direct naar inhoud van Artikel 21 Recreatie - Essen- en hoevenlandschap
Plan: Buitengebied Hardenberg, Reestdal en Bergentheim-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01

Artikel 21 Recreatie - Essen- en hoevenlandschap

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Essen- en hoevenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen, die hierna als nadere bestemming zijn aangegeven bij de adressen die in of bij het betreffende bestemmingsvlak zijn aangegeven:
    adres   nadere bestemming¹   max: oppervlakte gebouwen²   max: aantal appartementen   max: aantal recreatiewoningen   max: aantal bedrijfswoningen  
    De Haar 4 Balkbrug   Groepsaccommodatie   160%   0   Bestaand   2  
    De Haar 4 Balkbrug - met toevoeging bungalownummer: bungalowpark (de Haar)   Bungalowpark   115%   0   Bestaand   0  
    De Haar 5 Balkbrug   Camping   115%   0   Bestaand   1  
    De Haar 7 Balkbrug   Camping   115%   0   Bestaand   2  
    Den Huizen 4 Balkbrug   Vakantieverblijf   115%   0   Bestaand   1  
    Zuidwolderstraat ong. Dedemsvaart   Visvijver   115%   0   Bestaand   0  
    Oud Avereest 60 Balkbrug   Vakantieboerderij en manege   140%   0   Bestaand   2  
    1) voor zover de gronden zijn bestemd als camping dienen deze terreinen op een zorgvuldige wijze landschappelijk te zijn ingepast.
    2) is percentage van het bestaande oppervlakte van de algemene centrale voorzieningen voor dag- en verblijfsrecreatie.  
  • b. een kampeerboerderij, ter plaatse van de aanduiding "kampeerboerderij";
  • c. horeca in de vorm van een partycentrum en restaurant, uitsluitend in combinatie met een vakantieboerderij en manege, ter plaatse van de aanduiding "horeca";
  • d. algemene centrale voorzieningen in de vorm van (bouw)werken voor dag- en verblijfsrecreatie, zoals recepties, verkoopruimtes, kantines, recreatieruimtes, toiletgebouwen en fietsenstallingen;
  • e. bijbehorende voorzieningen, zoals (afschermende) groenvoorzieningen, vijvers, speelvelden, parkeervoorzieningen, verkeers-, verblijfs- en nutsvoorzieningen;
  • f. de instandhouding en ontwikkeling van de sterke gebiedskenmerken van het essen- en hoevenlandschap, welke per (deel)gebied zijn beschreven in de tabellen van de Landschap Identiteit Kaarten (LIK's), die als bijlage onderdeel uitmaken van de regels.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Toegestane (bouw)werken

Op de gronden als bedoeld in lid 21.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen;
  • b. bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken, voor zover volgens de tabel in lid 21.1 bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • c. recreatiewoningen met berging, voor zover deze volgens de tabel in lid 21.1 zijn toegestaan;
  • d. chalets en stacaravans met berging en trekkershutten, uitsluitend op gronden behorende bij de adressen die nader zijn bestemd als camping, volgens de tabel in lid 21.1;
  • e. andere (bouw)werken.

