoeve van de vestiging van een nieuw landgoed met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de bestemming Agrarisch met waarden geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming te wijzigen in de bestemming als bedoeld in artikel 17 (Wonen) van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de bestemming Agrarisch met waarden geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming te wijzigen in de bestemming, als bedoeld in artikel 5 (Bedrijf) van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de bestemming Agrarisch met waarden geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming te wijzigen in de bestemming, als bedoeld in artikel 8 (Maatschappelijk) van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de bestemming Agrarisch met waarden geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, de bestemming te wijzigen in de bestemming, als bedoeld in artikel 11 (Recreatie) van het bestemmingsplan ''Buitengebied 2009 herziening regels 2-2012'' van de gemeente Hellendoorn, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak op gronden als bedoeld in de bestemming Agrarisch met waarden geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd, en binnen het betreffende bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak een bedrijfswoning aanwezig is, het plan als volgt te wijzigen:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Behoudens het bepaalde in lid 10.2, is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning werken en werkzaamheden) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Werken en werkzaamheden* | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | ||
Gronden ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van agrarisch - kleinschalig landschap' | + | + | + | |||||
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - hydrologische bufferzone' | + | + | + | + | + | |||
Gronden met de bestemming Groen - Landschapselement | + | + | + | + | + | |||
* de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = omgevingsvergunning werken en werkzaamheden vereist |
||||||||
a | aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen | |||||||
b | verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden | |||||||
c | aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur | |||||||
d | diepploegen, zijnde het extra diep - meer dan circa 0,4 m - omploegen | |||||||
e | bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters | |||||||
f | geheel of gedeeltelijk slopen | |||||||
g | aanleggen van greppels en drainagesystemen |
Het in lid 10.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
met dien verstande dat werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.1 , onder f, slechts toelaatbaar zijn, indien hetzij aannemelijk is gemaakt dat herbouw van het object met dezelfde karakteristieken zal plaatsvinden, hetzij er, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, geen mogelijkheid is om verval van het object tegen te gaan.
Alvorens een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen als bedoeld in lid 10.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen op het eigen terrein dat bij het bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend, behoort. Daarbij moet worden voorzien in parkeergelegenheid overeenkomst de normering als vermeld in Bijlage 3 "Nota parkeernormen", vastgesteld door de raad op 11 december 2012. Indien deze "Nota parkeernormen" wordt gewijzigd, moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Bij de berekening van de extra behoefte aan parkeerplaatsen, wordt de bestaande behoefte buiten beschouwing gelaten. Alleen de nieuwe situatie en de daaruit voortvloeiende grotere behoefte aan parkeerplaatsen, ten opzichte van de bestaande behoefte, is basis voor de berekening van de parkeerbijdrage.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het bepaalde in artikel 12.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Schanshekweg 12 Nijverdal.