direct naar inhoud van 3.1 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Hardenberg, Elfde Wijk 42 Rheezerveen (Het Stoetenslagh)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00153-VG01

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Omgevingsvisie Overijssel

De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In dit integrale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving, waarin het streekplan Overijssel 2000+, het verkeer- en vervoerplan, het waterhuishoudingsplan en het milieubeleidsplan zijn samengevoegd, geeft de provincie de richting aan voor de ontwikkeling van Overijssel tot 2020 en verder.

Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik / SER-ladder
De SER-ladder is ontwikkeld voor gebiedsontwikkeling in de Stedelijke Omgeving. In de Groene omgeving spreekt de provincie Overijssel liever over het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. De denklijn is hetzelfde, maar bij kleinschalige ontwikkelingen in de Groene Omgeving kan de SER-ladder niet worden toegepast. Het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik gaat over (her)benutting van bestaande bebouwing, een combinatie van functies conform gebiedskenmerken, uitbreiding in aansluiting op bestaande bebouwing en rekening houden met de ontsluiting.

Gebiedskenmerken

De omgevingsvisie geeft handvatten voor het ontwikkelen in zowel de groene als de stedelijke omgeving. Voor het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit zijn essentiële gebiedskenmerken het uitgangspunt. Door het verbinden van deze gebiedskenmerken aan nieuwe ontwikkelingen wordt de ruimtelijke kwaliteit versterkt. De aanwezige kenmerken zijn te onderscheiden in 4 lagen:

  • 1. een natuurlijke laag (in en op de bodem);
  • 2. een laag van het agrarisch cultuurlandschap (grootschalig gebruik en inrichting van de bodem);
  • 3. een stedelijke laag (bebouwing en infrastructuur);
  • 4. een lust & leisure laag (toerisme, recreatie en landgoederen).

1. Natuurlijke laag

Op waterhuishoudkundig geïsoleerde plekken (waar het regenwater wordt vastgehouden) ontwikkelde zich in het zandgebied op kleine en grote schaal hoogveen; onder invloed van regenwater ontstonden veenmoerassen. Deze groeiden als een dikke spons van veenmossen steeds verder omhoog, los van het grondwater. De extreme zure en voedselarme omstandigheden leidden tot natte, slecht toegankelijke moerasgebieden, waar vrijwel geen boom kon groeien. Vakantiepark het Stoetenslagh ligt op de natuurlijke onderlaag van hoogveen, dit hoogveen is in cultuur gebracht en daardoor niet meer als natuurlijk hoogveen waarneembaar in het landschap.

2. Laag van het agrarisch cultuurlandschap

Vakantiepark het Stoetenslagh ligt in het veenkoloniale landschap. In dit landschap is het hoogveen grootschalig afgegraven en het landschap ontgonnen. Kenmerken van dit landschap zijn:

  • grootschalig open landschap ontstaan door ontginning van het veen;
  • llineaire ontwateringstructuren met stelsels van kanalen en wijken;
  • bosstructuren (behorend tot de Ecologische Hoofdstructuur) begrenzen het open landschap.

3. Stedelijke laag

De omgeving van vakantiepark het Stoetenslagh valt onder de zogenoemde ‘luwe gebieden’, dynamische stedelijke invloeden zijn nauwelijks aanwezig. De karakteristieken uit de stedelijke laag zijn:

  • kenmerkend en herkenbaar dorpstype van het kanaaldorp Dedemsvaart
  • het kanaal is drager van de belangrijkste bebouwing, infrastructuur en verkavelingsrichting
  • erven en de opbouw daarvan zijn specifiek voor het veenkoloniale landschap met kenmerken als laanbeplantingen en houtsingels langs de erfgrenzen, niet aan alle zijden komen dichte singels voor. Fruitbomen op het zijerf of voorerf. Erfscheiding aan de voorzijde bestaat uit een haag, een bermsloot of soms alleen gras
  • het informele netwerk bestaat uit het ‘langzame netwerk’ (vaarwegen, kleine paadjes, zandpaden, kerkpaden, fiets- en wandelpaden en -routes, etc.) dat het buitengebied toegankelijk en het landschap beleefbaar maakt

Ambitie levende erven! Door voort te bouwen op de karakteristieken en kwaliteiten van de vaak eeuwenoude erven, ligt hier een kans om unieke, echt Overijsselse woon/werk-, recreatie- en zorgmilieus te ontwikkelen: sterk verbonden met de historie, het omliggende landschap en met veel ruimte voor individuele invulling en expressie.