21.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 21.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag binnen elk bestemmingsvlak niet meer bedragen dan voor dat vlak in de tabel in lid 21.1 is aangegeven;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3 of niet meer dan de bestaande inhoud, indien deze meer dan 750 m3 bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 100 m2 bedragen of niet meer dan de bestaande oppervlakte, indien deze meer dan 100 m2 bedraagt;
  • d. recreatiewoningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd en de inhoud mag per woning niet meer bedragen dan 300 m3 of niet meer dan de bestaande inhoud, indien deze meer dan 300 m3 bedraagt;
  • e. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen moet ten minste 6 meter bedragen; indien een perceelgrens aanwezig is, dan moet in afwijking hiervan, de afstand tussen de recreatiewoning en de (onderlinge) perceelgrens ten minste 3 meter bedragen;
  • f. de oppervlakte van een trekkershut bedraagt niet meer dan 30 m2 of niet meer dan de bestaande oppervlakte als deze meer dan 30 m2 bedraagt;
  • g. de oppervlakte van een stacaravan bedraagt niet meer dan 45 m2 of niet meer dan de bestaande oppervlakte als deze meer dan 45 m2 bedraagt;
  • h. de oppervlakte van een chalet bedraagt niet meer dan 70 m2 of niet meer dan de bestaande oppervlakte als deze meer dan 70 m2 bedraagt;
  • i. de oppervlakte van een berging behorend bij een chalet, recreatiewoning of stacaravan bedraagt niet meer dan 6 m2 of niet meer dan de bestaande oppervlakte als deze meer dan 6 m2 bedraagt;
  • j. de goothoogte, bouwhoogte en dakhelling van bouwwerken mogen niet meer of minder bedragen dan hierna is aangegeven:
    bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte   min. dakhelling  
    bedrijfsgebouwen   6 m   12 m   18°  
    bedrijfswoningen   3,5 m   10 m   30°  
    bijgebouwen   3 m   6 m   18°  
    recreatiewoningen   3,5 m   6 m    
    trekkershutten     4 m    
    stacaravans     3,5 m (vanaf de vloer van een stacaravan)    
    chalets     3,5 m (vanaf de vloer van een chalet)    
    bergingen behorend bij recreatiewoning, chalet of stacaravan     3 m    
    overkappingen     4 m    
    erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn     2 m    
    overige erf- of perceelafscheidingen     1 m    
    overige andere bouwwerken     12 m    
  • k. een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan aanwezig is of gebouwd kan worden krachtens een vergunning voor bouwen, en afwijkt van het bepaalde onder e en j, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • l. in afwijking van het voorgaande geldt voor de gebouwen op gronden aangeduid met "karakteristiek", dat uitsluitend de bestaande verschijningsvorm wat betreft oppervlakte, goot- en bouwhoogte, dakhelling, dakvorm en plaatsing op het erf is toegestaan;
  • m. in voorkomend geval artikel 37.1 en 37.2 (Afstanden tot water en wegen).

21.2.3 Bepalen inhoud bouwwerk

De inhoud van een bouwwerk waarvoor in artikel 21 een maximale inhoudsmaat is vastgelegd, dient bepaald te worden overeenkomstig het bepaalde in lid 2.3.

21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Vergroten inhoud bedrijfswoning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2 onder b, voor het vergroten van de inhoud van de woning tot 1.000 m3, mits de inpassing op het erf en in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een ruimtelijke kwaliteitsplan.

21.3.2 Kleinere dakhelling bedrijfswoningen en bijgebouwen

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2 onder j, voor het toestaan van een kleinere dakhelling van gebouwen, mits:

  • a. het oppervlak waarvoor een kleinere dakhelling voor bijgebouwen wordt toegestaan niet groter is dan 15% van het totale oppervlak van het gebouw;
  • b. het oppervlak waarvoor een kleinere dakhelling voor een bedrijfswoning wordt toegestaan niet groter is dan dan 30 m2;
  • c. een kleinere dakhelling past binnen de aard, schaal en het beeld van het perceel.

21.3.3 Toestaan groter oppervlak aan bedrijfsgebouwen

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2 onder a, voor het toestaan van een groter oppervlak aan bedrijfsgebouwen, mits de inpassing in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een ruimtelijke kwaliteitsplan.

21.3.4 Afwijkende dakhelling en goothoogte bedrijfsgebouwen

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2 onder j, voor het toestaan van een kleinere dakhelling en/of een hogere maximale goothoogte tot maximaal 10 meter voor bedrijfsgebouwen, mits:

  • a. de afwijking niet leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en/of het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden;
  • b. de afwijking past binnen de aard, schaal en het beeld van het perceel.

