direct naar inhoud van 3.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied Hardenberg, Elfde Wijk 42 Rheezerveen (Het Stoetenslagh)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00153-VG01

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Toekomstvisie gemeente Hardenberg 2004-2009

De toekomstvisie “De gemeente Hardenberg stapt stevig op de toekomst af” is op 27 mei 2004 vastgesteld door de raad van de gemeente Hardenberg. In deze toekomstvisie geeft de gemeente Hardenberg duidelijk aan niet als enige partij te (willen) bepalen hoe de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente eruit ziet. Mede ook ten aanzien van het beleid en de ontwikkeling van voorzieningen in de gemeente is een samenwerking met de diverse andere betrokken partijen van groot belang.

De gemeente ziet recreatie en toerisme als de visitekaartjes van de gemeente. Gestreefd wordt naar een toename en verbetering van onder meer de voorzieningen. Dit plan heeft de verbetering van de voorzieningen bij het vakantiepark Het Stoetenslagh als doel en sluit hierdoor aan op de Toekomstvisie van de gemeente.

3.2.2 Visienota Buitengebied

Op 18 juli 2006 is de Visienota Buitengebied, gemeente Hardenberg vastgesteld. Deze ruimtelijke visie vormt de basis voor het nieuwe bestemmingsplan voor het totale buitengebied, ter vervanging van de bestemmingsplannen Buitengebied Avereest, Gramsbergen en Hardenberg. Hoofddoelen van het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor het buitengebied zijn:

  • op duurzame en efficiënte wijze ruimte scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies;
  • het vergroten van de leefbaarheid op het platteland;
  • het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit (de eigen identiteit).


Deze identiteit kan worden uitgedrukt in de begrippen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. De gebruikswaarde blijkt uit de geschiktheid voor bepaalde functies. De belevingswaarde houdt verband met de gebiedseigen kenmerken van het landschap, de bebouwing en de wordingsgeschiedenis. Bij de toekomstwaarde gaat het om kenmerken als duurzaamheid, biodiversiteit, robuustheid, aanpasbaarheid en flexibiliteit.

In figuur 3.1 is een uitsnede van het gebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00153-VG01_0010.jpg"

Figuur 3.1: uitsnede gebied met kenmerken, Visienota Buitengebied

Landschapstype

In de Visienota worden de verschillende gebieden in het buitengebied van de gemeente Hardenberg beschreven. Het gebied waar het plangebied in ligt valt onder 'Dedemsvaart-zuid'. Het landschapstype is veenontginningslandschap. Dit is in figuur 3.1 aangegeven met een 3. De huidige functies binnen het Veenontginningslandschap zijn:

  • landbouw;
  • foerageergebied voor overwinterende vogels;
  • colenbranderbos: ecologische verbindingszone.


De landschapskenmerken zijn:

  • openheid/regelmatigheid;
  • vlakke ligging;
  • openstrekkende strokenverkaveling;
  • herkenbare wijkenstructuur;
  • bebouwing langs ontginningsassen.


Het plangebied is naast het Colenbranderbos gelegen. Hiervoor is de ontwikkelingsrichting vastgesteld op de functies: biodiversiteit, recreatie en toerisme. De algemene ontwikkelingsrichting is landbouwontwikkelingsgebied, met de bijbehorende functie: landbouw.

Visie Landschap

Het gemeentelijk beleid zal zijn gericht op:

  • 1. Handhaving en versterking van de verscheidenheid aan landschappen;
  • 2. Bescherming van het archeologisch en cultureel erfgoed;
  • 3. Een positieve houding ten aanzien van ontwikkelingsplannen die bijdragen aan het behoud, het herstel en de beleving van het archeologisch en cultureel erfgoed;
  • 4. Landschappelijke versterking en uitnutting van de stroomdallandschappen en versterking van het veenkoloniale landschap door herstel van de wijkenstructuur en het behoud van de openheid;
  • 5. De ontwikkeling van grensoverschrijdende landschappelijke functionele verbindingen;
  • 6. Het betrekken van het landschap bij de uitbreiding van steden en dorpen (stads en dorpsontwikkeling niet alleen van binnen naar buiten, maar ook van buiten naar binnen benaderen);
  • 7. Het vergroten van de beleving van het landschap.

