direct naar inhoud van 7.3 Verantwoording van de regels
Plan: Buitengebied Hardenberg, Elfde wijk 13a Heemserveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00163-VG01

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd.

Agrarisch met waarden - Open veenontginningslandschap (Artikel 3)

Het gehele plangebied heeft de bestemming 'Agrarisch met waarden - Open veenontginningslandschap' gekregen. Gronden met deze bestemming zijn primair bestemd voor grondgebonden agrarische bedrijvigheid en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' is een intensieve veehouderij toegestaan. In het voorliggende geval is deze aanduiding toegekend aan het bestaande bedrijf aan de Elfde Wijk 13/ 13a (het betreft in de huidige situatie immers een intensieve veehouderij).

Bebouwing ten behoeve van het agrarisch bedrijf is enkel toegestaan binnen het bouwvlak. Dit bouwvlak is ten opzichte van het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg" niet vergroot. Enkel het bestemmingsvlak is vergroot ten behoeve van de realisatie van kippenuitlopen.

Het vastleggen van het maximum aantal dieren en het diersoort wordt verzekerd dat de totale stikstofemissie van het bedrijf niet toe kan nemen en er ook geen extra negatieve effecten op Natura 2000-gebieden optreden.

Voorwaardelijke verplichting

In voorliggend bestemmingsplan is gebruik gemaakt van een zogenoemde 'voorwaardelijke verplichting'. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak (uitspraak "Linderveld" - AbRS 22 maart 2006, BR 2006, p. 546, nr. 200502510/1) blijkt dat in een bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting kan worden opgenomen.

Omdat dit een relatief nieuw instrument is wordt een uitleg noodzakelijk geacht. De voorwaardelijke verplichting voorziet in een borging van de maatregelen om te komen tot een ruimtelijke kwaliteitsimpuls in de groene omgeving. Deze maatregelen zijn (mits ruimtelijk relevant, niet geheel geborgd middels sectorale wetgeving of middels de privaatrechtelijke overeenkomst welke is gesloten) als voorwaardelijke verplichting in de regels van het plan opgenomen.

Concreet betekend dit dat het gebruik van, en het in gebruik (laten) nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemmingsomschrijving pas is toegestaan nadat de landschapsmaatregelen als opgenomen in het inrichtingsplan (opgenomen in Bijlage 1 bij de regels) zijn gerealiseerd. Dit teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van het gehele erf.