direct naar inhoud van 5.3 Wateraspecten
Plan: Buitengebied Hardenberg, Schuineslootweg te Schuinesloot en Volle Urenweg te Hoogenweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00157-VG01

5.3 Wateraspecten

5.3.1 Vigerend beleid
5.3.1.1 Europees en rijksbeleid

De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden en is bedoeld om in alle Europese wateren de waterkwaliteit chemisch en ecologisch verder te verbeteren. De Kaderrichtlijn Water omvat regelgeving ter bescherming van het binnenlandse oppervlaktewater, overgangswateren (waaronder estuaria worden verstaan), kustwateren en grondwater. Streefdatum voor het bereiken van gewenste waterkwaliteit is 2015. Eventueel kan er, mits goed onderbouwd, uitstel (derogatie) verleend worden tot uiteindelijk 2027. Voor het uitwerken van de doelstellingen worden er op (deel)stroomgebied plannen opgesteld. In deze (deel)stroomgebiedbeheersplannen staan de ambities en maatregelen beschreven voor de verschillende (deel)stroomgebieden. Met name de ecologische ambities worden op het niveau van de deelstroomgebieden bepaald.

Het Rijksbeleid op het gebied van het waterbeheer is in diverse nota's vastgelegd. Het meest directe beleidsplan is de Vierde Nota Waterhuishouding en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, juli 2003). Het bestuursakkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 het hoofdwatersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Belangrijk onderdeel is om de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren' in alle overheidsplannen als verplicht afwegingsprincipe te hanteren. In het Nationaal Bestuursakkoord is vastgelegd dat de watertoets een verplicht te doorlopen proces is in waterrelevante ruimtelijke planprocedures, waarbij een vroegtijdige betrokkenheid van de waterbeheerder in de planvorming wordt gewaarborgd. Verder is water in de Nota Ruimte een belangrijk, structurerend principe voor bestemming, inrichting en gebruik van de ruimte. Om problemen met water te voorkomen, moet, anticiperend op veranderingen in het klimaat, de ruimte zo worden ingericht dat water beter kan worden vastgehouden of geborgen. Dit anticiperen is ook terug te vinden in de op 1 januari 2008 van kracht geworden Wet gemeentelijke watertaken. In deze nieuwe wet zijn de zorgplicht voor het vasthouden en afvoeren van regenwater en de regierol van gemeenten bij de grondwaterzorgplicht vastgelegd.

5.3.1.2 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie Overijssel 2009

In de Omgevingsvisie Overijssel 2009 wordt ruim aandacht besteed aan de wateraspecten. De ambities zijn, naast de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water, gericht op de verbetering van de kwaliteit van de kleinere wateren, de veiligheid, de grondwaterbescherming, bestrijding van wateroverlast, de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlakte water en waterbeleving zowel in de groene ruimte als stedelijk gebied.

5.3.1.3 Beleid waterschap Velt en Vecht

Het waterschap Velt en Vecht heeft het waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan (WBP). Het plan is opgesteld in nauwe samenwerking met de vier andere waterschappen in Rijn-Oost, te weten de waterschappen Reest en Wieden, Groot Salland, Regge en Dinkel en Rijn en IJssel. Het nieuwe WBP 2010-2015 wordt naar verwachting nog in 2009 vastgesteld.

Het waterbeleid van het waterschap is met name gericht op een duurzame aanpak van het waterbeheer: geen afwenteling, herstel van de veerkracht van het watersysteem, streven naar een meer natuurlijker waterbeheer, zoeken naar meer ruimte voor water, water toepassen als ordenend principe middels het gebruik van waterkansenkaarten en water langer vasthouden mede door flexibeler peilbeheer. Ook het streven naar een betere waterkwaliteit als onderdeel van duurzaamheid is een belangrijk speerpunt (tegengaan van lozingen, minder belasting van het water en het zoveel mogelijk tegengaan van diffuse verontreinigingen).

