direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Buitengebied Gramsbergen, Slagenweg 5 Anerveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.BP00127-VG01

4.2 Geluid

4.2.1 Algemeen

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen ten aanzien van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies (o.a. wonen). Zo zijn in de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en railverkeerslawaai.

In het voorliggende geval zijn de aspecten wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai niet van toepassing aangezien de functie 'bedrijf' niet valt aan te merken een geluidsgevoelige functie. Bovendien worden geen geluidsgevoelige functies toegevoegd. Overigens zijn er ook geen rails gelegen in de nabijheid van het plangebied.

Op het aspect industrielawaai zal hierna worden ingegaan.

4.2.2 Industrielawaai
4.2.2.1 Algemeen

Voor de activiteiten, inclusief de uitbreiding, is in 2011 een akoestisch onderzoek uitgevoerd door Buijvoets Bouw- en geluidsadvisering. Het akoestisch rapport heeft als kenmerk 10.223 en dateert van 14 maart 2011. De conclusies van dit akoestisch onderzoek worden hierna weergegeven. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar het onderzoeksrapport welke is opgenomen in Bijlage 2 bij deze toelichting.

Het doel van dit onderzoek was na te gaan of de inrichting geen geluidsoverlast zal veroorzaken bij de bestaande woningen van derden, vanwege de beoogde realisering van enkele opslagtanks, een mestbassin en algenvijvers en de verkeersbewegingen van en naar de inrichting. Verder is onderzocht of de totale inrichting aan de wettelijke geluidsnormen kan voldoen.

4.2.2.2 Resultaten akoestisch onderzoek

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT en piekgeluid LAmax

Aan de norm voor LAr,LT kan in beide punten ruimschoots worden voldaan. De belasting LAr,LT bij de woning aan de Krimweg (punt 2) is daarbij maatgevend als gevolg van de voertuigbewegingen. Het geluid t.g.v. de biogasinstallaties, welke 24 uur per etmaal in bedrijf is, kan ook in de maatgevende nacht aan de lage norm voor en landelijk gebied voldoen. In feite is dat een bestaande reeds vergunde bron waar door de uitbreiding niets aan veranderd.

De maximale niveaus t.g.v. laden/lossen en het rijden van zware voertuigen liggen boven de streefwaarde LArT + 10 dBA maar ruim onder de maximale grenswaarden van de Handreiking. Deze activiteiten zijn inherent aan het bedrijf en nu ook vergund. De piekgeluiden veranderen niet door deze aanvraag maar zullen door de uitbreiding.

Indirect lawaai

De 50 dBA geluidcontour t.g.v. het indirecte lawaai op de Krimweg ligt op slechts 6.5 tot 11 m uit de wegas. Omdat de woningen langs deze weg op grotere afstand zijn gelegen wordt de voorkeursgrenswaarde onderschreden.

Maatregelen en het BBT-principe

Conform de Wet milieubeheer (art. 8.II, 3e lid) mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe). Bij het bedrijf is geen sprake van (eigen) dominante geluidbronnen met een onnodige hoge geluidemissie. Alle relevante bronnen van de bio-installatie zijn voorzien van een geluidomkasting en/of van geluiddempers, de shovel is een moderne “geluidarme machine”.

Gezien het feit dat aan de voorkeursgrenswaarden wordt voldaan vormt het aspect geluid geen belemmering.