Buitengebied Gramsbergen, Slagenweg 5 Anerveen

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd.

Bedrijf - Open veenontginningslandschap (Artikel 3)

Gronden met deze bestemming zijn primair bestemd voor bedrijvigheid in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Daarnaast is een biovergistingsbedrijf (categorie 3.2) toegestaan. Door middel van de diverse milieuonderzoeken (zie Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten) is aangetoond dat een dergelijk bedrijf hier inpasbaar is.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biovergistingsinstallatie' is een biovergistingsbedrijf toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kweekvijvers' zijn algenvijvers toegestaan als neventak bij het biovergistingsbedrijf. Om in de toekomst eventueel andere kweekvormen mogelijk te maken (te denken valt aan zeewier, eendenkroos of andere waterplanten) is in de aanduiding de term 'kweekvijver' gehanteerd.

Bebouwing ten dienste van het bedrijf mag alleen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. Per bouwvlak mag één bedrijfswoning worden gerealiseerd. In de regels zijn in een tabel de maximale goot- en bouwhoogtes opgenomen voor de diverse toegestane bouwwerken. Voor bedrijfswoningen geldt daarnaast een maximale inhoudsmaat van 750 m3. Om de overgang naar het landelijk gebied te verzachten zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - algenvijvers' geen gebouwen toegestaan en geldt voor 'andere bouwwerken' een maximale bouwhoogte van 3 meter.

Groen - Landschapselement (Artikel 4)

De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle beplanting en landschapselementen.

Binnen deze bestemming is het ook mogelijk om in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren (voormalige aanlegvergunning).