direct naar inhoud van Regels
Plan: Beheersverordening gemeente Hardenberg, facetregeling parkeren
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.BV000020-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

de beheersverordening Beheersverordening gemeente Hardenberg, facetregeling parkeren met identificatienummer NL.IMRO.0160.BV000020--VG01 van de gemeente Hardenberg met de ondergrond van 17 november 2017;

1.2 beheersverordening:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 vigerende beheersverordeningen:

alle binnen de gemeente Hardenberg op het moment van vaststelling van deze beheersverordening vigerende beheersverordeningen.

Artikel 2 Reikwijdte

2.1 Herziening regels

De regels van de vigerende beheersverordeningen worden gewijzigd in die zin dat:

  • a. voor zover aanwezig, alle regels die betrekking hebben op het parkeren worden verwijderd;
  • b. de regels zoals opgenomen in deze beheersverordening worden toegevoegd.
2.2 Van toepassing verklaring

De Beheersverordening gemeente Hardenberg, facetregeling parkeren met identificatienummer NL.IMRO.0160.BV000020--VG01 is van toepassing op alle hieronder genoemde beheersverordeningen in de gemeente Hardenberg.

Geldende beheersverordeningen gemeente Hardenberg   vastgesteld op   imrocode  
Correctieve herziening Meerstal 2 Kloosterhaar;   19-12-2017   NL.IMRO.0160.BV000019-VG01  
Gramsbergen, partiële herziening bedrijventerreinen;   13-12-2016   NL.IMRO.0160.BV000018-VG01  
Kloosterhaar;   28-02-2017   NL.IMRO.0160.BV000014-VG01  
Mariënberg;   13-12-2016   Mariënberg NL.IMRO.0160.BVMarienberg-VG01  
Radewijk;   21-03-2017   NL.IMRO.0160.BVRadewijk-VG01  
Bedrijventerrein Haardijk Zuid-West;   15-11-2016   NL.IMRO.0160.BV000017-VG01  
Sibculo;   23-2-2016   NL.IMRO.0160.BVMarienberg-VG01  
Dedemsvaart Wonen, Kotermeerstal;   23-02-2016   NL.IMRO.0160.BV000012-VG01  
Hardenberg-Wonen;   28-06-2016   NL.IMRO.0160.BV000010-VG01  
Slagharen;   1-7-2014   NL.IMRO.0160.BV00008-VG01  
De Krim;   29-09-2015   NL.IMRO.0160.BV000013-VG01  
Bedrijventerrein Broeklanden;   02-07-2013   NL.IMRO.0160.BV00007-VG01  
Bruchterveld;   23-04-2013   NL.IMRO.0160.BV00006-VG01  
Gramsbergen;   23-04-2013   NL.IMRO.0160.BV00005-VG01  
Schuinesloot;   08-01-2013   NL.IMRO.0160.BV00004-VG01  
Bergentheim;   18-12-2012   NL.IMRO.0160.BV00003-VG01  
Ane;   02-10-2012   NL.IMRO.0160.BV00002-VG01  
Lutten.   02-10-2012   NL.IMRO.0160.BV00001-VG01  

Deze beheersverordening is niet van toepassing op gebieden waarvoor een bestemmingsplan geldt.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Algemene gebruiksregels

3.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden
  • a. Bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruik, bouwen of afwijken dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, motorfietsen, fietsen of andere voertuigen, op eigen terrein in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op of onder het gebouw, en/of op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw of terrein behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer. De parkeergelegenheid bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruik, bouwen of afwijken wordt bepaald aan de hand van de "Parkeernormennota Hardenberg" of later door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vervangende beleidsregel(s).
  • b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare auto's. Aan deze eis wordt voldaan door vast te houden aan de richtlijnen en maatvoering conform de "Parkeernormennota Hardenberg" of later door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vervangende beleidsregel(s).
  • c. Indien de bestemming van een gebouw of het terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • d. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde onder a en c:
    • 1. indien het voldoen aan die bepalingen op overwegende bezwaren stuit; en
    • 2. voor zover op andere redelijke wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
  • e. Ruimte(n) voor het bepaalde onder a en c dient, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze regels nodig is, beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik met de bestemming.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 4.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Lid 4.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die beheersverordening.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 4.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid 4.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

5.1 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van de beheersverordening Beheersverordening gemeente Hardenberg, facetregeling parkeren van de gemeente Hardenberg.