21.3.5 Afwijken bestaande verschijningsvorm karakteristieke gebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2, lid l, voor afwijkingen van de bestaande verschijningsvorm, mits de afwijking past binnen het bepaalde voor het bouwen van bouwwerken in sublid 21.2.2 onder i.

21.3.6 Toestaan aaneen gebouwde recreatiewoningen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 21.2.2 onder d en e voor het toestaan van aaneen gebouwde recreatiewoningen met een maximum van drie-aaneen gebouwde recreatiewoningen, mits passend binnen de aard, schaal en het beeld van het perceel en het bepaalde in lid 21.1.

21.3.7 Toestaan andere vormen van recreatief nachtverblijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.1 onder a

en sublid 21.2.1 voor het toestaan van andere vormen van recreatief verblijf op een camping, zodanig dat er naast kampeermiddelen, stacaravans, chalets en trekkershutten, ook andere vormen van recreatief nachtverblijf aanwezig mogen zijn. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • a. de camping moet een bedrijfsmatige exploitatie hebben;
  • b. de afwijking biedt geen mogelijkheden voor nieuwe recreatiewoningen, appartementen en groepsaccommodaties en hieraan gelijk te stellen voorzieningen;
  • c. de afwijking geldt voor maximaal 30% van het aantal standplaatsen;
  • d. de afwijking moet passen binnen de aard, schaal en het beeld van de camping.

21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

  • a. wonen in een bedrijfswoning, anders dan ten behoeve van een huishouding, met dien verstande dat een huishouden wel mag worden aangevuld met een huishouding ten behoeve van dringende sociale, verzorgings- of sociaal-economische redenen;
  • b. met uitzondering van het bepaalde in lid 21.1 onder c, het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca, anders dan aan de recreatieve voorziening ondergeschikte en gebonden horeca;
  • c. permanente bewoning van bouwwerken voor recreatief nachtverblijf.

21.4.2 Uitzondering strijdig gebruik permanente bewoning
  • a. Het strijdige gebruik van recreatiewoningen, (sta-)caravans en chalets voor permanente bewoning, dat plaatsvindt in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 1 'Lijst persoonsgebonden overgangsrecht De Haar' aangegeven (kadastrale) percelen met bijbehorend adres is uitgezonderd van hetgeen in sublid 21.4.1 is bepaald;
  • b. Bouwaanvragen betrekking hebbend op de onder a genoemde percelen dienen aan de bestemming 'Recreatie - Essen- en hoevenlandschap' en de daarbij behorende regels te worden getoetst, ware het overeenkomstig gebruik;
  • c. Ten aanzien van het strijdige gebruik van deze recreatiewoningen, (sta-)caravans en chalets is het, met uitzondering van de op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Avereest' in het gemeentelijk bevolkingsregister ingeschreven hoofdbewoner en zijn of haar partner, verboden de permanente bewoning voort te zetten nadat de recreatiewoning respectievelijk de (sta-)caravan respectievelijk de chalet is vervreemd, door erfopvolging is verkregen, dan wel is verhuurd en/of op een andere wijze in gebruik is gegeven, met het oogmerk aan een ander de permanente bewoning te verschaffen.

21.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.1 en lid 21.4, voor zover betreft het gebruik van gronden en bestaande gebouwen voor de volgende nevenactiviteiten:

  • a. koffie- en theeschenkerij;
  • b. eenvoudige dagrecreatieve voorzieningen;
  • c. andere recreatieve activiteiten, die in ruimtelijke en functioneel opzicht met de hiervoor genoemde gelijk kunnen worden gesteld.

Met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • 1. de functie van aangrenzende bestemmingen mag niet onevenredig worden belemmerd;
  • 2. er mag geen onevenredig grotere verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden plaatsvinden;
  • 3. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • 4. het gebruik dient qua aard en schaal te passen bij de specifieke kwaliteiten en schaal van de omgeving, met name op het gebied van visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties.