Buitengebied Gramsbergen, Slagenweg 5 Anerveen

4.3 Bodemkwaliteit

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, dient een bodemonderzoek te worden verricht.

Door Kruse Milieu is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De conclusie van dit onderzoek luidt dat in het grondwater enkele zeer lichte verontreinigingen zijn aangetoond. Voor een verklaring wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4 van het betreffende onderzoeksrapport.

Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren. De boven- en ondergrond zijn niet verontreinigd.

Verder kan op basis van historisch vooronderzoek gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Tijdens het veldonderzoek zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Uit bodemkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanherziening, aangezien de vastgestelde (zeer) lichte verontreinigingen in het grondwater geen risico's voor de volksgezondheid opleveren. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik.

Het volledige onderzoeksrapport is opgenomen in Bijlage 1 bij deze toelichting.