5.3.2 Waterparagraaf

Zoals in voorgaande paragrafen uiteen is gezet, wordt in het moderne waterbeheer (waterbeheer 21e eeuw) gestreefd naar duurzame, veerkrachtige watersystemen met minimale risico's op wateroverlast of watertekorten. Belangrijk instrument hierbij is de watertoets, die sinds 1 november 2003 in ruimtelijke plannen is verankerd. In de toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te worden opgenomen. Hierin wordt verslag gedaan van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie (watertoets).

Het doel van de watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang met hemelwater, lozingen op oppervlaktewater).

5.3.2.1 Wateradvies

Locatie Schuineslootweg

De watertoets heeft plaats gevonden op de website www.dewatertoets.nl. Daarmee zijn de waterhuishoudkundige aspecten voldoende belicht. In kader van de watertoets heeft waterschap Velt en Vecht de volgende opmerkingen/aanvullingen.

Het blijkt dat op het perceel hemelwater (HWA) en afvalwater (DWA) in dezelfde rioolbuis verzameld wordt. Bij het waterschap geniet het bovengronds afkoppelen van hemelwater de voorkeur. Dit mag uiteraard niet leiden tot wateroverlast naar aanliggende percelen.

Om bodemvervuiling te voorkomen is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende (bouw-)materialen. Wanneer niet gekozen wordt voor het bovengronds afkoppelen, dienen de rioolbuizen gescheiden tot op de perceelsgrens worden aangelegd. Bij een toekomstige gescheiden rioolstelsel kan dan eenvoudig hierop worden aangesloten. Wel dient in het plan duidelijk aangegeven te worden dat er verschillende kleuren rioolbuizen gebruikt worden.

Om wateroverlast in gebouwen te voorkomen adviseert het waterschap, bij bouwaanvragen in het algemeen, om voor een vloerpeil te kiezen die tenminste 30 centimeter boven de weg ligt.

De invloed van het plan op de waterhuishouding is gering.

Wanneer voornoemde opmerkingen in het plan worden meegenomen heeft waterschap Velt en Vecht geen bezwaar.

Locatie Volle Urenweg

De watertoets voor deze locatie is uitgevoerd op de website www.dewatertoets.nl. De beantwoording hiervan heeft er toe geleid dat de zogenoemde 'normale procedure' van de watertoets is toegepast. De bij deze procedure behorende uitgangspuntennotitie is opgenomen in Bijlage 6 bij deze toelichting. In kader van de watertoets heeft het waterschap hierop de volgende opmerkingen:


Uit informatie bij het waterschap blijkt dat het perceel aan de Volle Urenweg op de kaart wordt aangemerkt als beekherstelproject. Het waterschap heeft ambities om de Raderwijkerbeek natuurvriendelijk in te richten. Het waterschap heeft geen bezwaar tegen de bouw van een woning met bijgebouw, mits de bebouwing niet binnen 60 meter van de Radewijkerbeek wordt gerealiseerd. Om wateroverlast in gebouwen te voorkomen adviseert het waterschap om het vloerpeil tenminste 30 centimeter boven de weg aan te leggen.

In de tekst bij de erfinrichtingsschets 'Volle Urenweg' staat beschreven dat de overgangszone in overleg met het waterschap wordt gecreƫerd. Het waterschap heeft enkele voorwaarden ten aanzien van de inrichting van de overgangszone (zoals talud,beplanting, etc.). Het waterschap adviseert de initiatiefnemer om contact op te nemen met het waterschap om de inrichting van de overgangszone te bespreken.

Uit informatie bij het waterschap blijkt dat ter plaatse een drukriolering ligt. Dit betekent dat alleen huishoudelijk afvalwater hierop geloosd mag worden. Hemelwater dient binnen het plangebied worden opgelost. Bij het waterschap geniet het bovengronds afkoppelen van hemelwater en infiltreren op eigen perceel de voorkeur. Om bodemvervuiling tegen te gaan is het wenselijk geen gebruik te maken van uitlogende (bouw-)materialen.

Wanneer voornoemde opmerkingen in het plan worden meegenomen heeft waterschap Velt en Vecht geen bezwaar.