Visie Recreatie en toerisme

De visie ten aanzien van recreatie en toerisme laat zien dat het gemeentelijk beleid is gericht op:

  • 1. het benutten van de kwaliteiten rust, ruimte en natuur;
  • 2. een evenwichtig aanbod in dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • 3. de instandhouding en, waar mogelijk, verbetering van de kwaliteit van de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen (campings en bungalowparken);
  • 4. een verbreding van het aanbod aan verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • 5. het faciliteren van de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen in het gebied Rheeze-Diffelen;
  • 6. het bieden ruime mogelijkheden voor hergebruik van vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen voor kleinschalige dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, met uitzondering van de landbouwontwikkelingsgebieden;
  • 7. een verbetering van het aanbod en de kwaliteit van de dagrecreatieve voorzieningen, waaronder met name slechtweervoorzieningen;
  • 8. de instandhouding en, waar mogelijk, verbetering van de recreatieve routing (varen, paardrijden, fietsen, wandelen) in de gemeente. Het bieden van ruime mogelijkheden voor dagrecreatief medegebruik van landbouwgronden;
  • 9. het koppelen van kleinschalig kamperen aan het agrarisch bedrijf.

De gemeente geeft in de visie aan dat de afwisseling en de toegankelijkheid van het landschap en het aanbod van attracties zich uitstekend lenen voor dagtochten, uitjes en langdurig verblijf. Ten aanzien van de verblijfrecreatie wordt uitgegaan van de instandhouding en, waar mogelijk, verbetering van de kwaliteit van de bestaande voorzieningen. Bij een uitbreiding moet een bijdrage geleverd worden aan de instandhouding en zo mogelijk verbetering van de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving, waarbij ook gekeken wordt naar mogelijkheden om de gewenste landschappelijke kwaliteit op eigen terrein te realiseren. Zowel op als naast het terrein moet de camping passend zijn in het landschap. Een uitbreiding van het aantal campings in dit gebied is niet gewenst. Voor parkeren geldt dat de recreatieterreinen moeten voorzien in hun eigen parkeerbehoefte.

Het bestemmingsplan past binnen de Visienota Buitengebied. Bij de inrichting van de parkeerplaats is rekening gehouden met het landschapstype en de hierbij behorende gebiedskenmerken, die in de Visienota zijn benoemd. Het parkeerterrein wordt mogelijk gemaakt op gronden in eigendom bij het vakantiepark waardoor het park voorziet in de eigen parkeerbehoefte. Voor het inrichting van het parkeerterrein is een erfinrichtingsplan is opgesteld.

3.2.3 Landschappelijke Identiteitkaart en ontwikkelingsvisie

De Landschappelijke Identiteitkaart (LIK) geeft op hoofdlijnen een driedeling in het landschap weer, open veenontginningen, besloten veenontginningen (daar waar het Stoetenslagh in ligt) en besloten heideontginningen. In figuur 3.2 staan de kernkwaliteiten van het landschap in beelden samengevat

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00153-VG01_0011.png"

Figuur 3.2: Kernkwaliteiten landschap

Ontwikkelingsvisie Rheezerveen

Deze visie omvat een doorvertaling van de LIK naar een ontwikkelingsvisie. Kernwoorden daarbij zijn: diverse functies: wonen, (verbrede) landbouw, natuur en recreatie

  • ontwikkeling agrarisch grondgebruik: verbreding (kamperen bij de boer), bij bedrijfsbeëindiging mogelijkheden hergebruik VAB voor nieuwe bedrijvigheid en kleinschalige dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen
  • dagrecreatief medegebruik van landbouwgronden
  • behoud van de huidige kwaliteit van biodiversiteit in het Colenbranderbos