4. Lust en leisure laag

In het spectrum van de ruimtelijke kwaliteit gaat deze laag in op de beleving, het plezier en de trots van de omgeving. De laag stelt kwaliteiten zoals de natuur, de productielandschappen en de steden in een ander daglicht en maakt ze beleefbaar en tot een belevenis. De lust- en leisure laag verbindt het stedelijke met het landelijke. In de omgeving van vakantiepark het Stoetenslagh is de lust en leisurelaag nauw verbonden met het landschap. In het landschap rondom het vakantiepark is een dicht netwerk van wandel- en fietspaden aanwezig, het landschap is hiermee beleefbaar voor de recreant.

Ontwikkelingsperspectief

In de omgevingsvisie is eveneens een ontwikkelingsperspektief opgesteld. In de directe omgeving van vakantiepark het Stoetenslagh zijn er twee speerpunten van belang:

  • 1. realisatie groene hoofdstructuur, het accent ligt op ruimte voor de ontwikkeling van natuur. De natuur als ruggegraat. Realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018;
  • 2. buitengebied met accent op productie; de schoonheid van de moderne landbouw. Ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw zeker stellen met behoud en versterking van ruimtelijke kwaliteit. Voortbouwen aan kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen.


De voorgenomen ontwikkelingen bij het vakantiepark hebben geen negatieve gevolgen voor deze ontwikkelingen uit het ontwikkelingsperspectief. Voor verblijfsrecreatie is in de omgevingsvisie opgenomen, dat mogelijkheid geboden wordt voor het verbeteren van de kwaliteit en het vergroten van de diversiteit van de bestaande verblijfsaccommodaties. Hier voorziet dit plan in. Permanente bewoning moet worden tegengegaan. Dit bestemmingsplan heeft geen betrekking op realisatie van verblijfsrecreatieobjecten; er is derhalve geen sprake van risico's op permanente bewoning. Daarnaast worden de landschappelijke kenmerken niet aangetast, maar juist versterkt.

Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving

In het werkboek Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving zijn aanbevelingen en voorbeelden opgenomen voor het toepassen van principes van ruimtelijke kwaliteit in ruimtelijke planprocessen bij ontwikkelingen in het buitengebied. Twee principes uit de Omgevingsvisie Overijssel vormen het vertrekpunt:

  • 1. elke ontwikkeling dient bij te dragen aan een versterking van de ruimtelijke kwaliteit;
  • 2. de ontwikkelingsruimte die men krijgt dient in evenwicht te zijn met investeringen (prestaties) in de ruimtelijke kwaliteit.


Uit punt twee volgt, dat als met kwaliteitsprestaties op het 'eigen erf' (de basisinspanning ruimtelijke kwaliteit) evenwicht niet bereikt kan worden, er aanvullende kwaliteitsprestaties in de omgeving nodig zijn. Er is dan sprake van een meer gebiedsgerichte benadering. De Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving is dan van toepassing. Dit geldt voor nieuwe functies en grootschalige uitbreiding van bestaande functies in het buitengebied. Bij de voorgenomen ontwikkeling is geen sprake van nieuwe functies, de parkeervoorziening is reeds gerealiseerd en in gebruik en de overige gronden blijven in gebruik ten behoeve van de recreatie. Voor een nadere beschouwing van hoe de aanleg van de parkeerplaats en de herinrichting van het terrein bijdraagt aan de vereiste ruimtelijke kwaliteit wordt nader beschreven in het Ruimtelijk Kwaliteitplan (Oranjewoud, januari 2012). Deze is als bijlage 1 bijgevoegd.

3.1.2 Conclusie

Op basis van bovenstaande beleid en het Ruimtelijk Kwaliteitplan wordt geconcludeerd dat het plan past binnen het provinciaal beleid.