direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: Hardenberg Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00169-VG01

4.7 Externe veiligheid

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) verplicht gemeenten en provincies die omgevingsvergunningen verlenen of een bestemmingsplan maken, rekening te houden met externe veiligheid. Doel van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is individuele en groepen burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen.

In het rapport 'Hardenberg: bewust veilig' heeft de gemeente Hardenberg haar externe veiligheidsbeleid voor de periode 2011-2014 uitgewerkt. Daarin zijn onder meer hindercontouren van Bevi-inrichtingen aangegeven. Op 31 mei 2011 heeft de gemeente de Opleg-Notitie externe veiligheid vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe binnen actualiseringsplannen met externe veiligheid moet worden omgegaan. Onderhavig bestemmingsplan volgt de systematiek van de oplegnotitie. Dit betekent: het vastleggen van de externe veiligheidssituatie en het, daar waar noodzakelijk, opnemen van regels die de ontwikkelingsmogelijkheden vastleggen.

Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die onder de werking van het Bevi vallen (bron: Risicokaart Overijssel).

Voor zwembad De Marsch aan het Badhuisplein 1 is wel een risicozone op de Risicokaart Overijssel aangegeven. Dit zwembad heeft vanwege de opslag van chloorbleekloog en zwavelzuur een plaatsgebonden risicocontour van 120 m.4 Aangezien binnen deze zone geen (beperkt) kwetsbare objecten zijn gelegen, kan een risicoberekening achterwege blijven. Overigens zal het zwembad op termijn geheel verdwijnen als het nieuwe zwembad op de Sportboulevard is gerealiseerd.

Binnen het plangebied is verder een vuurwerkopslag gelegen, namelijk ter plaatse van Stationsstraat 25. Het gaat hier om een inrichting die niet onder het Bevi, maar onder het Vuurwerkbesluit valt. De risicozone van deze inrichting valt binnen de betreffende perceelgrens, zodat er op dit punt geen sprake is van knelpunten.

Het plangebied valt ruim buiten de effectafstand van aardgastransportleidingen (bron: Risicokaart Overijssel).

De N34 en de Haardijk zijn de dichtstbijzijnde wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Aangezien dit bestemmingsplan niet leidt tot een toename van het groepsrisico - anders dan al is voorzien in de vigerende bestemmingsplannen - is een onderzoek op dit punt eveneens niet noodzakelijk.

Over de spoorweg door Hardenberg blijken in de huidige situatie geen gevaarlijke stoffen te worden vervoerd, maar in de toekomst wordt dergelijk vervoer wel verwacht. De verwachte intensiteit hiervan is echter dusdanig dat de maatgevende contour van het plaatsgebonden risico (10-6) slechts 6 m buiten

het spoor komt te liggen en dat het groepsrisico ruim beneden de oriƫnterende waarde uitkomt.