Plan: | Dedemsvaart (herziening) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00225-VG01 |
het bestemmingsplan Dedemsvaart (herziening) met identificatienummer NL.IMRO.0160.0000BP00225-VG01 van de gemeente Hardenberg;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een akkerbouw-, bloementeelt-, sierteelt-, fruitteelt- of ander tuinbouwbedrijf, alsmede een pluimvee-,
varkens-, mestrund- en mestkalverenhouderij danwel een uit twee of meer van genoemde bedrijfstakken
samengesteld bedrijf, al dan niet met vee, met uitzondering van een paardenfokkerij, paardenhouderij,
een pelsdierhouderij, volkstuinen en een mammoetbedrijf voor intensieve veehouderij;
een bedrijf, dat geheel of overwegend gericht is op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het telen van gewassen waaronder begrepen tuinbouw en/of het houden van dieren, waaronder begrepen een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal; bewerking en vergisting van mest en biomassa zijn activiteiten die onderdeel uitmaken van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat deze activiteiten plaatsvinden binnen het eigen bouwvlak, met bedrijfseigen producten waarvan de geproduceerde elektriciteit en/of brandstof in hoofdzaak aangewend wordt voor eigen gebruik;
grasland en akkerbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een volwaardige agrarische bedrijfsvoering;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf en ontbijt;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, van wie de huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen;
een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een geheel of gedeeltelijk overdekte opstelplaats voor een auto welke ten minste aan twee zijden open is;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor de verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van detailhandel in auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen;
het op het publiek gerichte aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële en/of maatschappelijke diensten, zoals reisbureaus, kapsalons, uitzendbureaus, bankfilialen en makelaarskantoren;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet (of postorder) tot stand komt en waarbij afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
een ruimte of bij elkaar behorende ruimten, welke bestemd is of zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden en naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
bedrijf dat gericht is op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen;
voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, recreatie, gezondheidszorg, bejaardenzorg of zorg voor andere doelgroepen en andere openbare en bijzondere voorzieningen en dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
het bedrijfsmatig, op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als hoofdactiviteit of ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
een inrichting, waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
de als zodanig vanwege burgemeester en wethouders in het terrein langs de wegzijde of voetpad aan te geven lijn, welke:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan; een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de bij een bestemmingplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
De voor 'agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor;
met daaraan ondergeschikt:
De oppervlakte van gebouwen ten behoeve van fokkerijen, mesterijen en/of pluimvee mag niet meer dan 250 m² bedragen.
In de bestemming is geen productiebos begrepen.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor een verschuiving van het bouwvlak, mits:
voor het bouwen van een tweede bedrijfswoning elders binnen het bouwvlak, mits:
voor het vergroten van de inhoud van de woning tot 1.000 m³, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een erfinrichtingsplan; de uitvoering van het erfinrichtingsplan wordt als voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Het gebruik van de gronden en gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, zoals bedoeld in lid 3.1, onder d heeft betrekking op nevenactiviteiten in de vorm van ambachtelijke bedrijvigheid, zakelijke dienstverlening en recreatieve activiteiten of daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid en met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, voor het toevoegen van een niet-agrarische bedrijfstak aan een agrarisch bedrijf, onder voorwaarde dat:
en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bestaande niet agrarische nevenactiviteiten en kleinschalige kampeerterreinen zoals bedoeld in lid 3.1, onder d en e, mogen blijven bestaan.
De onder a tot en met c bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
De voor 'agrarisch met waarden- besloten veenontginningslandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' geldt tevens dat aan deze functie ondergeschikte horeca is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor een verschuiving van het bouwvlak, mits:
voor het bouwen van een tweede bedrijfswoning elders binnen het bouwvlak, mits:
voor het vergroten van de inhoud van de woning tot 1.000 m³, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een erfinrichtingsplan; de uitvoering van het erfinrichtingsplan wordt als voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Het gebruik van de gronden en gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, zoals bedoeld in lid 4.1, onder h heeft betrekking op nevenactiviteiten in de vorm van ambachtelijke bedrijvigheid, zakelijke dienstverlening en recreatieve activiteiten of daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid en met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, voor het toevoegen van een niet-agrarische bedrijfstak aan een agrarisch bedrijf, onder voorwaarde dat:
en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bestaande niet agrarische nevenactiviteiten en kleinschalige kampeerterreinen zoals bedoeld in lid 4.1, onder h en i, mogen blijven bestaan.
De onder a tot en met c bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
De voor 'agrarisch met waarden - open veenontginningslandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor een verschuiving van het bouwvlak, mits:
voor het bouwen van een tweede bedrijfswoning elders binnen het bouwvlak, mits:
voor het vergroten van de inhoud van de woning tot 1.000 m³, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een erfinrichtingsplan; de uitvoering van het erfinrichtingsplan wordt als voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Het gebruik van de gronden en gebouwen voor niet-agrarische nevenactiviteiten, zoals bedoeld in lid 5.1 onder f heeft betrekking op nevenactiviteiten in de vorm van ambachtelijke bedrijvigheid, zakelijke dienstverlening en recreatieve activiteiten of daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid en met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, voor het toevoegen van een niet-agrarische bedrijfstak aan een agrarisch bedrijf, onder voorwaarde dat:
en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bestaande niet agrarische nevenactiviteiten en kleinschalige kampeerterreinen zoals bedoeld in lid 5.1, onder g en h, mogen blijven bestaan.
De onder a tot en met c bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
en tevens voor:
Detailhandel is uitsluitend binnen de bestemming begrepen voor zover deze is aan te merken als rechtstreeks voortvloeiend uit de activiteiten van het bedrijf en daaraan ondergeschikt is.
Onder de bedrijfsactiviteiten is het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk niet begrepen.
Met uitzondering van de ter plaatse met 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangeduide inrichtingen en bestaande risicovolle inrichtingen, zijn geen risicovolle inrichtingen toegestaan.
In de bestemming zijn, met uitzondering van bestaande geluidzoningsplichtige inrichtingen, geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen op grond van de Wet geluidhinder toegestaan.
Onder het sub j bedoelde tuincentrum zijn tevens begrepen het verkopen van planten en aanverwante artikelen, hoveniersbedrijf, kwekerij van gewassen ten behoeve van hoveniersbedrijven/tuincentra en het houden van exposities, ondergeschikte horeca en detailhandel direct verband houden met de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten zijn tevens toegestaan.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen, dan wel indien er reeds bestaande gebouwen worden vervangen, ook binnen deze afstand mag worden gebouwd;
voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte met maximaal 15%;
mits de bouwhoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de goothoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de goothoogte van het hoofdgebouw;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 3.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld.
De voor 'bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Onder de bedrijfsactiviteiten zijn het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumentenverkoop, niet begrepen.
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' geldt voor de gronden aan de Kelvinstraat 28 dat maximaal 1.850 m² van de verkoopvloeroppervlak voor detailhandel in volumineuze goederen mag worden gebruikt, voor Kelvinstraat 33 geldt dat maximaal 600 m² van de verkoopvloeroppervlak voor detailhandel in volumineuze goederen mag worden gebruikt.
Binnen de bestemming, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', is detailhandel uitsluitend toegestaan voor zover deze detailhandel een geïntegreerd en ondergeschikt deel uitmaakt van een productiebedrijf en/of een ambachtelijk bedrijf, een en ander in of vanuit een verkoopruimte met een vloeroppervlakte van ten hoogste 10% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m2. Er zijn geen lpg-verkooppunten toegestaan.
In de bestemming zijn, met uitzondering van de bedrijven genoemd in lid 7.1, sub d:
niet toegestaan.
De strook ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - afschermende beplanting' dient te worden ingericht als groenstrook in de vorm van afschermende beplanting met een minimale breedte van 10 m.
De strook ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - laanbeplanting' dient te worden ingericht als voet-/fietspad met behoud van de aanwezige laanbeplanting en afschermende beplanting.
Het bevoegd gezag kan, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen;
voor de uitbreiding van een bebouwde oppervlakte van maximaal 200 m², mits wordt aangesloten bij het overige bepaalde in artikel 7.2, onder a;
en toestaan dat daar waar ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven dat deze maximaal 12 m mag bedragen, de bouwhoogte tot maximaal 15 m mag worden verhoogd, met uitzondering voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
en toestaan dat daar waar ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven dat deze maximaal 15 m mag bedragen, de bouwhoogte tot maximaal 20 m mag worden verhoogd;
en toestaan dat de parkeer- of stallingsruimte beperkt wordt, indien in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt;
voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;
voor een verhoging van de bouwhoogte met ten hoogste 15%.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 3.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 2 kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 3.2 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 3.1 kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 4.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 3.2 kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 4.2 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 4.1 kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in categorie 1 tot en met 4.2 van de Staat van bedrijven, maar die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met de in categorie 1 tot en met 3.2 genoemde bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van bedrijven genoemd in categorie 5.1 van de Staat van bedrijven, die naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar met categorie 4.2 kunnen worden gelijkgesteld;
voor het toestaan van een bedrijf ter plaatse van een bestaand bedrijf als bedoeld in lid 7.1, sub d dat naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van aangrenzende woongebieden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar minder effecten sorteert dan, dan wel gelijkwaardig is aan het bestaande bedrijf;
en met dien verstande dat voor zover een bedrijf in een hogere categorie van de Staat van bedrijven voorkomt dan volgens het gestelde in lid 7.1 is toegestaan, de aanvrager van de omgevingsvergunning dient aan te tonen dat het betreffende bedrijf, naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, kan worden gelijkgesteld met de bedrijven die volgens lid 7.1 zijn toegestaan.
De voor 'detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
en tevens voor:
In de bestemming zijn uitsluitend bestaande supermarkten begrepen.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen, dan wel indien er reeds bestaande gebouwen worden vervangen, ook binnen deze afstand mag worden gebouwd;
voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte.
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen tot maximaal 3 m.
De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Bestaande wegen en paden zijn in de bestemming begrepen.
Onder speelvoorzieningen vallen tevens speelvelden.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a. lid 9.2, sub c, onder 2:
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
De voor 'groen - park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bestaande wegen en paden zijn in de bestemming begrepen.
De onder d genoemde horeca-activiteiten betreffen:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitsluitend bestaande activiteiten toegestaan' zijn uitsluitend bestemd voor de bestaande parkeerplaats, het bestaande bos en bestaande groenvoorzieningen.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitsluitend bestaande activiteiten toegestaan', anders dan bestaand.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.1 juncto 10.4 voor het ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitsluitend bestaande activiteiten toegestaan' toestaan van activiteiten zoals genoemd in artikel 10.1 anders dan bestaand, met dien verstande dat de activiteiten geen onevenredige afbreuk ten aanzien van het woon- en leefklimaat (waaronder geluidhinder) voor omwonenden zal opleveren. De aanvraag om een omgevingsvergunning dient in te gaan op de mogelijkheid van verstoring van het woon- en leefklimaat en eventueel noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om hinder voor omwonenden te voorkomen.
De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen, dan wel indien er reeds bestaande gebouwen worden vervangen, ook binnen deze afstand mag worden gebouwd;
voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De onder a genoemde dagrecreatieve activiteiten in de vorm van een kalkovencomplex betreffen een museum, theater en een daaraan ondergeschikte horecafunctie.
Het bevoegd gezag kan met oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor overschrijding van de rooilijn;
b. lid 12.2, sub c, onder 2:
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
De voor 'sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder de bestemming is aan de sport ondergeschikte en gebonden horeca in de vorm van sportkantines toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone' is een intensivering in bebouwing en/of gebruik niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
voor overschrijding van de rooilijn;
en toestaan dat de oppervlakte aan gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone' kan toenemen, mits de toename niet leidt tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat in het nabijgelegen woongebied.
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen een intensivering van het gebruik ter plaatste van de aanduiding 'milieuzone'.
De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder groenvoorzieningen is een inrichting als water begrepen.
Van de wegen bedraagt het aantal rijstroken, met uitzondering van opstelstroken, niet meer dan het bestaande aantal, met dien verstande dat het aantal rijstroken mag worden vermeerderd indien dit niet tot gevolg heeft dat de voorkeursgrenswaarde, dan wel een verleende hogere grenswaarde op geluidgevoelige bebouwing, bedoeld in de Wet geluidhinder, worden overschreden.
De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De bestemming is mede gericht op de cultuurhistorische bescherming van de Dedemsvaart.
Onder deze bestemming is de functie van extensief recreatief medegebruik begrepen.
De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
en tevens voor:
Onder de sub b bedoelde aan huis gebonden beroepen en bedrijven zijn tevens begrepen kantoor- en praktijkruimten, deze zijn toegestaan voor zover de vestiging geen problemen oplevert wat betreft ontsluiting/parkeren.
Onder f zijn geen supermarkten begrepen.
Het onder sub g bedoelde kantoor is mede begrepen het gebruik van bijgebouwen voor exposities en lezingen aan de Langewijk 362/364.
Onder h zijn geen risicovolle inrichtingen begrepen die onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen.
Ter plaatse van de aanduiding
Onder het doel 'bedrijf' is detailhandel uitsluitend begrepen voor zover die is aan te merken als rechtstreeks voortvloeiend uit de activiteiten van het bedrijf.
Onder de sub i bedoelde horeca worden uitsluitend de bestaande horecavorm en daarmee naar de aard gelijk te stellen vormen begrepen.
In de bestemming zijn ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mede inbegrepen ondergeschikte maatschappelijke- en zorggerelateerde voorzieningen, met dien verstande dat deze voorzieningen nevengeschikt zijn op de gronden die tevens zijn aangeduid als 'maatschappelijk' respectievelijk 'zorginstelling'.
dan wel de bestaande diepte of afstand tot de rooilijn, indien de bestaande diepte of afstand tot de rooilijn meer bedraagt;
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen;
indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om het aantal woningen in een gebouw of op een bouwperceel te wijzigen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand;
met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt;
voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;
voor het verhogen van het bebouwingspercentage, met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht, dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
mits de bouwhoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de goothoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de goot-hoogte van het hoofdgebouw;
voor het bouwen van bijgebouwen op een kortere afstand tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw, dan wel voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
tot een oppervlakte van 100 m² voor aan huis verbonden beroepen, mits niet meer dan 60% van het bouwperceel wordt bebouwd.
voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte van erf- en perceelafscheiding tot maximaal 3 m.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.4, sub a voor het in één of meerdere woningen wonen in groepsverband voor speciale doelgroepen, zoals hulpbehoevenden met daarbij behorende speciale woonzorgfuncties, met dien verstande dat de vestiging geen onevenredige afbreuk ten aanzien van het woon- en leefklimaat (waaronder geluidhinder) voor omwonenden zal opleveren. De aanvraag om een omgevingsvergunning dient in te gaan op de mogelijkheid van verstoring van het woon- en leefklimaat en eventueel noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om hinder voor omwonenden te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.4, sub b ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
De voor 'wonen - uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met in achtneming van de volgende regels:
Zolang en voor zover de bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.
De voor 'leiding – hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken leiding, wordt geen omgevingsvergunning verleend.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken als (bedrijfs)woning, school, kinderopvang of crèche.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.4 voor het gebruik van de gronden en bouwwerken voor in lid 18.4 genoemde functies indien is aangetoond dat het gebruik niet plaatsvindt binnen de magneetveldzone van de nabijgelegen hoogspanningslijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Geluidzone - industrie
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.1 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Veiligheidszone - lpg
In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen in de 'veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd en mag de afstand van bestaande bebouwing tot het ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' aangegeven vulpunt niet worden verkleind.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.4 en toestaan dat kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
Gronden en opstallen die liggen in de 'veiligheidszone - lpg' mogen niet worden gebruikt als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidzone - lpg' de bestemming wordt ontnomen, indien de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.
21.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
21.2 De onder 21.1 bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
22.1 Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
22.2 Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wro- zone – wijzigingsgebied 2' wijzigen in die zin dat een wellnesscentrum met horecavoorzieningen en dagrecreatieve voorzieningen kan worden gerealiseerd.
22.3 De onder 22.1 en 22.2 bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.
Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening waarvoor op basis van deze verordening een evenementenvergunning kan worden verleend.
Het bestemmingsplan bestemmingsplan Dedemsvaart van de gemeente Hardenberg, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 november 2012 en gewijzigd vastgesteld op 18 februari 2014, blijft van toepassing, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Dedemsvaart (herziening).