Visie per thema

  • landschap: aanpak wijken voor herkenbaarheid strokenverkaveling
  • biodiversiteit: behoud bosopstanden (belang broed-, slaap- en vluchtplaats vogels), ontwikkeling ecologische verbinding Colenbranderbos
  • recreatie en toerisme: kleinschalig mogelijkheden, al dan niet gekoppeld aan agrarische bedrijven.
3.2.4 Welstandsnota

De welstandsnota 'Visie op beeldkwaliteit' is door de raad van de gemeente Hardenberg vastgesteld op 29 november 2011. Doelstelling van de Welstandsnota is: een duidelijk en toetsbaar gemeentelijk welstandsbeleid. Wanneer een gebied niet binnen de grenzen van deze welstandsnota valt is de welstandsnota 'gemeente Hardenberg, voor altijd mooi' van toepassing.

Het onderhavige gebied valt binnen de 'veenontginning'. Het beleid is gericht op handhaven van de belangrijkste bebouwingskarakteristieken van dit ontginningslandschap (openheid, grootschaligheid en regelmatigheid) en herstellen van de kaprichting en het onderscheid tussen boerderij en burgerwoning. De kenmerken van dit gebied worden hierna beschreven.

De grootschaligheid, de openheid en de regelmatigheid van het landschappelijk patroon zijn waardevol. De ontstaansgeschiedenis is daarin goed afleesbaar. Ten behoeve van de turfwinning zijn vaarten en kanalen gegraven (nu deels gedempt). Na de vervening in de 19e eeuw, zijn deze gebieden in gebruik genomen voor akkerbouw. De kleuren van de bebouwing passen bij de kleuren van het landschap. De ontginningsboerderijen hebben nog vaak een agrarische functie.

De bebouwing is gesitueerd op de kop van de kavel en oriënteert zich op de weg. Tussen de voorgevel en de weg bevindt zich het voorerf. De nokrichting van de bebouwing volgt de richting van de slagenverkaveling. Gebouwen staan daardoor met hun voorzijde soms schuin naar de weg toe. De erven zijn rechthoekig en hebben een regelmatige opbouw. De schaarse bebouwing op het erf heeft veelal een forse maat. Landschappelijke beplanting beperkt zich tot wegen en erven. Daarnaast is er een aantal bosgebieden.

Het 'Groninger' type is een veel voorkomende ontginningsboerderij. Dit type kenmerkt zich door een groot volume en een eenduidige hoofdvorm van de bebouwing van voorhuis (woongedeelte), schuur en opstallen. Het woonhuis heeft veelal een rijk geornamenteerde voorgevel.

De bebouwing, los of geclusterd in buurtschappen, concentreert zich langs de ontginningsassen. In dit landschap bepalen grote kappen het beeld van gebouwen. In de loop der tijd zijn aan deze assen nieuwe woningen in diverse stijlen toegevoegd. Omdat het volume vele malen kleiner is, is het gave beeld van het ontginningslint behouden. Tussen de gebouwen zijn doorzichten op het achterliggende open ontginningsgebied. Bijgebouwen bevinden zich achter of naast het hoofdgebouw op het erf.

In de welstandsnota 'gemeente Hardenberg, voor altijd mooi' is eveneens aangegeven dat wanneer sprake is van In geval van grootschalige uitbreiding of (functionele) verandering van een erf, het gewenst is dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap en op het erf. Beplanting, verharding, verlichting en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen. Zoals aangegeven is voor de onderhavige ontwikkelingen een erfinrichtingsplan opgesteld. Hierin is rekening gehouden met de samenhang van bouwwerken op een erf, de verschijningsvorm, de afstemming op de bestaande bouwwerken en de relatie tot het hoofdgebouw en materiaal en kleurgebruik. Aan de voorwaarden gesteld vanuit de welstandsnota 'gemeente Hardenberg, voor altijd mooi' is derhalve voldaan.

3.2.5 Conclusie

Aan de voorwaarden gesteld in de gemeentelijke beleidsstukken is voldaan, deze vormen geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen.