direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingsregels
Plan: Landgoed Veldhuizenweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0163.BPBULGVELDHUIZWEG-VG01

5.3 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur
Deze bestemming is opgenomen voor het (nog te ontwikkelen) bos- en natuurgebied, inclusief de watergangen. Een extensief recreatief medegebruik (zoals wandelen) is binnen de natuurbestemming eveneens mogelijk. Bosbouw in de zin van het aanleggen van "houtakkers" voor de houtproductie is niet toegestaan.
Het is hier niet toegestaan om nieuwe gebouwen op te richten. Wel is het mogelijk om een bouwwerk tot 2 m hoog op te richten. Binnen deze bestemming is het aanlegvergunningstelsel van toepassing.

Artikel 4 Wonen
De bestemmingsvlakken die in gebruik zijn voor burgerwoondoeleinden, zijn bestemd voor "Wonen". Binnen het bestemmingsvlak zijn behalve de woning (en eventuele aan- en uitbouwen) ook bijgebouwen, tuin en erf toegestaan.

Beroep aan huis is binnen de bestemming mogelijk. Wanneer er sprake is van voormalige bedrijfsgebouwen (bijvoorbeeld wanneer het gaat om een voormalig agrarisch bedrijf), zijn ook niet-agrarische nevenactiviteiten toegestaan tot maximaal 300 m² (binnen de bestaande bebouwing).

In het plan zijn bouwregels opgenomen voor twee typen woningen: "normale" burgerwoningen en landhuizen.

­ De "normale" burgerwoningen mogen maximaal 1.000 m³ bedragen. De maximale goot- en nokhoogte is 7 m respectievelijk 13 m, tenzij de bestaande maten hoger zijn. Bijgebouwen zijn mogelijk tot maximaal 100 m².

­ Bij landhuizen [sba-01] is een grotere maatvoering toegestaan, namelijk een minimale inhoudsmaat van 1.000 m³ en een goot- en nokhoogte van 7 m en 13 m. Voor bijgebouwen geldt dat deze maximaal 150 m² mogen bedragen.

In het plan zijn diverse ontheffingsmogelijkheden voor burgemeester en wethouders opgenomen binnen de bestemming "Wonen". Zo is onder meer een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor nieuwbouw ten behoeve van niet-agrarische nevenactiviteiten en voor inpandige woningsplitsing binnen voormalige boerderijen. Ontheffing kan alleen worden verleend als wordt voldaan aan de voorwaarden uit het desbetreffende artikel.

Artikel 5 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden.

In de bestemmingsplanregels is conform de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg een regeling voor de omgang met archeologische waarden opgenomen. In het plangebied komen geen gebieden met een archeologische waarde voor. In het gebied met een middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde geldt voor werken en werkzaamheden die een groter oppervlak bedragen dan 2.500 m² en dieper gaan dan 0,3 m onder het peil, een aanlegvergunningplicht. Deze gebieden hebben de dubbelbestemming "Waarde - Archeologische verwachtingswaarde" gekregen. Een normaal beheer en onderhoud blijft mogelijk zonder een aanlegvergunning.

Artikel 6 Waarde - Landgoed
De landgoederen in het buitengebeid van Hellendoorn krijgen de dubbelbestemming "Waarde - Landgoed". De dubbelbestemming is bedoeld om de samenhang "als landgoed" tussen de verschillende bestemmingen aan te geven.