direct naar inhoud van 4.3 Bodemkwaliteit
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied Avereest, locaties Ommerkanaal Dedemsvaart
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00152-VG01

4.3 Bodemkwaliteit

4.3.1 Algemeen

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, dient een bodemonderzoek te worden verricht.

Het bodemonderzoek is uitgevoerd door Kruse Milieu B.V. uit Geesteren conform de NEN 5740 norm. Op twee locaties zijn bodemonderzoeken uitgevoerd, te weten:

  • Ommerkanaal 17 (locatie compensatiewoning);
  • Ommerkanaal ongenummerd (locatie 2e compensatiewoning).

4.3.2 Bodemonderzoek Ommerkanaal 17

Door middel van een verkennend bodemonderzoek is de bodem op een terreindeel ter grootte van circa 990 m² aan het Ommerkanaal 17 in Dedemsvaart onderzocht. Dit bodemonderzoek is opgenomen in Bijlage 3 van deze toelichting. De onderzoekslocatie is momenteel deels bebouwd, deels verhard met puin, beton en deels onverhard. Aanleiding voor het bodemonderzoek is de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouw van een woning.

Het terrein is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 6 boringen verricht, waarvan één tot 3.2 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn zand en veen. Zintuiglijk zijn geen bodemvreemde materialen waargenomen met uitzondering van een puinverharding. Het freatische grondwater is in peilbuis 1 aangetroffen op 1.45 meter min maaiveld.

4.3.2.1 Resultaten chemische analyses

Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:

  • de bovengrond is (zeer) licht verontreinigd met kwik en lood;
  • de ondergrond is niet verontreinigd;
  • het grondwater is licht verontreinigd met barium.

4.3.2.2 Hypothese

De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien overschrijdingen van de streefwaarden zijns aangetoond.

4.3.2.3 Conclusies en aanbevelingen

In de bovengrond en in het grondwater zijn enkele (zeer) lichte verontreinigingen aangetoond. De ondergrond is niet verontreinigd. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar Bijlage 3 van deze toelichting. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren.

Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dient te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente).

4.3.2.4 Slotconclusie

Uit milieukundig oogpunt is er naar onze mening geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreinigingen geen risico's voor de volksgezondheid opleveren. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (agrarisch/wonen met tuin).

4.3.3 Bodemonderzoek Ommerkanaal ongenummerd

Door middel van een verkennend bodemonderzoek is de bodem op een terreindeel ter grootte van circa 990 m² aan het Ommerkanaal ongenummerd in Dedemsvaart onderzocht. Dit bodemonderzoek is opgenomen in Bijlage 4 van deze toelichting. De onderzoekslocatie is momenteel onbebouwd en onverhard. Aanleiding voor het bodemonderzoek is de voorgenomen bestemmingsplanwijziging nieuwbouw van een woning.

Het terrein is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 6 boringen verricht, waarvan één tot 3.0 meter diepte. Er is één boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn zand en veen. Zintuiglijk zijn geen bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is aangetroffen op gemiddeld 1.0 meter min maaiveld.

4.3.3.1 Resultaten chemische analyses

Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:

  • de bovengrond is niet verontreinigd;
  • de ondergrond is niet verontreinigd;
  • het grondwater is licht verontreinigd met barium en nikkel;

4.3.3.2 Hypothese

De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien overschrijdingen van de streefwaarden zijns aangetoond.

4.3.3.3 Conclusies en aanbevelingen

In het grondwater zijn enkele lichte verontreinigingen aangetoond. De boven- en de ondergrond is niet verontreinigd. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar Bijlage 4 van deze toelichting. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren.

Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dient te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente). Op basis van de huidige onderzoeksresultaten kan een indicatieve toetsing in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit worden uitgevoerd. Alle onderzochte grond, die bij de nieuwbouwwerkzaamheden mogelijk vrij komt, is multifunctioneel toepasbaar, aangezien geen verontreinigingen zijn aangetroffen in de boven of ondergrond. Met andere woorden: er gelden geen beperkingen ten aanzien van het hergebruik van de grond.

Opgemerkt dient te worden dat voorliggend bodemonderzoek is uitgevoerd in verband met een bestemmingsplanwijziging en een aanvraag van een bouwvergunning en dat de bemonstering derhalve niet geheel voldoet aan het Besluit Bodemkwaliteit. De resultaten van dit bodemonderzoek kunnen in het licht van het Besluit Bodemkwaliteit door het bevoegd gezag als ‘overig bewijsmateriaal’ worden geaccepteerd. Het is echter niet uitgesloten dat het bevoegd gezag bij grondafvoer eist dat de grond nogmaals wordt bemonsterd en geanalyseerd volgens de richtlijnen van het Besluit Bodemkwaliteit.

4.3.3.4 Slotconclusie

Uit milieukundig oogpunt is er naar onze mening geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreiniging geen risico voor de volksgezondheid oplevert. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).